Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Zoek: allanar

Spaanse en Nederlandse zoekresultaten voor: allanar

Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. allanar:
  2. Wiktionary:

Spaans

Uitgebreide vertaling voor allanar (Spaans) in het Nederlands

allanar:

allanar [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el allanar
    afvlakken
  2. el allanar
    vlak maken

allanar werkwoord

  1. allanar (alisar; planchar; pulir; )
    egaliseren; gelijkmaken; effenen; gladmaken
    • egaliseren werkwoord (egaliseer, egaliseert, egaliseerde, egaliseerden, geëgaliseerd)
    • gelijkmaken werkwoord (maak gelijk, maakt gelijk, maakte gelijk, maakten gelijk, gelijk gemaakt)
    • effenen werkwoord (effen, effent, effende, effenden, geëffend)
    • gladmaken werkwoord (maak glad, maakt glad, maakte glad, maakten glad, gladgemaakt)
  2. allanar (aplastar; aplanar)
    effenen; platmaken; afplatten
    • effenen werkwoord (effen, effent, effende, effenden, geëffend)
    • platmaken werkwoord (maak plat, maakt plat, maakte plat, maakten plat, plat gemaakt)
    • afplatten werkwoord (plat af, platte af, platten af, afgeplat)

Conjugations for allanar:

presente
  1. allano
  2. allanas
  3. allana
  4. allanamos
  5. allanáis
  6. allanan
imperfecto
  1. allanaba
  2. allanabas
  3. allanaba
  4. allanábamos
  5. allanabais
  6. allanaban
indefinido
  1. allané
  2. allanaste
  3. allanó
  4. allanamos
  5. allanasteis
  6. allanaron
fut. de ind.
  1. allanaré
  2. allanarás
  3. allanará
  4. allanaremos
  5. allanaréis
  6. allanarán
condic.
  1. allanaría
  2. allanarías
  3. allanaría
  4. allanaríamos
  5. allanaríais
  6. allanarían
pres. de subj.
  1. que allane
  2. que allanes
  3. que allane
  4. que allanemos
  5. que allanéis
  6. que allanen
imp. de subj.
  1. que allanara
  2. que allanaras
  3. que allanara
  4. que allanáramos
  5. que allanarais
  6. que allanaran
miscelánea
  1. ¡allana!
  2. ¡allanad!
  3. ¡no allanes!
  4. ¡no allanéis!
  5. allanado
  6. allanando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor allanar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afvlakken allanar
gelijkmaken asimilación; igualación; nivelación
vlak maken allanar
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afplatten allanar; aplanar; aplastar
effenen alisar; allanar; aplanar; aplastar; entretelar; hacer resplandecer; igualar; nivelar; perfeccionar; planchar; pulir; refinar; relucir; resplandecer; satinar saldar
egaliseren alisar; allanar; aplanar; entretelar; hacer resplandecer; igualar; nivelar; perfeccionar; planchar; pulir; refinar; relucir; resplandecer; satinar saldar
gelijkmaken alisar; allanar; aplanar; entretelar; hacer resplandecer; igualar; nivelar; perfeccionar; planchar; pulir; refinar; relucir; resplandecer; satinar igualar; nivelar
gladmaken alisar; allanar; aplanar; entretelar; hacer resplandecer; igualar; nivelar; perfeccionar; planchar; pulir; refinar; relucir; resplandecer; satinar abrillantar; adornar; alisar; bruñir; dar brillo; dar lustre; encerar; equipar; escariar; fregar; frotar; limpiar; lustrar; pulir; restregar; sacar brillo a
platmaken allanar; aplanar; aplastar aplanar
vlak maken igualar; nivelar

Synoniemen voor "allanar":


Wiktionary: allanar

allanar
verb
  1. gelijk of vlak maken
Cross Translation:
FromToVia
• allanar → platmaken; gelijkmaken; evenen ↔ even — make even
• allanar → walsen; pletwalsen ↔ roll — to press or level with a roller







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0379 seconde
Page rendered in 1.0 seconds