Overzicht
Spaans naar Frans: Meer gegevens...
-
seguro:
- assurance
- en sûreté; sûr; certainement; sans doute; assurément; véritablement; vraiment; certes; véridiquement; mais si!; certain; assuré; véridique; positif; sûrement; ferme; effectivement; véritable; effectif; réel; réellement; catégorique; catégoriquement; fiable; hors de danger; peu dangereux; éprouvé; efficace; vrai; en effet; tout de même; en vérité; ayant confiance; de confiance
- Wiktionary:
Spaans
Uitgebreide vertaling voor seguro (Spaans) in het Frans
seguro:
-
seguro (sin peligro; a salvo; sin riesgo)
-
seguro (efectivamente; cierto; sin falta; firme; en efecto; resuelto)
sûr; certainement; sans doute; assurément; véritablement; vraiment; certes; véridiquement; mais si!-
sûr bijvoeglijk naamwoord
-
certainement bijvoeglijk naamwoord
-
sans doute bijvoeglijk naamwoord
-
assurément bijvoeglijk naamwoord
-
véritablement bijvoeglijk naamwoord
-
vraiment bijvoeglijk naamwoord
-
certes bijvoeglijk naamwoord
-
véridiquement bijvoeglijk naamwoord
-
mais si! bijvoeglijk naamwoord
-
-
seguro (indudable; cierto; sin duda alguna; sin dudar)
sûr; certain; véritablement; certainement; assuré; assurément; véridique; sans doute; certes; vraiment; positif; véridiquement; mais si!-
sûr bijvoeglijk naamwoord
-
certain bijvoeglijk naamwoord
-
véritablement bijvoeglijk naamwoord
-
certainement bijvoeglijk naamwoord
-
assuré bijvoeglijk naamwoord
-
assurément bijvoeglijk naamwoord
-
véridique bijvoeglijk naamwoord
-
sans doute bijvoeglijk naamwoord
-
certes bijvoeglijk naamwoord
-
vraiment bijvoeglijk naamwoord
-
positif bijvoeglijk naamwoord
-
véridiquement bijvoeglijk naamwoord
-
mais si! bijvoeglijk naamwoord
-
-
seguro (con toda seguridad; indudablemente; sin duda; categórico; sin duda alguna)
sûrement; certainement; certain; ferme; effectivement; véritable; effectif; réel; réellement; véritablement; catégorique; catégoriquement-
sûrement bijvoeglijk naamwoord
-
certainement bijvoeglijk naamwoord
-
certain bijvoeglijk naamwoord
-
ferme bijvoeglijk naamwoord
-
effectivement bijvoeglijk naamwoord
-
véritable bijvoeglijk naamwoord
-
effectif bijvoeglijk naamwoord
-
réel bijvoeglijk naamwoord
-
réellement bijvoeglijk naamwoord
-
véritablement bijvoeglijk naamwoord
-
catégorique bijvoeglijk naamwoord
-
catégoriquement bijvoeglijk naamwoord
-
-
seguro (fiable)
-
seguro (sin riesgo; prudente; inofensivo; inocuo; a salvo; sin peligro)
hors de danger; en sûreté; peu dangereux-
hors de danger bijvoeglijk naamwoord
-
en sûreté bijvoeglijk naamwoord
-
peu dangereux bijvoeglijk naamwoord
-
-
seguro (probado; eficaz; ensayado; examinado)
-
seguro (de verdad; no obstante; por cierto; claro que sí; bien es cierto que; verdadero; realmente; sí; auténtico; verdaderamente; que sí; ciertamente; en realidad; a fin de cuentas; cierto que; es verdad que; cierto que sí; muy correcto)
vrai; en effet; vraiment; véritable; effectivement; tout de même; véritablement; véridique; en vérité; véridiquement-
vrai bijvoeglijk naamwoord
-
en effet bijvoeglijk naamwoord
-
vraiment bijvoeglijk naamwoord
-
véritable bijvoeglijk naamwoord
-
effectivement bijvoeglijk naamwoord
-
tout de même bijvoeglijk naamwoord
-
véritablement bijvoeglijk naamwoord
-
véridique bijvoeglijk naamwoord
-
en vérité bijvoeglijk naamwoord
-
véridiquement bijvoeglijk naamwoord
-
-
seguro (confiable)
ayant confiance-
ayant confiance bijvoeglijk naamwoord
-
-
seguro (confiable)
de confiance-
de confiance bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor seguro:
Verwante woorden van "seguro":
Synoniemen voor "seguro":
Wiktionary: seguro
seguro
Cross Translation:
noun
-
Contrat par lequel on garantit contre certains risques... le paiement d’une somme convenue.
-
Personne qui a contracté une assurance.
-
contrat d'assurance
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• seguro | → assurance | ↔ insurance — indemnity |
• seguro | → assurance | ↔ insurance — business |
• seguro | → en sécurité; sauf | ↔ safe — not in danger |
• seguro | → sûr | ↔ secure — free from attack or danger; protected |
• seguro | → sûr | ↔ secure — free from the danger of theft; safe |
• seguro | → sûr | ↔ secure — free from the risk of eavesdropping, interception or discovery; secret |
• seguro | → sûr | ↔ secure — free from anxiety or doubt; unafraid |
• seguro | → sûr | ↔ secure — Firm and not likely to fail; stable |
• seguro | → sûr | ↔ secure — Free from the risk of financial loss; reliable |
• seguro | → sûr de soi | ↔ self-confident — confident in one's abilities |
• seguro | → sûr; sûre; certain | ↔ sure — certain, reliable |
• seguro | → assurance | ↔ verzekering — overeenkomst waarmee men zorgt voor vergoeding van schade, diefstal e.d. door het betalen van een premie aan degene die verzekert |
• seguro | → assurance | ↔ assurantie — verzekering |
• seguro | → certain; sûr | ↔ zeker — waaraan niet getwijfeld hoeft te worden |
• seguro | → sûr | ↔ sicher — vor Gefahren geschützt |
• seguro | → certain | ↔ sicher — mit sehr hoher Wahrscheinlichkeit |
• seguro | → courageux; intrépide; vaillant | ↔ unverzagt — Mut und Entschlossenheit zeigend |