Overzicht
Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...
- exceso:
-
Wiktionary:
- exceso → teveel, wandaad, wantoestand
- exceso → overvloed, weelderigheid, buitensporigheid, exces, overdaad, uitspatting, uitwas
Spaans
Uitgebreide vertaling voor exceso (Spaans) in het Nederlands
exceso:
-
el exceso (surplús; resto; remanente; saldo; superávit; sobrante)
-
el exceso (chiquillada; travesura; gamberrada; atrocidad; travesuras; diablura; diabluras; picardía; desafuero; tonteras; barrabasada; bribonada)
de ondeugendheid; het kattenkwaad; de baldadigheid; de kwajongensstreek; de schelmenstreek; de schelmerij -
el exceso (desmasiado; abundancia; superávit; rebosamiento)
-
el exceso (extravagancia; protuberancia; abuso; desmán; desenfreno; excrecencia)
-
el exceso (abundancia; excedente; desbordamiento; rebosamiento; superabundancia; intemperancia)
-
el exceso (desmedida; desenfreno)
-
la exceso
Vertaal Matrix voor exceso:
Verwante woorden van "exceso":
Synoniemen voor "exceso":
Wiktionary: exceso
exceso
Cross Translation:
noun
-
datgene wat over is boven de gewenste hoeveelheid
-
een misdaad, een slechte of gruwelijke handeling
-
een onacceptabel slechte toestand
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• exceso | → overvloed; weelderigheid; buitensporigheid; exces; overdaad; uitspatting; uitwas | ↔ excès — Ce qui est en trop. |