Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. tal:
  2. tál:
  3. Wiktionary:
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. tal:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor tal (Spaans) in het Nederlands

tal:

tal bijvoeglijk naamwoord

  1. tal
    zus
  2. tal (semejante; de tal forma; así; )
    zoiets; dergelijke; zulke; zo een; dergelijk; zodanig; zulk; dusdanig; zo'n

Vertaal Matrix voor tal:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zus hermana
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dusdanig así; de tal forma; de tal modo; igual; semejante; tal; tales; tan
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zus tal
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dergelijk así; de tal forma; de tal modo; igual; semejante; tal; tales; tan
dergelijke así; de tal forma; de tal modo; igual; semejante; tal; tales; tan
zo een así; de tal forma; de tal modo; igual; semejante; tal; tales; tan
zo'n así; de tal forma; de tal modo; igual; semejante; tal; tales; tan
zodanig así; de tal forma; de tal modo; igual; semejante; tal; tales; tan
zoiets así; de tal forma; de tal modo; igual; semejante; tal; tales; tan algo así
zulk así; de tal forma; de tal modo; igual; semejante; tal; tales; tan
zulke así; de tal forma; de tal modo; igual; semejante; tal; tales; tan ello; eso; esto; tál

Verwante woorden van "tal":


Synoniemen voor "tal":


Wiktionary: tal

tal
pronoun
  1. van deze soort, overeenkomstig, zodanig, dusdanig

tál:

tál bijvoeglijk naamwoord

  1. tál (eso; esto; ello)
    zulke
    • zulke bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor tál:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zulke ello; eso; esto; tál así; de tal forma; de tal modo; igual; semejante; tal; tales; tan

Verwante vertalingen van tal