Overzicht
Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...
- acaso:
-
Wiktionary:
- acaso → misschien
- acaso → mogelijk, mogelijkerwijs, wellicht, misschien, toevalligheid, toeval
Spaans
Uitgebreide vertaling voor acaso (Spaans) in het Nederlands
acaso:
-
acaso (quizás)
-
acaso (incidental; a veces; alguna vez; de vez en cuando; una que otra vez; en ocasiones; poco frecuente; en algunas ocasiones)
af en toe; incidenteel; soms; weleens; nu en dan-
af en toe bijvoeglijk naamwoord
-
incidenteel bijvoeglijk naamwoord
-
soms bijwoord
-
weleens bijvoeglijk naamwoord
-
nu en dan bijvoeglijk naamwoord
-
-
acaso (posible; quizás; tal vez; a lo mejor; imaginable; viable; concebible; eventual; quién sabe; proponible; sugerible)
mogelijk; voorstelbaar; bestaanbaar; denkbaar-
mogelijk bijvoeglijk naamwoord
-
voorstelbaar bijvoeglijk naamwoord
-
bestaanbaar bijvoeglijk naamwoord
-
denkbaar bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor acaso:
Verwante woorden van "acaso":
Synoniemen voor "acaso":
Wiktionary: acaso
acaso
Cross Translation:
adverb
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • acaso | → mogelijk; mogelijkerwijs; wellicht; misschien | ↔ maybe — indicating a lack of certainty |
| • acaso | → misschien; wellicht | ↔ perhaps — indicating a lack of certainty |
| • acaso | → misschien | ↔ vielleicht — um die, ungefähr, zirka |
| • acaso | → toevalligheid; toeval | ↔ hasard — Fortune, sort, destin ; cas fortuit, imprévu |
| • acaso | → misschien; mogelijk; wellicht | ↔ peut-être — Supposition ou possibilité |