Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Zoek: punta

Spaanse en Nederlandse zoekresultaten voor: punta

Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. punta:
  2. Wiktionary:

Spaans

Uitgebreide vertaling voor punta (Spaans) in het Nederlands

punta:

punta [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la punta (sugerencia; seña; información; )
    de aanwijzing; de tip; de vingerwijzing; vingerwenk; de wenk
    • aanwijzing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • tip [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • vingerwijzing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • vingerwenk [znw.] zelfstandig naamwoord
    • wenk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. la punta (topes; caballete; apogeo; lado superior; cúspide)
    hoogst bereikbare punt; de top
  3. la punta (momento; hora; punto)
    het tijdstip
    • tijdstip [het ~] zelfstandig naamwoord
  4. la punta (ruta; dirección; viaje circular; borde; junta directiva)
    de route; de koers
    • route [de ~] zelfstandig naamwoord
    • koers [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  5. la punta (apogeo; lado superior; topes)
    de bovenkant; de bovenzijde
  6. la punta (culminación; colmo; clímax; )
    de culminatie
  7. la punta (colmo; punto más alto; punto culminante; cumbre; culminación)
    de heuveltop
  8. la punta (extremo; cabo; fin; )
    het uiteinde
    • uiteinde [het ~] zelfstandig naamwoord
  9. la punta
    de punt
    • punt [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor punta:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanwijzing gesto; indicación; información; punta; seña; señal; sugerencia asignación; comando; directivas; directrices; encargo; enseñanza; espolón; esporo; espuela; huella; indicación; indicio; instrucción; mandato; mando; mensajero; misión; orden; precursor; precursora; presagio; punto de referencia; señal; signo precursor; síntoma; tarea; vestigio; vía
bovenkant apogeo; lado superior; punta; topes
bovenzijde apogeo; lado superior; punta; topes
culminatie clímax; colmo; culminación; momento culminante; pináculo; punta; punto culminante; punto álgido; súmmum
heuveltop colmo; culminación; cumbre; punta; punto culminante; punto más alto
hoogst bereikbare punt apogeo; caballete; cúspide; lado superior; punta; topes
koers borde; dirección; junta directiva; punta; ruta; viaje circular cambio; dirección; divisa; divisas; forma; itinerario; rumbo; ruta marina; ruta marítima; tarifa de cambio; vía marítima
punt punta asunto; materia de discusión; nota; objeto de discusión; punto; tema; tópico
route borde; dirección; junta directiva; punta; ruta; viaje circular barrio; barrote; calzada; carretera; paso; ronda; ruta; trayecto; trayectoria; turno
tijdstip hora; momento; punta; punto
tip gesto; indicación; información; punta; seña; señal; sugerencia sugerencia
top apogeo; caballete; cúspide; lado superior; punta; topes apogeo; caballete de un tejado; cenit; cima; clímax; colmo; copa de un árbol; coronilla; cresta; culminación; cumbre; cúspide; hora punta; mollera; momento culminante; pico; pináculo; punto culminante; punto más alto; punto álgido; súmmum; tope; ápice
uiteinde cabo; extremidad; extremo; fin; final; punta; término
vingerwenk gesto; indicación; información; punta; seña; señal; sugerencia
vingerwijzing gesto; indicación; información; punta; seña; señal; sugerencia
wenk gesto; indicación; información; punta; seña; señal; sugerencia seña; señal; signo
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
punt punto
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
top de primer orden; de primera; de primera categoría; de primera clase; eminente; en lo alto; excelente

Synoniemen voor "punta":


Wiktionary: punta

punta
noun
  1. het voorste deel van een voorwerp
Cross Translation:
FromToVia
• punta → hoofd ↔ head — topmost or leading part
• punta → punt ↔ point — sharp tip
• punta → tand; punt; spits; piek ↔ prong — thin, pointed, projecting part
• punta → kut; poes; kutje; poesje ↔ pussy — slang: female genitalia
• punta → speerpunt ↔ spearhead — the pointed head, or end, of a spear
• punta → topper ↔ Spitze — übertragen: Höhepunkt
• punta → punt; spits ↔ Spitze — der oberste, schmal zulaufende Teil eines Gegenstandes oder einer Formation
• punta → piek; topje; neus; punt; spits; tip; top; besluit; eind; einde; voleinding; beëindiging; end ↔ bout — partie extrême d’une chose.
• punta → piek; topje; neus; punt; spits; tip; top; hoogtepunt; toppunt ↔ cime — La partie la plus haute d’une montagne, d’un rocher, d’un arbre, etc.
• punta → piek; topje; neus; punt; hoogtepunt; spits; tip; top ↔ pointe — extrémité piquante et aiguë de quelque chose que ce être.

Verwante vertalingen van punta







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0751 seconde
Page rendered in 1.0 seconds