Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. trucha:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor trucha (Spaans) in het Nederlands

trucha:

trucha [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la trucha
    de forel
    • forel [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor trucha:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
forel trucha
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
forel trucha

Verwante woorden van "trucha":

  • truchas

Synoniemen voor "trucha":


Wiktionary: trucha

trucha
noun
  1. Zoetwatervis

Cross Translation:
FromToVia
trucha beekforel Bachforelle — ein Raubfisch, der in kalten und klaren Bächen lebt
trucha forel ForelleIchthyologie: Süßwasserraubfisch (auch Speisefisch)
trucha slecht queer — slightly unwell
trucha homoseksueel; homo queer — slang: homosexual
trucha forel trout — fish
trucha forel; beekforel; gewone forel truite — zoologie|nocat=1 (cuisine) poisson de la famille des salmonidés à peau tacheter, qui se trouve ordinairement dans les eaux vif et dans les lacs, à la chair très estimée.

Verwante vertalingen van trucha