Overzicht
Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...
-
vil:
- slecht; gemeen; vals; min; obsceen; vunzig; zedeloos; schuin; vies; verfoeilijk; schandalig; onzedelijk; immoreel; amoreel; onzedig; bedriegelijk; nagemaakt; onwaar; gefingeerd; onecht; laag; laag-bij-de-grond; onedel; laaghartig; crimineel; misdadig; ploerterig; smiechterig; snood; kwalijk; gebruikelijk; gangbaar; gewoon; normaal; ploertig; verlopen; aan lager wal; smeerachtig
- dief; ladelichter
-
Wiktionary:
- vil → laag, schunnig
- vil → laf, verachtelijk, gemeen, infaam, laag, laaghartig, schunnig, vuig, immoreel, onzedelijk, zedeloos, zedenkwetsend, nietswaardig, onguur, ploertig, rottig, afschuwelijk, ijselijk, afgrijselijk, verfoeilijk, abominabel
Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...
- villen:
-
Wiktionary:
- villen → desollar, despellejar
- villen → hurtar, sustraer, descortezar, pelar, despojar, mondar, descubrir
Spaans
Uitgebreide vertaling voor vil (Spaans) in het Nederlands
vil:
-
vil (malicioso; mal; malo; maligno; soez; infame; falso; ruin; pérfido)
-
vil (abyecto; asqueroso; ladeado; inmoral; sucio; escabroso; inclinado; adulador; lluvioso; baboso; indecente; repulsivo; mal educado)
-
vil (detestable; abominable; infame)
-
vil (inmoral; asqueroso; vergonzoso; sórdido; depravado; obsceno; abyecto; pecaminoso; desalmado; impúdico)
onzedelijk; immoreel; amoreel; zedeloos; onzedig-
onzedelijk bijvoeglijk naamwoord
-
immoreel bijvoeglijk naamwoord
-
amoreel bijvoeglijk naamwoord
-
zedeloos bijvoeglijk naamwoord
-
onzedig bijvoeglijk naamwoord
-
-
vil (falso; falsamente; malo; mezquino; fingido; desdeñoso; vilmente; falsificado; fuera de tono)
bedriegelijk; vals; nagemaakt; onwaar; gefingeerd; onecht-
bedriegelijk bijvoeglijk naamwoord
-
vals bijvoeglijk naamwoord
-
nagemaakt bijvoeglijk naamwoord
-
onwaar bijvoeglijk naamwoord
-
gefingeerd bijvoeglijk naamwoord
-
onecht bijvoeglijk naamwoord
-
-
vil (andrajoso; bajo; malo; pequeño; inferior; menos; común; grosero; indigno; bajamente; realmente; sencillo; general; guarro; mezquino; limitado; sencillamente; soez; corriente; grave; normalmente; habitual; acostumbrado; simplemente; verdaderamente; ordinario; canalla; francamente; ruin; usual; infame; criminal; indecente; comúnmente; obsceno; módico; harapiento; como siempre; sin más; ignominioso; deshonroso; vilmente; habituado a; oxidante; así como así; innoble; a sotavento)
laag; laag-bij-de-grond; gemeen; onedel; laaghartig-
laag bijvoeglijk naamwoord
-
laag-bij-de-grond bijvoeglijk naamwoord
-
gemeen bijvoeglijk naamwoord
-
onedel bijvoeglijk naamwoord
-
laaghartig bijvoeglijk naamwoord
-
-
vil (criminal; delictivo; illegal)
-
vil (acanallado; sinvergüenza)
-
vil (infame)
-
vil (usual; normalmente; ordinario; normal; general; acostumbrado; común y corriente; generalmente; comúnmente; habitualmente; como siempre; así como así; corriente; común; ruin; malo; habitual; false; sin más; vilmente; de ordinario; completamente normal)
gebruikelijk; gangbaar; gewoon; gemeen; normaal-
gebruikelijk bijvoeglijk naamwoord
-
gangbaar bijvoeglijk naamwoord
-
gewoon bijvoeglijk naamwoord
-
gemeen bijvoeglijk naamwoord
-
normaal bijvoeglijk naamwoord
-
-
vil (grosero; bajo; sinvergüenza; a sotavento; malo; indigno; ordinario; infame; indecente; obsceno; andrajoso; vilmente; bajamente; innoble)
-
vil (caducado; indecente; decaído; desharrapado; obremente vestido)
-
vil (grasiento; sucio; guarro; cochino; puerco; cutre; soez; sórdido; mugriento; abyecto; pringoso; cochambroso; seboso)
smeerachtig-
smeerachtig bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor vil:
Verwante woorden van "vil":
Synoniemen voor "vil":
Wiktionary: vil
vil
Cross Translation:
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vil | → laf | ↔ cowardly — showing cowardice |
• vil | → verachtelijk | ↔ vile — morally low |
• vil | → gemeen; infaam; laag; laaghartig; schunnig; vuig; immoreel; onzedelijk; zedeloos; zedenkwetsend; nietswaardig; verachtelijk; onguur; ploertig; rottig; afschuwelijk; ijselijk; afgrijselijk; verfoeilijk; abominabel | ↔ abject — Qui est dans un état d’abjection, qui est rejeté et digne de l’être ; vil, méprisable. |
• vil | → laf; gemeen | ↔ lâche — Méprisable |
Verwante vertalingen van vil
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor vil (Nederlands) in het Spaans
vil vorm van villen:
Conjugations for villen:
o.t.t.
- vil
- vilt
- vilt
- villen
- villen
- villen
o.v.t.
- vilde
- vilde
- vilde
- vilden
- vilden
- vilden
v.t.t.
- heb gevild
- hebt gevild
- heeft gevild
- hebben gevild
- hebben gevild
- hebben gevild
v.v.t.
- had gevild
- had gevild
- had gevild
- hadden gevild
- hadden gevild
- hadden gevild
o.t.t.t.
- zal villen
- zult villen
- zal villen
- zullen villen
- zullen villen
- zullen villen
o.v.t.t.
- zou villen
- zou villen
- zou villen
- zouden villen
- zouden villen
- zouden villen
diversen
- vil!
- vilt!
- gevild
- villend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Vertaal Matrix voor villen:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
deshuesar | afhalen; afstropen; stropen; uitbenen; villen | ontpitten; pitten |
desollar | afhalen; afstropen; stropen; uitbenen; villen | ontvellen; stropen |
despellejar | afhalen; afstropen; stropen; uitbenen; villen |
Wiktionary: villen
villen
Cross Translation:
verb
-
van het vel ontdoen
- villen → desollar; despellejar
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• villen | → hurtar; sustraer; descortezar; pelar; despojar; mondar; descubrir | ↔ dépouiller — Traductions à trier suivant le sens |