Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. ridiculizar:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor ridiculizar (Spaans) in het Nederlands

ridiculizar:

ridiculizar werkwoord

  1. ridiculizar (mofarse; burlarse; burlarse de; ironizar; mofarse de)
    belachelijk maken; bespotten; de spot drijven; ironiseren
    • belachelijk maken werkwoord (maak belachelijk, maakt belachelijk, maakte belachelijk, maakten belachelijk, belachelijk gemaakt)
    • bespotten werkwoord (bespot, bespotte, bespotten, bespot)
    • de spot drijven werkwoord (drijf de spot, drijft de spot, dreef de spot, dreven de spot, de spot gedreven)
    • ironiseren werkwoord (ironiseer, ironiseert, ironiseerde, ironiseerden, geïroniseerd)
  2. ridiculizar (decir sarcasticamente; burlarse de; mofarse de)
    schamperen
    • schamperen werkwoord (schampeer, schampeert, schamperde, schamperden, geschamperd)

Conjugations for ridiculizar:

presente
  1. ridiculizo
  2. ridiculizas
  3. ridiculiza
  4. ridiculizamos
  5. ridiculizáis
  6. ridiculizan
imperfecto
  1. ridiculizaba
  2. ridiculizabas
  3. ridiculizaba
  4. ridiculizábamos
  5. ridiculizabais
  6. ridiculizaban
indefinido
  1. ridiculicé
  2. ridiculizaste
  3. ridiculizó
  4. ridiculizamos
  5. ridiculizasteis
  6. ridiculizaron
fut. de ind.
  1. ridiculizaré
  2. ridiculizarás
  3. ridiculizará
  4. ridiculizaremos
  5. ridiculizaréis
  6. ridiculizarán
condic.
  1. ridiculizaría
  2. ridiculizarías
  3. ridiculizaría
  4. ridiculizaríamos
  5. ridiculizaríais
  6. ridiculizarían
pres. de subj.
  1. que ridiculice
  2. que ridiculices
  3. que ridiculice
  4. que ridiculicemos
  5. que ridiculicéis
  6. que ridiculicen
imp. de subj.
  1. que ridiculizara
  2. que ridiculizaras
  3. que ridiculizara
  4. que ridiculizáramos
  5. que ridiculizarais
  6. que ridiculizaran
miscelánea
  1. ¡ridiculiza!
  2. ¡ridiculizad!
  3. ¡no ridiculices!
  4. ¡no ridiculicéis!
  5. ridiculizado
  6. ridiculizando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor ridiculizar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bespotten burla; escarnio; mofa
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
belachelijk maken burlarse; burlarse de; ironizar; mofarse; mofarse de; ridiculizar
bespotten burlarse; burlarse de; ironizar; mofarse; mofarse de; ridiculizar agraviar; burlarse de; insultar; mofarse de
de spot drijven burlarse; burlarse de; ironizar; mofarse; mofarse de; ridiculizar
ironiseren burlarse; burlarse de; ironizar; mofarse; mofarse de; ridiculizar
schamperen burlarse de; decir sarcasticamente; mofarse de; ridiculizar

Synoniemen voor "ridiculizar":


Wiktionary: ridiculizar

ridiculizar
verb
  1. de spot drijven met

Cross Translation:
FromToVia
ridiculizar doorprikken; ontmaskeren debunk — to discredit or expose the falsehood of something
ridiculizar maken; bespotten; belachelijk; ridiculiseren deride — to harshly mock; ridicule

Computer vertaling door derden: