Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. matraca:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor matraca (Spaans) in het Nederlands

matraca:

matraca [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la matraca (machaconería; follón; rollo; jaleo)
    het gezeur; het gedram; het gezanik
    • gezeur [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gedram [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gezanik [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. la matraca (dimes y diretes; peso; rollo; )
    het geharrewar

Vertaal Matrix voor matraca:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gedram follón; jaleo; machaconería; matraca; rollo
geharrewar agitación; alboroto; carga; cargamento; complicaciones; conmoción; contienda; dificultad; dificultades; dimes y diretes; dimes y dirés; discusión; disgustos; disturbios; enredo; estorbo; follón; imputación; jaleo; lamentos; lío; líos; machaconería; matraca; molestia; peleas; pelotera; peso; problemas; quejas; riña; riñas; rollo; tiquismiquis; trajín; trifulca; tropiezo; tumulto
gezanik follón; jaleo; machaconería; matraca; rollo desastre; desgracia; follones; follón; fárrago; miseria; problemas; tabarra
gezeur follón; jaleo; machaconería; matraca; rollo chapucerías; chapuzas; desastre; desgracia; enredos; follones; follón; fárrago; lamentaciones; majadería; miseria; porquerías; problemas; quejas; tabarra

Synoniemen voor "matraca":


Wiktionary: matraca


Cross Translation:
FromToVia
matraca smeergeld; steekpenning bribe — inducement to dishonesty
matraca pal pawl — pawl
matraca ratel bartelle — Crécelle à moulinet