Overzicht
Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...
- gordo:
- Wiktionary:
-
Gebruikers suggesties voor gordo:
- dikke
Spaans
Uitgebreide vertaling voor gordo (Spaans) in het Nederlands
gordo:
-
gordo (corpulento; masivo; puesto; graso; espeso; hinchado; grasiento; penoso; grave; negrilla; extenso; obeso; voluminoso; grueso; reducido; entrado; sólido; movido; fértil; lucrativo; rollizo; llenito; entrado en carnes; pesado; importante; severo; repleto; gravemente)
zwaarlijvig; dik; corpulent; lijvig; gezet-
zwaarlijvig bijvoeglijk naamwoord
-
dik bijvoeglijk naamwoord
-
corpulent bijvoeglijk naamwoord
-
lijvig bijvoeglijk naamwoord
-
gezet bijvoeglijk naamwoord
-
-
gordo (abultado; voluminoso; grueso; espeso; corpulento)
dik; lijvig; vet; zwaar van lijf-
dik bijvoeglijk naamwoord
-
lijvig bijvoeglijk naamwoord
-
vet bijvoeglijk naamwoord
-
zwaar van lijf bijvoeglijk naamwoord
-
-
gordo (grasiento; grueso; espeso)
-
gordo (cerrado; espeso; cercano; estancado; denso; además; encima; ancho; grueso; hinchado; corpulento; cerrado con llave)
gesloten; dicht; afgesloten; toe-
gesloten bijvoeglijk naamwoord
-
dicht bijvoeglijk naamwoord
-
afgesloten bijvoeglijk naamwoord
-
toe bijwoord
-
-
gordo (grueso)
-
gordo (corpulento; de peso; ancho; pesado; grasiento; voluminoso)
-
el gordo
-
el gordo (gordiflón; cagueta; cagajón)
-
el gordo (barrigón; gordinflón; barrigona; gordiflón; gordinflona)
-
el gordo (premio mayor; premio)
Vertaal Matrix voor gordo:
Verwante woorden van "gordo":
Synoniemen voor "gordo":
Wiktionary: gordo
gordo
Cross Translation:
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• gordo | → dik; vet; volslank; corpulent; gezet | ↔ fat — carrying a larger than normal amount of fat on one's body |
• gordo | → jackpot | ↔ jackpot — large cash prize |
• gordo | → rond | ↔ rund — höflich: mit zu viel Körperfülle gesegnet |
• gordo | → dik; lijvig | ↔ gros — Qui a beaucoup de circonférence ou de volume. |