Overzicht
Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...
- refinado:
- refinar:
-
Wiktionary:
- refinado → chic, subtiel
- refinar → raffineren, veredelen, verfijnen
Spaans
Uitgebreide vertaling voor refinado (Spaans) in het Nederlands
refinado:
-
refinado (distinguido; elegante; ilustre; destacado; digno; formal; sublime; muy superior; exaltado; majestuoso; muy elevado; elevado; importante; levantado; respetado; aristocrático; de postín; noble)
gedistingeerd; beroemd; voornaam; illuster; hooggeplaatst; adelijk; verheven; gewichtig; aanzienlijk; doorluchtig-
gedistingeerd bijvoeglijk naamwoord
-
beroemd bijvoeglijk naamwoord
-
voornaam bijvoeglijk naamwoord
-
illuster bijvoeglijk naamwoord
-
hooggeplaatst bijvoeglijk naamwoord
-
adelijk bijvoeglijk naamwoord
-
verheven bijvoeglijk naamwoord
-
gewichtig bijvoeglijk naamwoord
-
aanzienlijk bijvoeglijk naamwoord
-
doorluchtig bijvoeglijk naamwoord
-
-
refinado (elegante)
-
refinado (elegante; distinguido; destacado; pulido; aristocrático; perfeccionado; de postín)
Vertaal Matrix voor refinado:
Verwante woorden van "refinado":
Synoniemen voor "refinado":
refinar:
-
refinar (perfeccionar)
-
refinar (afinar; mejorar; perfeccionar)
-
refinar
-
refinar (perfeccionar; igualar; abrillantar)
perfectioneren; bijschaven-
perfectioneren werkwoord (perfectioneer, perfectioneert, perfectioneerde, perfectioneerden, geperfectioneerd)
-
-
refinar (alisar; planchar; pulir; igualar; allanar; nivelar; hacer resplandecer; perfeccionar; relucir; resplandecer; aplanar; entretelar; satinar)
-
refinar (romper; estropear; derrumbar; pulir; aplanar)
Conjugations for refinar:
presente
- refino
- refinas
- refina
- refinamos
- refináis
- refinan
imperfecto
- refinaba
- refinabas
- refinaba
- refinábamos
- refinabais
- refinaban
indefinido
- refiné
- refinaste
- refinó
- refinamos
- refinasteis
- refinaron
fut. de ind.
- refinaré
- refinarás
- refinará
- refinaremos
- refinaréis
- refinarán
condic.
- refinaría
- refinarías
- refinaría
- refinaríamos
- refinaríais
- refinarían
pres. de subj.
- que refine
- que refines
- que refine
- que refinemos
- que refinéis
- que refinen
imp. de subj.
- que refinara
- que refinaras
- que refinara
- que refináramos
- que refinarais
- que refinaran
miscelánea
- ¡refina!
- ¡refinad!
- ¡no refines!
- ¡no refinéis!
- refinado
- refinando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes