Nombramiento: vertaling Spaans

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

nombramiento:
- nominatie; voordracht; tewerkstelling; werkverschaffing; taakverschaffing; installatie; aanstelling; benoeming; officiersaanstelling
Wiktionary:
- nombramiento → aanstelling, benoeming
- nombramiento → aanstelling, benoeming, beroep

Spaans

Uitgebreide vertaling voor nombramiento (Spaans) in het Nederlands

el nombramiento (nominación; contratación; candidatura)
de nominatie; de voordracht
- nominatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- voordracht [de ~] zelfstandig naamwoord
el nombramiento (colocación en un empleo; contratación; mediación de trabajo; designación; provisión de empleo)
de tewerkstelling; de werkverschaffing; taakverschaffing
- tewerkstelling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- werkverschaffing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- taakverschaffing [znw.] zelfstandig naamwoord
el nombramiento (designación; instalación; colocación)
de installatie; de aanstelling; de benoeming
- installatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- aanstelling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- benoeming [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
el nombramiento (nombramiento de oficial; contratación)
officiersaanstelling
- officiersaanstelling [znw.] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aanstelling	colocación; designación; instalación; nombramiento
benoeming	colocación; designación; instalación; nombramiento	denominación
installatie	colocación; designación; instalación; nombramiento	configuración; instalación
nominatie	candidatura; contratación; nombramiento; nominación
officiersaanstelling	contratación; nombramiento; nombramiento de oficial
taakverschaffing	colocación en un empleo; contratación; designación; mediación de trabajo; nombramiento; provisión de empleo
tewerkstelling	colocación en un empleo; contratación; designación; mediación de trabajo; nombramiento; provisión de empleo
voordracht	candidatura; contratación; nombramiento; nominación	conferencia; declamación; dicción; discurso; disertación; ejecución; encabezamiento; habla; modo de hablar; recital; terna
werkverschaffing	colocación en un empleo; contratación; designación; mediación de trabajo; nombramiento; provisión de empleo

nombramiento

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• nombramiento	→ aanstelling	↔ appointment — act of appointing; designation of a person to hold an office
• nombramiento	→ benoeming; beroep	↔ Berufung — Ernennung in ein öffentliches Amt von Kirche oder Staat (Höchstrichter, Priester, Universitätsprofessor usw.) oder Anstellung eines Künstlers (Dirigent, Theaterdirektor, Schauspieler, Musiker usw.)