Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. necesidades:
  2. necesidad:
  3. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor necesidades (Spaans) in het Nederlands

necesidades:

necesidades [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la necesidades (confort; comodidad)
    het gerief
    • gerief [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor necesidades:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gerief comodidad; confort; necesidades

Verwante woorden van "necesidades":


Synoniemen voor "necesidades":


Wiktionary: necesidades


Cross Translation:
FromToVia
necesidades behoefte need — something needed

necesidad:

necesidad [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la necesidad
    de behoefte
    • behoefte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. la necesidad
    de noodzaak; elementaire zaak
  3. la necesidad (penuria; déficit; insuficiencia; )
    de schaarste; het gebrek; de schaarsheid; het tekort; de krapte
    • schaarste [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • gebrek [het ~] zelfstandig naamwoord
    • schaarsheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • tekort [het ~] zelfstandig naamwoord
    • krapte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  4. la necesidad (indigencia; miseria; adversidad)
    de behoeftigheid; de nood; de noodwendigheid
  5. la necesidad (necesitado de ayuda; pena; pesadumbre; miseria)
    de hulpbehoevendheid; de nood
  6. la necesidad (carencia; deficiencia; ausencia; escasez; privación)
    het gebrek; het gemis
    • gebrek [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gemis [het ~] zelfstandig naamwoord
  7. la necesidad (ansia; afán; impulso)
    de neiging; de drang; de aandrang; de aandrift; de impuls; de drift
    • neiging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • drang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • aandrang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • aandrift [de ~] zelfstandig naamwoord
    • impuls [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • drift [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor necesidad:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aandrang afán; ansia; impulso; necesidad afán; ambición; aspiración; intento; objetivo
aandrift afán; ansia; impulso; necesidad aficiones; afán; alma; amor; animosidad; apasionamiento; ardor; capacidad laboral; deriva; deseo; empuje; energía; entusiasmo; espíritu; fervor; fuerza; ganas de trabajar; instinto; interés; intuición; pasión
behoefte necesidad
behoeftigheid adversidad; indigencia; miseria; necesidad indigencia; miseria; pobreza
drang afán; ansia; impulso; necesidad afán; ambición; aspiración; intento; objetivo
drift afán; ansia; impulso; necesidad aficiones; afán; amor; apasionamiento; ardor; arrebato; camino acondicionado para guiar al ganado; deriva; deseo; energía; fervor; fuego; ganas; garbo; gusto; impulso; instinto; instinto sexual; pasión; sensualidad
elementaire zaak necesidad
gebrek ausencia; carencia; deficiencia; déficit; escasez; frugalidad; insuficiencia; necesidad; parquedad; penuria; pobreza; privación ausencia; carencia; debilidad; defecto; defecto corporal; deficiencia; desastre; desperfecto; error; fallo; fallo de máquina; falta; falta de peso; hueco; impedimiento; imperfección; indigencia; merma; miseria; pobreza; vacío
gemis ausencia; carencia; deficiencia; escasez; necesidad; privación
hulpbehoevendheid miseria; necesidad; necesitado de ayuda; pena; pesadumbre indigencia; miseria
impuls afán; ansia; impulso; necesidad capricho; estímulo; impulso
krapte carencia; déficit; escasez; frugalidad; insuficiencia; necesidad; parquedad; penuria; pobreza; privación
neiging afán; ansia; impulso; necesidad inclinación; intención; propósito; tendencia
nood adversidad; indigencia; miseria; necesidad; necesitado de ayuda; pena; pesadumbre agonía; avinagrado; azote; bromista; calamidad; crisis; cruces; desastre; desgracia; estado de alarma; estado de alerta; estado de emergencia; inconveniente; pesada; sostenido; suplicio; vejación; vejamen
noodwendigheid adversidad; indigencia; miseria; necesidad
noodzaak necesidad
schaarsheid carencia; déficit; escasez; frugalidad; insuficiencia; necesidad; parquedad; penuria; pobreza; privación
schaarste carencia; déficit; escasez; frugalidad; insuficiencia; necesidad; parquedad; penuria; pobreza; privación escasez
tekort carencia; déficit; escasez; frugalidad; insuficiencia; necesidad; parquedad; penuria; pobreza; privación carencia; debe; defecto; deficiencia; deuda bancaria; débito; déficit; fallo; falta; falta de peso; saldo negativo

Verwante woorden van "necesidad":


Synoniemen voor "necesidad":


Wiktionary: necesidad

necesidad
noun
  1. behoefte aan iets hebben

Cross Translation:
FromToVia
necesidad behoefte need — something needed
necesidad behoefte Bedürfnisallgemein: der Wunsch oder das Verlangen nach etwas
necesidad noodzaak Notwendigkeit — eine unvermeidliche Handlung oder Unterlassung, Entscheidung beziehungsweise Gegenstand
necesidad nood; noodzaak nécessitécaractère de ce qui est absolument obligatoire, indispensable, de ce dont on ne peut se passer.

Computer vertaling door derden: