Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Zoek: llamada

Spaanse en Nederlandse zoekresultaten voor: llamada

Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. llamada:
  2. Wiktionary:

Spaans

Uitgebreide vertaling voor llamada (Spaans) in het Nederlands

llamada:

llamada [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la llamada (reputación; nombre; apellido; denominación; apariencia)
    de naam; de reputatie; de roep; de faam
    • naam [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • reputatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • roep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • faam [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. la llamada (conversación telefónica; telefonazo)
    het telefoongesprek; gesprek door de telefoon
  3. la llamada (telefonazo)
    het bellen; opbellen
    • bellen [het ~] zelfstandig naamwoord
    • opbellen [znw.] zelfstandig naamwoord
  4. la llamada (llamamiento; convocatoria; convocación)
    de roep; het geschreeuw; het geroep
    • roep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • geschreeuw [het ~] zelfstandig naamwoord
    • geroep [het ~] zelfstandig naamwoord
  5. la llamada (telefonazo; teléfono)
    telefonisch bericht; het belletje; het telefoontje
  6. la llamada (palpitación; latido)
    het kloppen
    • kloppen [het ~] zelfstandig naamwoord
  7. la llamada (reclamo; silbato de reclamo)
    de lokroep; loktoon
    • lokroep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • loktoon [znw.] zelfstandig naamwoord
  8. la llamada (apelación)
    het appèl
    • appèl [het ~] zelfstandig naamwoord
  9. la llamada
    het lokfluitje
  10. la llamada
    zoeken
    • zoeken werkwoord (zoek, zoekt, zocht, zochten, gezocht)
  11. la llamada
    de oproep
    • oproep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  12. la llamada (convocatoria; llamamiento; convocación)
    de roepstem
  13. la llamada (ficha de referencia; volante del médico; referencia)
    de verwijzing; verwijsbrief

Vertaal Matrix voor llamada:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
appèl apelación; llamada
bellen llamada; telefonazo llamar; llamar a la puerta; tocar el timbre
belletje llamada; telefonazo; teléfono
faam apariencia; apellido; denominación; llamada; nombre; reputación
geroep convocación; convocatoria; llamada; llamamiento
geschreeuw convocación; convocatoria; llamada; llamamiento alarido; alaridos; alboroto; chillidos; estruendo; gritería; gritos; rabieta; vocerío; voces
gesprek door de telefoon conversación telefónica; llamada; telefonazo
kloppen latido; llamada; palpitación
lokfluitje llamada
lokroep llamada; reclamo; silbato de reclamo
loktoon llamada; reclamo; silbato de reclamo
naam apariencia; apellido; denominación; llamada; nombre; reputación noción; nombre
opbellen llamada; telefonazo
oproep llamada convocación; llamamiento
reputatie apariencia; apellido; denominación; llamada; nombre; reputación conocimiento; fama; notoriedad; popularidad; reputación
roep apariencia; apellido; convocación; convocatoria; denominación; llamada; llamamiento; nombre; reputación alarido; chillido; convocación; grito; llamamiento
roepstem convocación; convocatoria; llamada; llamamiento
telefonisch bericht llamada; telefonazo; teléfono
telefoongesprek conversación telefónica; llamada; telefonazo llamada de voz; llamada telefónica
telefoontje llamada; telefonazo; teléfono telefonazo; teléfono pequeño
verwijsbrief ficha de referencia; llamada; referencia; volante del médico
verwijzing ficha de referencia; llamada; referencia; volante del médico alusión; informe; insinuación; juez de campo; mención; referencia; registro; árbitro
zoeken búsqueda; examinar
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bellen hacer sonar; llamar; llamar a la puerta; llamar por teléfono; sonar; telefonear
kloppen ajustar; celebrar; cerrar; cerrar con llave; coincidir; coincidir con; cojear; concordar; convenir con; corresponder; corresponder con; dar golpecitos en una puerta o ventana; dar golpes; golpear; palpitar; ser justo; temblar; venir bien; vibrar
opbellen llamar; llamar por teléfono; telefonear
zoeken llamada buscar; intentar encontrar

Synoniemen voor "llamada":


Wiktionary: llamada

llamada
noun
  1. een oproep tot verschijning bij bijvoorbeeld een vergadering
  2. bijeenroeping van een vergadering
  3. het samenscholen
Cross Translation:
FromToVia
• llamada → oproep; telefoongesprek ↔ call — telephone conversation
• llamada → verbinding ↔ connection — established communications or transportation link
• llamada → roep ↔ appel — Action d'appeler par la voix, par un geste ou par tout autre signal.

Verwante vertalingen van llamada







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0506 seconde
Page rendered in 1.0 seconds