Complicar: vertaling Spaans

Remove Ads

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

complicar:
- bemoeilijken; moeilijker maken; zwaarder maken; hinderen; tegenwerken; moeilijk maken; lastig maken; verwikkelen
Wiktionary:
- complicar → compliceren
- complicar → compliceren, ingewikkeld maken

Spaans

Uitgebreide vertaling voor complicar (Spaans) in het Nederlands

complicar:

complicar werkwoord

complicar (dificultar; complicarse más; estorbar; obstruir; hacer más pesado; hacer más difícil)
bemoeilijken; moeilijker maken; zwaarder maken
- bemoeilijken werkwoord (bemoeilijk, bemoeilijkt, bemoeilijkte, bemoeilijkten, bemoeilijkt)
- moeilijker maken werkwoord (maak moeilijker, maakt moeilijker, maakte moeilijker, maakten moeilijker, moeilijker gemaakt)
- zwaarder maken werkwoord
complicar (complicarse)
hinderen; tegenwerken; moeilijk maken
- hinderen werkwoord (hinder, hindert, hinderde, hinderden, gehinderd)
- tegenwerken werkwoord (werk tegen, werkt tegen, werkte tegen, werkten tegen, tegengewerkt)
- moeilijk maken werkwoord (maak moeilijk, maakt moeilijk, maakte moeilijk, maakten moeilijk, moeilijk gemaakt)
complicar (dificultar)
lastig maken
- lastig maken werkwoord (maak lastig, maakt lastig, maakte lastig, maakten lastig, lastig gemaakt)
complicar (involucrar; enredar)
verwikkelen
- verwikkelen werkwoord (verwikkel, verwikkelt, verwikkelde, verwikkelden, verwikkeld)

Conjugations for complicar:

presente

complico
complicas
complica
complicamos
complicáis
complican

imperfecto

complicaba
complicabas
complicaba
complicábamos
complicabais
complicaban

indefinido

compliqué
complicaste
complicó
complicamos
complicasteis
complicaron

fut. de ind.

complicaré
complicarás
complicará
complicaremos
complicaréis
complicarán

condic.

complicaría
complicarías
complicaría
complicaríamos
complicaríais
complicarían

pres. de subj.

que complique
que compliques
que complique
que compliquemos
que compliquéis
que compliquen

imp. de subj.

que complicara
que complicaras
que complicara
que complicáramos
que complicarais
que complicaran

miscelánea

¡complica!
¡complicad!
¡no compliques!
¡no compliquéis!
complicado
complicando

1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor complicar:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bemoeilijken	complicar; complicarse más; dificultar; estorbar; hacer más difícil; hacer más pesado; obstruir
hinderen	complicar; complicarse	desbaratar; dificultar; estorbar; frustrar; impedir; importunar
lastig maken	complicar; dificultar
moeilijk maken	complicar; complicarse	atrapar; complicarse; enredar; envolver; involucrar
moeilijker maken	complicar; complicarse más; dificultar; estorbar; hacer más difícil; hacer más pesado; obstruir
tegenwerken	complicar; complicarse	contrariar; contrarrestar; dificultar; estorbar; hacer la contra; llevar la contraria; malograr; obstaculizar; parar
verwikkelen	complicar; enredar; involucrar
zwaarder maken	complicar; complicarse más; dificultar; estorbar; hacer más difícil; hacer más pesado; obstruir	agraviar; aumentar; aumentar la carga; hacer más pesado; reforzar
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
verwikkelen		envolver

Synoniemen voor "complicar":

alambicar; quintaesenciar; sutilizar; refinar; pulir; matizar
barajar; revolver; entremezclar; mezclar; alzar; encartar; confundir; embrollar; liar; enredar; enmarañar; embarullar
embarcar; comprometer; arriesgar; exponer; aventurar; envolver; implicar; meter en un lío
enrevesar; tergiversar
burlar; desconcertar; engañar; engatusar; rebujar; trastornar

Wiktionary: complicar

complicar

verb

(nodeloos) ingewikkeld maken
- compliceren → complicar

Cross Translation:

From	To	Via
• complicar	→ compliceren	↔ complicate — to combine intricately
• complicar	→ compliceren; ingewikkeld maken	↔ compliquer — Rendre confus ou difficile à comprendre.

Computer vertaling door derden: