Inconstante: vertaling Spaans

Remove Ads

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

inconstante:
- onvoorspelbaar; wispelturig; nukkig; grillig; onberekenbaar; wisselvallig; veranderlijk; onbestendig; variërend; variabel; fladderig; lichtjes; inconsistent; chagrijnig; humeurig; sikkeneurig; slecht gehumeurd; nurks; gemelijk; knorrig; vlinderachtig; labiel; geestelijk onstabiel; onstabiel
Wiktionary:
- inconstante → onbestendig, wispelturig
- inconstante → onregelmatig, onbetrouwbaar, wispelturig

Spaans

Uitgebreide vertaling voor inconstante (Spaans) in het Nederlands

inconstante:

inconstante bijvoeglijk naamwoord

inconstante (imprevisible; caprichoso; barroco; cambiante; de humor variable; extravagante)
onvoorspelbaar; wispelturig; nukkig; grillig; onberekenbaar
- onvoorspelbaar bijvoeglijk naamwoord
- wispelturig bijvoeglijk naamwoord
- nukkig bijvoeglijk naamwoord
- grillig bijvoeglijk naamwoord
- onberekenbaar bijvoeglijk naamwoord
inconstante (inestable; variable; cambiante)
wisselvallig; veranderlijk; onbestendig
- wisselvallig bijvoeglijk naamwoord
- veranderlijk bijvoeglijk naamwoord
- onbestendig bijvoeglijk naamwoord
inconstante (variable; variado; inestable; cambiante; vacilante)
variërend; variabel
- variërend bijvoeglijk naamwoord
- variabel bijvoeglijk naamwoord
inconstante (ligeramente; levemente)
fladderig
- fladderig bijvoeglijk naamwoord
inconstante (ligeramente; mariposeador; levemente)
lichtjes
- lichtjes bijvoeglijk naamwoord
inconstante (cambiante; inestable)
veranderlijk; inconsistent
- veranderlijk bijvoeglijk naamwoord
- inconsistent bijvoeglijk naamwoord
inconstante (lastimoso; malhumorado; inestable; imprevisible; de humor variable; incalculable)
chagrijnig; humeurig; sikkeneurig; slecht gehumeurd; nurks; gemelijk; knorrig; nukkig
- chagrijnig bijvoeglijk naamwoord
- humeurig bijvoeglijk naamwoord
- sikkeneurig bijvoeglijk naamwoord
- slecht gehumeurd bijvoeglijk naamwoord
- nurks bijvoeglijk naamwoord
- gemelijk bijvoeglijk naamwoord
- knorrig bijvoeglijk naamwoord
- nukkig bijvoeglijk naamwoord
inconstante (amariposado)
vlinderachtig
- vlinderachtig bijvoeglijk naamwoord
inconstante (lábil; inestable; inseguro; tambaleante; poco consistente; voluble; vacilante; desequilibrado; poco sólido)
labiel; geestelijk onstabiel
- labiel bijvoeglijk naamwoord
- geestelijk onstabiel bijvoeglijk naamwoord
inconstante (inestable; lábil; tambaleante; variable; versátil; cambiante; poco consistente)
onstabiel
- onstabiel bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor inconstante:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
chagrijnig	de humor variable; imprevisible; incalculable; inconstante; inestable; lastimoso; malhumorado	agrio; chabacano; desabrido; despegado; en tono de mal humor; enfurruñado; gruñón; hosco; irritado; malhumorado; rebarbativo; ronco; rudo
gemelijk	de humor variable; imprevisible; incalculable; inconstante; inestable; lastimoso; malhumorado	de mal humor; desabrido; en tono de mal humor; enfadado; gruñón; hosco; irritado; malhumorado
grillig	barroco; cambiante; caprichoso; de humor variable; extravagante; imprevisible; inconstante
humeurig	de humor variable; imprevisible; incalculable; inconstante; inestable; lastimoso; malhumorado	desabrido; en tono de mal humor; gruñón; hosco; irritable; irritado; malhumorado; susceptible
inconsistent	cambiante; inconstante; inestable	incoherente; inconsistente
knorrig	de humor variable; imprevisible; incalculable; inconstante; inestable; lastimoso; malhumorado	agrio; chabacano; de mal humor; desabrido; despegado; en tono de mal humor; enfadado; enfurruñado; gruñón; hosco; irritado; malhumorado; rebarbativo; ronco; rudo
labiel	desequilibrado; inconstante; inestable; inseguro; lábil; poco consistente; poco sólido; tambaleante; vacilante; voluble
nukkig	barroco; cambiante; caprichoso; de humor variable; extravagante; imprevisible; incalculable; inconstante; inestable; lastimoso; malhumorado
nurks	de humor variable; imprevisible; incalculable; inconstante; inestable; lastimoso; malhumorado	agrio; chabacano; de mal humor; desabrido; despegado; en tono de mal humor; enfadado; enfurruñado; gruñón; hosco; irritado; malhumorado; rebarbativo; ronco; rudo
onberekenbaar	barroco; cambiante; caprichoso; de humor variable; extravagante; imprevisible; inconstante
onbestendig	cambiante; inconstante; inestable; variable
onstabiel	cambiante; inconstante; inestable; lábil; poco consistente; tambaleante; variable; versátil
onvoorspelbaar	barroco; cambiante; caprichoso; de humor variable; extravagante; imprevisible; inconstante
sikkeneurig	de humor variable; imprevisible; incalculable; inconstante; inestable; lastimoso; malhumorado	desabrido; en tono de mal humor; gruñón; hosco; irritado; malhumorado
variabel	cambiante; inconstante; inestable; vacilante; variable; variado
veranderlijk	cambiante; inconstante; inestable; variable
vlinderachtig	amariposado; inconstante
wispelturig	barroco; cambiante; caprichoso; de humor variable; extravagante; imprevisible; inconstante
wisselvallig	cambiante; inconstante; inestable; variable	cambiante; cuestionable; inestable; sospechoso; variable; variado
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
fladderig	inconstante; levemente; ligeramente
geestelijk onstabiel	desequilibrado; inconstante; inestable; inseguro; lábil; poco consistente; poco sólido; tambaleante; vacilante; voluble
lichtjes	inconstante; levemente; ligeramente; mariposeador
slecht gehumeurd	de humor variable; imprevisible; incalculable; inconstante; inestable; lastimoso; malhumorado	desabrido; en tono de mal humor; gruñón; hosco; irritado; malhumorado
variërend	cambiante; inconstante; inestable; vacilante; variable; variado	cambiante; cuestionable; inestable; sospechoso; variable; variado

Verwante woorden van "inconstante":

inconstantes

Synoniemen voor "inconstante":

giralda; veleta; boya; veleidoso; voluble
liviano; superficial; frívolo
volandero; colgante; inestable; variable; volátil

Wiktionary: inconstante

inconstante

adjective

aan allerlei veranderingen onderhevig
- onbestendig → inconstante; movible
veranderlijk in gedrag en gedachten
- wispelturig → caprichoso; inconstante

Cross Translation:

From	To	Via
• inconstante	→ onregelmatig	↔ erratic — unsteady, random; prone to unexpected changes; not consistent
• inconstante	→ onbetrouwbaar; wispelturig	↔ fickle — quick to change one’s opinion or allegiance

Verwante vertalingen van inconstante

ser inconstante

Remove Ads

Spaanse en Nederlandse zoekresultaten voor: inconstante

Uitgebreide vertaling voor inconstante (Spaans) in het Nederlands

inconstante:

inconstante bijvoeglijk naamwoord

inconstante (imprevisible; caprichoso; barroco; cambiante; de humor variable; extravagante)

inconstante (inestable; variable; cambiante)

inconstante (variable; variado; inestable; cambiante; vacilante)

inconstante (ligeramente; levemente)

inconstante (ligeramente; mariposeador; levemente)

inconstante (cambiante; inestable)

inconstante (lastimoso; malhumorado; inestable; imprevisible; de humor variable; incalculable)

inconstante (amariposado)

inconstante (lábil; inestable; inseguro; tambaleante; poco consistente; voluble; vacilante; desequilibrado; poco sólido)

inconstante (inestable; lábil; tambaleante; variable; versátil; cambiante; poco consistente)

Vertaal Matrix voor inconstante:

Verwante woorden van "inconstante":

Synoniemen voor "inconstante":

Wiktionary: inconstante

Verwante vertalingen van inconstante