Overzicht
Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...
- aptitud:
-
Wiktionary:
- aptitud → aanleg, competentie, bekwaamheid, kundigheid, gesteldheid, wilsbeschikking
Spaans
Uitgebreide vertaling voor aptitud (Spaans) in het Nederlands
aptitud:
-
la aptitud (destreza; experiencia; presteza)
-
la aptitud (capacidad; competencia; potencia)
-
la aptitud (conveniencia; capacidad)
de geschiktheid -
la aptitud (agilidad; arte; artes; comodidad; manija; presteza; truco; ciencia; pericia)
-
la aptitud
de vaardigheid
Vertaal Matrix voor aptitud:
Verwante woorden van "aptitud":
Synoniemen voor "aptitud":
Wiktionary: aptitud
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• aptitud | → aanleg | ↔ aptitude — natural ability to acquire knowledge or skill |
• aptitud | → competentie | ↔ proficiency — ability or skill |
• aptitud | → bekwaamheid; kundigheid; aanleg; gesteldheid; wilsbeschikking | ↔ aptitude — Capacité, compétence, disposition naturelle à faire quelque chose. |
Computer vertaling door derden: