Overzicht
Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...
- aceptar:
-
Wiktionary:
- aceptar → aanvaarden, accepteren, ontvangen
- aceptar → aanvaarden, accepteren, ontvangen, aannemen, aksepteren, akcepteren, als zoon aannemen, kiezen, uitkiezen, uitlezen, uitpikken, verkiezen, uitzoeken, adopteren, zich eigen maken
Spaans
Uitgebreide vertaling voor aceptar (Spaans) in het Nederlands
aceptar:
-
aceptar (acotar; recibir)
-
aceptar (recibir; evitar; embolsar; huir; escapar; huir de; escaparse; embolsarse; escapar de; huirse de)
ontvangen; krijgen; in ontvangst nemen; opstrijken-
in ontvangst nemen werkwoord (neem in ontvangst, neemt in ontvangst, nam in ontvangst, namen in ontvangst, in ontvangst genomen)
-
aceptar (recibir)
ontvangen; accepteren; aannemen; aanvaarden; in ontvangst nemen-
in ontvangst nemen werkwoord (neem in ontvangst, neemt in ontvangst, nam in ontvangst, namen in ontvangst, in ontvangst genomen)
-
aceptar (consentir; aprobar; admitir)
-
aceptar (adoptar)
-
aceptar (acceder a; otorgar; admitir; cumplir con)
-
aceptar (permitir; tolerar)
accepteren; aanvaarden; voor lief nemen; zich laten gevallen-
voor lief nemen werkwoord
-
zich laten gevallen werkwoord
-
aceptar
Conjugations for aceptar:
presente
- acepto
- aceptas
- acepta
- aceptamos
- aceptáis
- aceptan
imperfecto
- aceptaba
- aceptabas
- aceptaba
- aceptábamos
- aceptabais
- aceptaban
indefinido
- acepté
- aceptaste
- aceptó
- aceptamos
- aceptasteis
- aceptaron
fut. de ind.
- aceptaré
- aceptarás
- aceptará
- aceptaremos
- aceptaréis
- aceptarán
condic.
- aceptaría
- aceptarías
- aceptaría
- aceptaríamos
- aceptaríais
- aceptarían
pres. de subj.
- que acepte
- que aceptes
- que acepte
- que aceptemos
- que aceptéis
- que acepten
imp. de subj.
- que aceptara
- que aceptaras
- que aceptara
- que aceptáramos
- que aceptarais
- que aceptaran
miscelánea
- ¡acepta!
- ¡aceptad!
- ¡no aceptes!
- ¡no aceptéis!
- aceptado
- aceptando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes
Vertaal Matrix voor aceptar:
Synoniemen voor "aceptar":
Wiktionary: aceptar
aceptar
Cross Translation:
verb
-
in bezit ontvangen
-
aanvaarden
-
aannemen, graag ontvangen
-
het verkrijgen van zaken zoals loon en berichten
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• aceptar | → aanvaarden; accepteren | ↔ accept — to receive with consent |
• aceptar | → accepteren; aanvaarden | ↔ accept — to agree to |
• aceptar | → ontvangen; aannemen | ↔ accept — to receive officially |
• aceptar | → aksepteren; aanvaarden | ↔ akzeptieren — sich mit etwas einverstanden erklären |
• aceptar | → aanvaarden; akcepteren | ↔ annehmen — einen Vorschlag oder ein Angebot: akzeptieren |
• aceptar | → aanvaarden; aannemen; ontvangen; accepteren | ↔ accepter — Traductions à trier suivant le sens |
• aceptar | → aannemen; accepteren; ontvangen; als zoon aannemen; kiezen; uitkiezen; uitlezen; uitpikken; verkiezen; uitzoeken; adopteren; zich eigen maken | ↔ adopter — choisir quelqu’un pour fils ou pour fille et lui en donner les droits civils en remplir certaines conditions prescrire par la loi. |
• aceptar | → accepteren; aannemen; ontvangen | ↔ agréer — Prendre à gré ; recevoir favorablement. |