Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Zoek: laña

Spaanse en Nederlandse zoekresultaten voor: laña

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

lana:
- wol; vacht; pels; bont; laken; wollen weefsel
lañar:
- krammen; met een kram vastmaken; spannen; opspannen
Wiktionary:
- laña → haakje, nietje, klamp, kramp
- lana → poen, geld, wol

Spaans

Uitgebreide vertaling voor laña (Spaans) in het Nederlands

lana:

lana [la ~] zelfstandig naamwoord

la lana
de wol
- wol [de ~] zelfstandig naamwoord
la lana (pelo; piel; pelaje)
de vacht; de pels; het bont
- vacht [de ~] zelfstandig naamwoord
- pels [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- bont [het ~] zelfstandig naamwoord
la lana (ropa blanca)
het laken; wollen weefsel
- laken [het ~] zelfstandig naamwoord
- wollen weefsel [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor lana:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bont	lana; pelaje; pelo; piel
laken	lana; ropa blanca	armario para la ropa blanca; lino; mantel; mortaja; ropa blanca; ropa de cama; sábana; sábanas; tela
pels	lana; pelaje; pelo; piel	cuello de piel; piel; piel de cordero
vacht	lana; pelaje; pelo; piel
wol	lana
wollen weefsel	lana; ropa blanca
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
laken		amanecer; amonestar; arrebatar; borrar; clarear; condenar; culpar; desacreditar; echar en cara; eliminar; enjugar; hacer ver; iluminarse; librarse de; notar; reconvenir; recriminar; reprender; reprochar; sacar
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bont		abigarrado; de muchos colores; de tonos vivos; llamativo; lleno de color; vistoso

Verwante woorden van "lana":

lanas

Synoniemen voor "lana":

vellón; borra; pelo; hebra; mechón; pelusa; guata; rizo; tirabuzón

Wiktionary: lana

Cross Translation:

From	To	Via
• lana	→ poen	↔ bread — slang: money
• lana	→ geld	↔ money — means of exchange and measure of value
• lana	→ wol	↔ wool — hair of sheep, etc.
• lana	→ wol	↔ wool — cloth or yarn
• lana	→ wol	↔ Wolle — aus Tierhaaren gewonnenes Produkt für die Herstellung von Garn
• lana	→ wol	↔ laine — poil long, assez fin et doux, qui croître sur la peau des moutons et de quelques autres mammifères herbivores comme les lapins angora, les chèvres mohair ou cachemire et les lamas.
• lana	→ poen	↔ pognon — populaire\|fr argent, monnaie.

laña:

Synoniemen voor "laña":

gancho; grapa; ganzúa; garfio
gafa; enganche

Wiktionary: laña

Cross Translation:

From	To	Via
• laña	→ haakje; nietje; klamp; kramp	↔ parenthèse — incise dans la phrase

lañar:

lañar werkwoord

lañar (enganchar)
krammen; met een kram vastmaken
- krammen werkwoord (kram, kramt, kramde, kramden, gekramd)
- met een kram vastmaken werkwoord
lañar (estirar; alargar; tensar; tirar; ceder; contraer; armar; engrapar)
spannen; opspannen
- spannen werkwoord (span, spant, spande, spanden, gespannen)
- opspannen werkwoord (span op, spant op, spande op, spanden op, opgespannen)

Conjugations for lañar:

presente

laño
lañas
laña
lañamos
lañáis
lañan

imperfecto

lañaba
lañabas
lañaba
lañábamos
lañabais
lañaban

indefinido

lañé
lañaste
lañó
lañamos
lañasteis
lañaron

fut. de ind.

lañaré
lañarás
lañará
lañaremos
lañaréis
lañarán

condic.

lañaría
lañarías
lañaría
lañaríamos
lañaríais
lañarían

pres. de subj.

que lañe
que lañes
que lañe
que lañemos
que lañéis
que lañen

imp. de subj.

que lañara
que lañaras
que lañara
que lañáramos
que lañarais
que lañaran

miscelánea

¡laña!
¡lañad!
¡no lañes!
¡no lañéis!
lañado
lañando

1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor lañar:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
spannen		parejas; yuntas
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
krammen	enganchar; lañar
met een kram vastmaken	enganchar; lañar
opspannen	alargar; armar; ceder; contraer; engrapar; estirar; lañar; tensar; tirar
spannen	alargar; armar; ceder; contraer; engrapar; estirar; lañar; tensar; tirar

Verwante vertalingen van laña