Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. parasol:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. parasol:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor parasol (Spaans) in het Nederlands

parasol:

parasol [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el parasol (marquesina; sombrilla)
    de markies; de parasol; de zonnescherm; de zonwering

Vertaal Matrix voor parasol:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
markies marquesina; parasol; sombrilla
parasol marquesina; parasol; sombrilla
zonnescherm marquesina; parasol; sombrilla
zonwering marquesina; parasol; sombrilla

Verwante woorden van "parasol":


Synoniemen voor "parasol":


Wiktionary: parasol

parasol
noun
  1. zonnescherm
  2. een scherm voor een venster om de zon buiten te sluiten

Cross Translation:
FromToVia
parasol paraplu; regenscherm umbrella — cloth-covered frame used for protection against rain or sun

Verwante vertalingen van parasol



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor parasol (Nederlands) in het Spaans

parasol:

parasol [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de parasol (markies; zonnescherm; zonwering)
    la marquesina; la sombrilla; el parasol

Vertaal Matrix voor parasol:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
marquesina markies; parasol; zonnescherm; zonwering afdekkap; dak; hoed; kap; koepel; lichtkrant; overdekking; overkapping; wachthuisjes
parasol markies; parasol; zonnescherm; zonwering
sombrilla markies; parasol; zonnescherm; zonwering

Verwante woorden van "parasol":


Wiktionary: parasol

parasol
noun
  1. zonnescherm

Cross Translation:
FromToVia
parasol sombrilla; paraguas ombrelle — Petit parasol dont se servent surtout les femmes.