Spaans

Uitgebreide vertaling voor desarrollar (Spaans) in het Nederlands

desarrollar:

desarrollar werkwoord

  1. desarrollar (revelar; elaborar; desplegar; )
    ontwikkelen; tot ontwikkeling brengen
  2. desarrollar (alterar; cambiar; modificar; )
    veranderen; wijzigen; verwisselen; afwisselen; herzien
    • veranderen werkwoord (verander, verandert, veranderde, veranderden, veranderd)
    • wijzigen werkwoord (wijzig, wijzigt, wijzigde, wijzigden, gewijzigd)
    • verwisselen werkwoord (verwissel, verwisselt, verwisselde, verwisselden, verwisseld)
    • afwisselen werkwoord (wissel af, wisselt af, wisselde af, wisselden af, afgewisseld)
    • herzien werkwoord (herzie, herziet, herzag, herzagen, herzien)
  3. desarrollar (armar; hacer; crear; )
    maken; scheppen; in het leven roepen
    • maken werkwoord (maak, maakt, maakte, maakten, gemaakt)
    • scheppen werkwoord (schep, schept, schepte, schepten, geschept)
    • in het leven roepen werkwoord (roep in het leven, roept in het leven, riep in het leven, riepen in het leven, in het leven geroepen)
  4. desarrollar (roturar; cultivar; evolucionar)
    ontginnen; geschikt maken voor bebouwing
  5. desarrollar (realizar; explotar; hacer realidad)
    realiseren; bewerkstelligen; verwezenlijken; verwerkelijken
    • realiseren werkwoord (realiseer, realiseert, realiseerde, realiseerden, gerealiseerd)
    • bewerkstelligen werkwoord (bewerkstellig, bewerkstelligt, bewerkstelligde, bewerkstelligden, bewerkstelligd)
    • verwezenlijken werkwoord (verwezenlijk, verwezenlijkt, verwezenlijkte, verwezenlijkten, verwezenlijkt)
    • verwerkelijken werkwoord (verwerkelijk, verwerkelijkt, verwerkelijkte, verwerkelijkten, verwerkelijkt)
  6. desarrollar (florecer; dearrollarse; prosperar)
    tot bloei komen; ontplooien; opfleuren; tot volle wasdom komen; opbloeien
    • tot bloei komen werkwoord (kom tot bloei, komt tot bloei, kwam tot bloei, kwamen tot bloei, tot bloei gekomen)
    • ontplooien werkwoord (ontplooi, ontplooit, ontplooide, ontplooiden, ontplooid)
    • opfleuren werkwoord (fleur op, fleurt op, fleurde op, fleurden op, opgefleurd)
    • opbloeien werkwoord (bloei op, bloeit op, bloeide op, bloeiden op, opgebloeid)
  7. desarrollar (concebir; desarrollarse; convertirse en; desplegar)
    opgraven; graven; scheppen; opdelven
    • opgraven werkwoord (graaf op, graaft op, groef op, groeven op, opgegraven)
    • graven werkwoord (graaf, graaft, groef, groeven, gegraven)
    • scheppen werkwoord (schep, schept, schepte, schepten, geschept)
    • opdelven werkwoord
  8. desarrollar
    ontplooien; uiteenvouwen

Conjugations for desarrollar:

presente
  1. desarrollo
  2. desarrollas
  3. desarrolla
  4. desarrollamos
  5. desarrolláis
  6. desarrollan
imperfecto
  1. desarrollaba
  2. desarrollabas
  3. desarrollaba
  4. desarrollábamos
  5. desarrollabais
  6. desarrollaban
indefinido
  1. desarrollé
  2. desarrollaste
  3. desarrolló
  4. desarrollamos
  5. desarrollasteis
  6. desarrollaron
fut. de ind.
  1. desarrollaré
  2. desarrollarás
  3. desarrollará
  4. desarrollaremos
  5. desarrollaréis
  6. desarrollarán
condic.
  1. desarrollaría
  2. desarrollarías
  3. desarrollaría
  4. desarrollaríamos
  5. desarrollaríais
  6. desarrollarían
pres. de subj.
  1. que desarrolle
  2. que desarrolles
  3. que desarrolle
  4. que desarrollemos
  5. que desarrolléis
  6. que desarrollen
imp. de subj.
  1. que desarrollara
  2. que desarrollaras
  3. que desarrollara
  4. que desarrolláramos
  5. que desarrollarais
  6. que desarrollaran
miscelánea
  1. ¡desarrolla!
  2. ¡desarrollad!
  3. ¡no desarrolles!
  4. ¡no desarrolléis!
  5. desarrollado
  6. desarrollando
1. yo, 2. tĆŗ, 3. Ć©l/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

desarrollar [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el desarrollar (civilizar; cultivar)
    cultiveren; ontwikkelen; het vormen; beschaven

Vertaal Matrix voor desarrollar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beschaven civilizar; cultivar; desarrollar
cultiveren civilizar; cultivar; desarrollar fomentar; promoción; stimular
maken confección; elaboración; fabricación; producción
ontwikkelen civilizar; cultivar; desarrollar
scheppen elaboración; fabricación; palas
tot bloei komen crecimiento; floración; período de floración
veranderen adaptación; alteración; cambio; enmienda; modificación; reforma; transformación
vormen civilizar; cultivar; desarrollar
wijzigen adaptación; alteración; cambio; enmienda; modificación; reforma; transformación
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afwisselen alterar; alternar; cambiar; cambiar por; convertir; convertirse en; desarrollar; desarrollarse; desplegar; elaborar; evolucionar; extraer; fabricar; instruir; modificar; reformar; remendar; reparar; revelar; transformar; variar diferir; variar
beschaven civilizar
bewerkstelligen desarrollar; explotar; hacer realidad; realizar efectuar; ejecutar; realizar
cultiveren civilizar
geschikt maken voor bebouwing cultivar; desarrollar; evolucionar; roturar
graven concebir; convertirse en; desarrollar; desarrollarse; desplegar excavar
herzien alterar; alternar; cambiar; cambiar por; convertir; convertirse en; desarrollar; desarrollarse; desplegar; elaborar; evolucionar; extraer; fabricar; instruir; modificar; reformar; remendar; reparar; revelar; transformar; variar alterar; cambiar; convertir; corregir; enmendar; mejorar; modificar; perfeccionar; rectificar; reformar; rehabilitar; renovar; reparar; rever; revisar
in het leven roepen armar; compilar; componer; concebir; convertirse en; crear; desarrollar; diseñar; fabricar; formar; ganar; hacer; montar; producir; remendar; reparar; trazar
maken armar; compilar; componer; concebir; convertirse en; crear; desarrollar; diseñar; fabricar; formar; ganar; hacer; montar; producir; remendar; reparar; trazar amasar; arreglar; constituir; corregir; crear; dar forma; dar masajes; elaborar; fabricar; fijar; formar; hacer; macerar; masajear; modelar; modificar; producir; reajustar; remendar; reparar; restaurar
ontginnen cultivar; desarrollar; evolucionar; roturar descomponer; descorrer; descubrir; explotar
ontplooien dearrollarse; desarrollar; florecer; prosperar desarrollarse; elaborar; evolucionar
ontwikkelen cultivar; desarrollar; desplegar; educar; elaborar; evolucionar; explotar; revelar; roturar; seguir desarrollando civilizar; convertirse en; desarrollarse; ejercer; ejercitarse; elaborar; evolucionar; prepararse para
opbloeien dearrollarse; desarrollar; florecer; prosperar desarrollarse; eclosionar; nacer
opdelven concebir; convertirse en; desarrollar; desarrollarse; desplegar
opfleuren dearrollarse; desarrollar; florecer; prosperar alegrar; animar; añadirse; distraer; refrescar
opgraven concebir; convertirse en; desarrollar; desarrollarse; desplegar
realiseren desarrollar; explotar; hacer realidad; realizar calar; comprender; concebir; darse cuenta de; distinguir; entender; reconocer
scheppen armar; compilar; componer; concebir; convertirse en; crear; desarrollar; desarrollarse; desplegar; diseñar; fabricar; formar; ganar; hacer; montar; producir; remendar; reparar; trazar comer con cuchara
tot bloei komen dearrollarse; desarrollar; florecer; prosperar
tot ontwikkeling brengen cultivar; desarrollar; desplegar; educar; elaborar; evolucionar; explotar; revelar; roturar; seguir desarrollando
tot volle wasdom komen dearrollarse; desarrollar; florecer; prosperar
uiteenvouwen desarrollar
veranderen alterar; alternar; cambiar; cambiar por; convertir; convertirse en; desarrollar; desarrollarse; desplegar; elaborar; evolucionar; extraer; fabricar; instruir; modificar; reformar; remendar; reparar; revelar; transformar; variar alterar; cambiar; convertir; diferir; enmendar; modificar; reformar; variar
verwerkelijken desarrollar; explotar; hacer realidad; realizar
verwezenlijken desarrollar; explotar; hacer realidad; realizar
verwisselen alterar; alternar; cambiar; cambiar por; convertir; convertirse en; desarrollar; desarrollarse; desplegar; elaborar; evolucionar; extraer; fabricar; instruir; modificar; reformar; remendar; reparar; revelar; transformar; variar cambiar; cambiar de sitio; cambiar por; canjear; canjear por; confundir; conmutar; convertir; intercambiar; mezclar; reconstruir; reemplazar; renovar; reponer; sustituir
vormen amasar; constituir; criar; dar cuerpo; dar forma; dar masajes; educar; elaborar; formar; macerar; masajear; modelar
wijzigen alterar; alternar; cambiar; cambiar por; convertir; convertirse en; desarrollar; desarrollarse; desplegar; elaborar; evolucionar; extraer; fabricar; instruir; modificar; reformar; remendar; reparar; revelar; transformar; variar alterar; cambiar; convertir; enmendar; modificar; reformar

Synoniemen voor "desarrollar":


Wiktionary: desarrollar

desarrollar
verb
  1. iets ~ een aanwezige aanleg tot bloei brengen
  2. ontwerpen en uitvoeren op basis van onderzoek
  3. duidelijk maken

Cross Translation:
FromToVia
desarrollar ontwikkelen develop — to progress
desarrollar ontwikkelen develop — to create
desarrollar ontwikkelen evolve — to develop
desarrollar ontwikkelen entwickelnallgemein: sich etwas ausdenken, planen
desarrollar ontwikkelen; openbaren; afwikkelen; ontrollen; uitrollen; doen groeien; laten groeien; beduiden; duidelijk maken; uitleggen; verhelderen; verklaren; ontplooien; ontwarren développerdégager une chose de ce qui l’envelopper.
desarrollar uitleggen; afwikkelen; ontrollen; uitrollen; beduiden; duidelijk maken; verhelderen; verklaren; toelichten; uiteenzetten expliquerrendre clair.
desarrollar evolueren; zich ontwikkelen évoluerse transformer progressivement.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van desarrollar