Spaans

Uitgebreide vertaling voor anciano (Spaans) in het Nederlands

anciano:

anciano bijvoeglijk naamwoord

  1. anciano
    oud; bejaard
    • oud bijvoeglijk naamwoord
    • bejaard bijvoeglijk naamwoord
  2. anciano (viejo; sénior; de edad avanzada)
    bejaard; ouwelijk
  3. anciano (mayor)
    oudere
    • oudere bijvoeglijk naamwoord
  4. anciano (reviejo; muy viejo)
    zeer oud; hoogbejaard; stokoud

anciano [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el anciano (viejo)
    de ouwe; de bejaarde
    • ouwe [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • bejaarde [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. el anciano (viejo)
    de grijsaard; de grijskop
    • grijsaard [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • grijskop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. el anciano (consejero parroquial; tutela de la iglesia; tutela eclesiástica; tutela religiosa)
    de ouderling
  4. el anciano (persona de la tercera edad; persona de edad avanzada)
    de AOWer; 65-plusser; de oudere
    • AOWer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • 65-plusser [znw.] zelfstandig naamwoord
    • oudere [de ~] zelfstandig naamwoord
  5. el anciano (jubilado; pensionista; retirado; anciana)
    de gepensioneerde; de vijfenzestigplusser; de AOWer

Vertaal Matrix voor anciano:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
65-plusser anciano; persona de edad avanzada; persona de la tercera edad
AOWer anciana; anciano; jubilado; pensionista; persona de edad avanzada; persona de la tercera edad; retirado
bejaarde anciano; viejo tercera edad
gepensioneerde anciana; anciano; jubilado; pensionista; retirado persona jubilada
grijsaard anciano; viejo
grijskop anciano; viejo
oudere anciano; persona de edad avanzada; persona de la tercera edad
ouderling anciano; consejero parroquial; tutela de la iglesia; tutela eclesiástica; tutela religiosa
ouwe anciano; viejo
vijfenzestigplusser anciana; anciano; jubilado; pensionista; retirado
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bejaard anciano; de edad avanzada; sénior; viejo
hoogbejaard anciano; muy viejo; reviejo
oud anciano a la antigua; anticuado; antiguo; antiquísimo; chapado a la antigua; desahumado; desgastado; gastado; picado; refrito; soso; viejo; viejísimo
ouwelijk anciano; de edad avanzada; sénior; viejo
stokoud anciano; muy viejo; reviejo
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
oudere anciano; mayor
zeer oud anciano; muy viejo; reviejo

Verwante woorden van "anciano":


Synoniemen voor "anciano":


Wiktionary: anciano

anciano
adjective
  1. op een voortgeschreden leeftijd
  2. oud mens, dier
noun
  1. oude man

Cross Translation:
FromToVia
anciano ouder elder — greater than another in age or seniority
anciano bejaard elderly — old
anciano oud old — of a living being: having lived for relatively many years
anciano bejaard betagt — geh.|: in vorgerücktem Alter
anciano oudheid ancien — Qui exister depuis très longtemps.
anciano aloud; antiek; ouderwets antiqueexister dans l’antiquité.
anciano bejaard; oud; vergevorderd; aftands; bouwvallig; gammel; uitgeleefd; uitgewoond; wrak vieux — D’un certain âge (relatif à un autre).