Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. rival:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor rival (Spaans) in het Nederlands

rival:

rival [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el rival (competidor; contrincante)
    de concurrent; de mededinger
  2. el rival (competidor)
    de rivaal; wedijveraar
  3. el rival (oponente; enemigo; adversario; )
    de opponent
    • opponent [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. el rival (candidato del contrario; opositor; enemigo; )
    de tegenkandidaat

Vertaal Matrix voor rival:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
concurrent competidor; contrincante; rival competidor
mededinger competidor; contrincante; rival
opponent adversario; antagonista; candidato del contrario; contrincante; enemigo; objetante; oponente; opositor; partido contrario; persona que vota en contra; rival
rivaal competidor; rival
tegenkandidaat adversario; candidato del contrario; enemigo; oponente; opositor; partido contrario; rival
wedijveraar competidor; rival

Verwante woorden van "rival":


Synoniemen voor "rival":


Wiktionary: rival

rival
noun
  1. een mededinger, een persoon of onderneming ...

Cross Translation:
FromToVia
rival mededinger contender — someone who competes

Computer vertaling door derden: