Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. paciente:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor paciente (Spaans) in het Nederlands

paciente:

paciente [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el paciente (enfermo)
    de patiënt; de zieke
    • patiënt [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • zieke [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. el paciente (sufridor; enfermo; enferma)
    de lijder
    • lijder [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

paciente bijvoeglijk naamwoord

  1. paciente (indulgente; sumiso; pasivo)
    geduldig; kalm afwachtend
  2. paciente (resignado; dócil)
    lijdzaam; gelaten
  3. paciente (pasivo; resignado; sufrido)
    passief; lijdelijk
  4. paciente (resignado; sufrido)
    lijdzaam

Vertaal Matrix voor paciente:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lijder enferma; enfermo; paciente; sufridor
patiënt enfermo; paciente
zieke enfermo; paciente
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
geduldig indulgente; paciente; pasivo; sumiso
gelaten dócil; paciente; resignado estoico; imperturbable; resignado
lijdelijk paciente; pasivo; resignado; sufrido resignado
lijdzaam dócil; paciente; resignado; sufrido
passief paciente; pasivo; resignado; sufrido pasivo
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kalm afwachtend indulgente; paciente; pasivo; sumiso

Verwante woorden van "paciente":

  • pacientes

Synoniemen voor "paciente":


Wiktionary: paciente

paciente
adjective
  1. bereid te wachten en tegenslagen te verdragen
noun
  1. iemand die medische hulp krijgt

Cross Translation:
FromToVia
paciente patiënt Patient — eine kranke Person, die medizinisch behandelt oder betreut wird
paciente geduldig patient — not losing one's temper while waiting
paciente patiënt; patiënte patient — someone who receives treatment from a doctor

Verwante vertalingen van paciente