Spaans

Uitgebreide vertaling voor bote (Spaans) in het Nederlands

bote:

bote [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el bote (barco; vapor; barca; )
    de boot; het schip
    – voertuig waarmee je vaart 1
    • boot [de ~] zelfstandig naamwoord
      • we zijn met een boot over de rivier gevaren1
    • schip [het ~] zelfstandig naamwoord
      • het schip legde aan in de haven1
    de vaartuig; de schuit; het scheepje; het stoomschip; het schuitje
  2. el bote (puesta; plato; banca)
    de poule; de inzet; de pot; het speelgeld
    • poule [de ~] zelfstandig naamwoord
    • inzet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • pot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • speelgeld [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. el bote (buzón)
    de blik; de bus; het blikje; opbergblik; de trommel
    • blik [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • bus [de ~] zelfstandig naamwoord
    • blikje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • opbergblik [znw.] zelfstandig naamwoord
    • trommel [de ~] zelfstandig naamwoord
  4. el bote (tambor; caja)
    de trommel; de trom
    • trommel [de ~] zelfstandig naamwoord
    • trom [de ~] zelfstandig naamwoord
  5. el bote (lata de conservas; lata; tamboril)
    het blikje; het busje
    • blikje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • busje [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bote:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blik bote; buzón gesto; hoja de lata; lata; metal; ojeada; pala; vistazo
blikje bote; buzón; lata; lata de conservas; tamboril
boot barca; barcaza; barco; barquito; bote; buque; embarcación; góndola; lancha; lanchón; nave; naveta; navícula; navío; vapor buque
bus bote; buzón autobús; autocar; bus; coche de viaje
busje bote; lata; lata de conservas; tamboril
inzet banca; bote; plato; puesta abertura; aplicación; apuesta; comienzo; dedicación; devoción; empleo; fin; gol; inicio; intencion; meta; objetivo; principio; uso; utilización
opbergblik bote; buzón
pot banca; bote; plato; puesta balde; barreño; barril; bañera; cacerola; carrera; combate; competición; cubo; cubo para bañarse; encuentro; lesbiana; match; olla; partido; pila; puchero; tonel; tonelada; tortillera
poule banca; bote; plato; puesta
scheepje barca; barcaza; barco; barquito; bote; buque; embarcación; góndola; lancha; lanchón; nave; naveta; navícula; navío; vapor
schip barca; barcaza; barco; barquito; bote; buque; embarcación; góndola; lancha; lanchón; nave; naveta; navícula; navío; vapor
schuit barca; barcaza; barco; barquito; bote; buque; embarcación; góndola; lancha; lanchón; nave; naveta; navícula; navío; vapor
schuitje barca; barcaza; barco; barquito; bote; buque; embarcación; góndola; lancha; lanchón; nave; naveta; navícula; navío; vapor
speelgeld banca; bote; plato; puesta
stoomschip barca; barcaza; barco; barquito; bote; buque; embarcación; góndola; lancha; lanchón; nave; naveta; navícula; navío; vapor barco de vapor
trom bote; caja; tambor
trommel bote; buzón; caja; tambor
vaartuig barca; barcaza; barco; barquito; bote; buque; embarcación; góndola; lancha; lanchón; nave; naveta; navícula; navío; vapor

Verwante woorden van "bote":


Synoniemen voor "bote":


Wiktionary: bote

bote
noun
  1. een klein scheepstype dat op het dek van een groter schip wordt meegevoerd

Cross Translation:
FromToVia
bote vuilnisbak; afvalbak bin — container for rubbish
bote schip; boot boat — water craft
bote jackpot jackpot — accumulating money prize pool
bote blik BüchseBehälter, meist aus Blech
bote bootje; bark barque — Petit bateau.
bote boot; schip; vaartuig; schuit bateau — Ouvrage flottant destiné à la navigation
bote herrijzenis; verrijzenis sursautmouvement brusque occasionner par quelque sensation subite et violente.

Verwante vertalingen van bote