Bono: vertaling Spaans

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

bono:
- waardebon; tegoedbon; boete; bekeuring; bon; coupon; ontvangstbewijs; reçu
Wiktionary:
- bono → creditnota

Spaans

Uitgebreide vertaling voor bono (Spaans) in het Nederlands

el bono
de waardebon; de tegoedbon
- waardebon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- tegoedbon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
el bono (multa; recibo; penitencia; banco; boleto; placa; cupón; estampa; retal)
de boete; de bekeuring; de bon
- boete [de ~] zelfstandig naamwoord
- bekeuring [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- bon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
el bono (boleto; tarjeta de descuento; cupón; vale; comprobante)
de bon; de coupon
- bon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- coupon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
el bono (boleto; resguardo de entrega; recibo; recibimiento; albarán; recepción; comprobante; quitanza; vale; ingreso; marca; multa; acogida; entradas; recaudación; resguardo; liberación; cupón; carta de pago; vale de caja; boleta de caja)
het ontvangstbewijs; het reçu
- ontvangstbewijs [het ~] zelfstandig naamwoord
- reçu [het ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bekeuring	banco; boleto; bono; cupón; estampa; multa; penitencia; placa; recibo; retal
boete	banco; boleto; bono; cupón; estampa; multa; penitencia; placa; recibo; retal	carcelería; encarcelamiento; multa; multa en metálico; pena de prisión; pena pecuniaria; penitencia; prisión; sanción
bon	banco; boleto; bono; comprobante; cupón; estampa; multa; penitencia; placa; recibo; retal; tarjeta de descuento; vale	boleto; comprobante; cupón; resguardo de ingreso; vale
coupon	boleto; bono; comprobante; cupón; tarjeta de descuento; vale
ontvangstbewijs	acogida; albarán; boleta de caja; boleto; bono; carta de pago; comprobante; cupón; entradas; ingreso; liberación; marca; multa; quitanza; recaudación; recepción; recibimiento; recibo; resguardo; resguardo de entrega; vale; vale de caja
reçu	acogida; albarán; boleta de caja; boleto; bono; carta de pago; comprobante; cupón; entradas; ingreso; liberación; marca; multa; quitanza; recaudación; recepción; recibimiento; recibo; resguardo; resguardo de entrega; vale; vale de caja	boleta de caja; boleto; comprobante; cupón; recibo; resguardo de ingreso; vale; vale de caja
tegoedbon	bono
waardebon	bono

Cross Translation:

From	To	Via
• bono	→ creditnota	↔ Gutschrift — das Dokument einer Gutschrift