Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Zoek: activos

Spaanse en Nederlandse zoekresultaten voor: activos

Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. activo:
  2. Wiktionary:

Spaans

Uitgebreide vertaling voor activos (Spaans) in het Nederlands

activo:

activo bijvoeglijk naamwoord

  1. activo (laborioso)
    actief; bedrijvig; werkzaam; arbeidend; arbeidzaam; werkend; bezig
  2. activo (trabajador; animado; industrioso)
    actief; bedrijvig; bezig; druk
  3. activo (ocupado; despierto; alegre; )
    bezet; druk; drukbezet
  4. activo (industrioso; trabajador; hacendoso; diligente)
    actief; bedrijvig; bezig; nijver
  5. activo (ágil; dinámico; vital; )
    dynamisch; actief; energiek; beweeglijk; levendig
  6. activo (agitado; excitado; vivo; )
    geagiteerd; levendig; verhit
  7. activo (efectivo; fuerte; eficaz; )
    krachtig; met een krachtige uitwerking
  8. activo
    actief
    • actief bijvoeglijk naamwoord

activo [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el activo (forma activa)
    het activum; bedrijvende vorm; actieve vorm
  2. el activo (bien)
    de activa
    • activa [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. el activo
    het activum
    • activum [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor activo:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
actieve vorm activo; forma activa
activa activo; bien dinero ahorrado; saldo a favor; saldo positivo
activum activo; forma activa
bedrijvende vorm activo; forma activa
druk cargamento; compresión; edición; gravamen; peso; presión
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
actief activo; animado; diligente; dinámico; enérgico; hacendoso; industrioso; laborioso; móvil; trabajador; vital; vivo; ágil
arbeidzaam activo; laborioso trabajador
bedrijvig activo; animado; diligente; hacendoso; industrioso; laborioso; trabajador
beweeglijk activo; animado; dinámico; enérgico; móvil; vital; vivo; ágil
bezet activo; agitado; alegre; animado; ardiente; atareado; de buen humor; despierto; festivo; frecuente; intenso; ocupado; prolífero; recargado; vigoroso; vivo no disponible; ocupado
bezig activo; animado; diligente; hacendoso; industrioso; laborioso; trabajador
druk activo; agitado; alegre; animado; ardiente; atareado; de buen humor; despierto; festivo; frecuente; industrioso; intenso; ocupado; prolífero; recargado; trabajador; vigoroso; vivo animado
drukbezet activo; agitado; alegre; animado; ardiente; atareado; de buen humor; despierto; festivo; frecuente; intenso; ocupado; prolífero; recargado; vigoroso; vivo
dynamisch activo; animado; dinámico; enérgico; móvil; vital; vivo; ágil ahincado; dinámico; eficaz; emprendedor; enérgico; vigoroso; vital
energiek activo; animado; dinámico; enérgico; móvil; vital; vivo; ágil ahincado; animado; correoso; dinámico; eficaz; emprendedor; enérgico; vigoroso; vital
geagiteerd acalorado; activo; agitadamente; agitado; alegre; animado; ardiente; caliente; despierto; excitado; nervioso; vivo
krachtig activo; diligente; efectivo; eficaz; enérgico; fornido; fortachón; fuerte; laborioso; musculoso; muy fuerte; potente; robusto; vigoroso; vital apropiado; correoso; decididamente; decidido; drástico; efectivo; eficaz; eficiente; enérgicamente; enérgico; explícito; firme; fisicamente fuerte; fuerte; intrépido; muy fuerte; potente; resuelto; robusto; vigoroso; violento
levendig acalorado; activo; agitadamente; agitado; alegre; animado; ardiente; caliente; despierto; dinámico; enérgico; excitado; móvil; nervioso; vital; vivo; ágil alegre; animado; de buen humor; entusiasta; enérgico; optimista
nijver activo; diligente; hacendoso; industrioso; trabajador
verhit acalorado; activo; agitadamente; agitado; alegre; animado; ardiente; caliente; despierto; excitado; nervioso; vivo acalorado; ardiente; caldeado; con fiebre; de sangre caliente; febril; ferviente; fogoso; iracundo
werkend activo; laborioso
werkzaam activo; laborioso
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arbeidend activo; laborioso
met een krachtige uitwerking activo; diligente; efectivo; eficaz; enérgico; fornido; fortachón; fuerte; laborioso; musculoso; muy fuerte; potente; robusto; vigoroso; vital

Verwante woorden van "activo":

  • activa, activas, activos

Synoniemen voor "activo":


Wiktionary: activo

activo
adjective
  1. met iets bezig zijnde
  2. tot hard werken geneigd
noun
  1. ontvangen geld
Cross Translation:
FromToVia
• activo → activa ↔ asset — something or someone of any value
• activo → bezig ↔ rührig — geschäftig, von Unternehmergeist besessen
• activo → bezig ↔ tätig — handelnd, etwas Praktisches tuend
• activo → druk; levendig; kras; kwiek; opgewekt; rap; tierig; vief; wakker; actief; bedrijvend; werkdadig; werkend; werkzaam; bedrijvig ↔ actif — Qui agir ou qui a la vertu d’agir.
• activo → actief; bedrijvend; werkdadig; werkend; werkzaam; bedrijvig ↔ agissant — Qui agir, qui se donner beaucoup de mouvement.
• activo → actief; bedrijvend; werkdadig; werkend; werkzaam; bedrijvig; effectief; werkelijk; daadwerkelijk ↔ effectif — Qui est réellement et de fait, qui produit un résultat réel.
• activo → actief; bedrijvend; werkdadig; werkend; werkzaam; bedrijvig; drastisch ↔ énergique — Qui a de l’énergie.


Wiktionary: activos

activos
noun
  1. het geld dat voor iets ontvangen is of ontvangen moet worden







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0983 seconde
Page rendered in 1.0 seconds