Overzicht
Spaans naar Frans: Meer gegevens...
-
mucho:
- souvent; bien des fois; plusieurs fois; fréquent; fréquemment; a plusieurs reprises; maintes fois; régulièrement; plus d'une fois; très; exceptionnel; extrêmement; extrême; extraordinaire; particulier; au plus haut degré; spécial; original; fort; au plus haut point; extraordinairement; bizarre; extravagant; excentrique; excessivement; affligé de; déplorable; saugrenu; sombre; ultra; tristement; triste; affligeant; affligé; excentriquement; à l'extrême; au plu haut point; bruyant; haut; bruyamment; agité; effervescence; tapageur; tapageuse; à haute voix; tapageusement; pleinement; comble; à profusion; copieusement; en abondance; à gogo; rempli à ras bords; profond; sensible; intensif; intensivement; intensément; intense; fortement; vigoureusement; énergiquement; vif; violent; vivement; vigoureux; violemment; énergique
- beaucoup
-
Wiktionary:
- mucho → beaucoup, maint, bien, beaucoup de, énormément, longtemps, maints, souvent, très profondément, au plus haut point
Spaans
Uitgebreide vertaling voor mucho (Spaans) in het Frans
mucho:
-
mucho (muchos; muchas; muy; más veces; muchas veces; frecuentemente; mucha; frecuente; varias veces; habitualmente; a menudo; asiduamente; con frecuencia; repetidamente)
souvent; bien des fois; plusieurs fois; fréquent; fréquemment; a plusieurs reprises; maintes fois; régulièrement; plus d'une fois-
souvent bijvoeglijk naamwoord
-
bien des fois bijvoeglijk naamwoord
-
plusieurs fois bijvoeglijk naamwoord
-
fréquent bijvoeglijk naamwoord
-
fréquemment bijvoeglijk naamwoord
-
a plusieurs reprises bijvoeglijk naamwoord
-
maintes fois bijvoeglijk naamwoord
-
régulièrement bijvoeglijk naamwoord
-
plus d'une fois bijvoeglijk naamwoord
-
-
mucho (especial; muy; extraordinariamente; particular; extremo; sumamente; extremadamente; extravagante; sobremanera; extremado; lo sumo; superior; lamentable; extraordinario; supremo; lo supremo; excéntrico; extremista; en extremo)
très; exceptionnel; extrêmement; extrême; extraordinaire; particulier; au plus haut degré; spécial; original; fort; au plus haut point; extraordinairement; bizarre; extravagant; excentrique; excessivement; affligé de; déplorable; saugrenu; sombre; ultra; tristement; triste; affligeant; affligé; excentriquement; à l'extrême-
très bijvoeglijk naamwoord
-
exceptionnel bijvoeglijk naamwoord
-
extrêmement bijvoeglijk naamwoord
-
extrême bijvoeglijk naamwoord
-
extraordinaire bijvoeglijk naamwoord
-
particulier bijvoeglijk naamwoord
-
au plus haut degré bijvoeglijk naamwoord
-
spécial bijvoeglijk naamwoord
-
original bijvoeglijk naamwoord
-
fort bijvoeglijk naamwoord
-
au plus haut point bijvoeglijk naamwoord
-
extraordinairement bijvoeglijk naamwoord
-
bizarre bijvoeglijk naamwoord
-
extravagant bijvoeglijk naamwoord
-
excentrique bijvoeglijk naamwoord
-
excessivement bijvoeglijk naamwoord
-
affligé de bijvoeglijk naamwoord
-
déplorable bijvoeglijk naamwoord
-
saugrenu bijvoeglijk naamwoord
-
sombre bijvoeglijk naamwoord
-
ultra bijvoeglijk naamwoord
-
tristement bijvoeglijk naamwoord
-
triste bijvoeglijk naamwoord
-
affligeant bijvoeglijk naamwoord
-
affligé bijvoeglijk naamwoord
-
excentriquement bijvoeglijk naamwoord
-
à l'extrême bijvoeglijk naamwoord
-
-
mucho (grandemente; extremadamente; extraordinario; lo mas alto; en sumo grado; muy; harto; extremo; sumamente; supremo; altamente; sobremanera; lo sumo; lo supremo; en extremo)
au plu haut point; extrême; extrêmement; excessivement; ultra-
au plu haut point bijvoeglijk naamwoord
-
extrême bijvoeglijk naamwoord
-
extrêmement bijvoeglijk naamwoord
-
excessivement bijvoeglijk naamwoord
-
ultra bijvoeglijk naamwoord
-
-
mucho (duro; fuerte; alto; riguroso; en voz alta; muy; tumultuoso; bullicioso; estrepitoso; inflexible; ruidoso; severo; agitado; velozmente; estruendoso)
bruyant; fort; haut; bruyamment; agité; effervescence; tapageur; tapageuse; à haute voix; tapageusement-
bruyant bijvoeglijk naamwoord
-
fort bijvoeglijk naamwoord
-
haut bijvoeglijk naamwoord
-
bruyamment bijvoeglijk naamwoord
-
agité bijvoeglijk naamwoord
-
effervescence bijvoeglijk naamwoord
-
tapageur bijvoeglijk naamwoord
-
tapageuse bijvoeglijk naamwoord
-
à haute voix bijvoeglijk naamwoord
-
tapageusement bijvoeglijk naamwoord
-
-
mucho (en abundancia; lleno hasta los topes; más que suficiente; lleno hasta el borde)
pleinement; comble; à profusion; copieusement; en abondance; à gogo; rempli à ras bords-
pleinement bijvoeglijk naamwoord
-
comble bijvoeglijk naamwoord
-
à profusion bijvoeglijk naamwoord
-
copieusement bijvoeglijk naamwoord
-
en abondance bijvoeglijk naamwoord
-
à gogo bijvoeglijk naamwoord
-
rempli à ras bords bijvoeglijk naamwoord
-
-
mucho (doloroso; muy; lo sumo; harto; supremo; dolorido; lo supremo)
-
mucho (intensivo; intenso; muy; vigoroso; forzudo; fortachón; profundo; enérgico; intensamente; membrudo; con intensidad; fuerte; sincero; agudo; potente; vital; violento; profundamente; robusto; fornido; musculoso; muy fuerte; lacertoso; recio de músculos)
intensif; intensivement; intensément; intense; fortement; vigoureusement; énergiquement; fort; vif; violent; vivement; vigoureux; violemment; énergique-
intensif bijvoeglijk naamwoord
-
intensivement bijvoeglijk naamwoord
-
intensément bijvoeglijk naamwoord
-
intense bijvoeglijk naamwoord
-
fortement bijvoeglijk naamwoord
-
vigoureusement bijvoeglijk naamwoord
-
énergiquement bijvoeglijk naamwoord
-
fort bijvoeglijk naamwoord
-
vif bijvoeglijk naamwoord
-
violent bijvoeglijk naamwoord
-
vivement bijvoeglijk naamwoord
-
vigoureux bijvoeglijk naamwoord
-
violemment bijvoeglijk naamwoord
-
énergique bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor mucho:
Verwante woorden van "mucho":
Synoniemen voor "mucho":
Wiktionary: mucho
mucho
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• mucho | → beaucoup | ↔ a lot — very much |
• mucho | → beaucoup de | ↔ much — a large amount of |
• mucho | → beaucoup | ↔ much — to a great extent |
• mucho | → beaucoup | ↔ very much — extremely |
• mucho | → beaucoup | ↔ veel — groot in hoeveelheid |
• mucho | → énormément | ↔ danig — in aanzienlijke mate |
• mucho | → longtemps | ↔ lange — über einen großen Zeitraum hinweg |
• mucho | → beaucoup | ↔ sehr — Steigerung eines Verbs |
• mucho | → beaucoup; maints | ↔ viel — eine unbestimmte, große Menge von etwas; reichlich |
• mucho | → beaucoup; souvent | ↔ viel — zeitlich häufig auftretend; häufig |
• mucho | → beaucoup; bien | ↔ viel — Verstärkung des Komparativs |
• mucho | → très profondément; au plus haut point | ↔ zutiefst — im besonderen Ausmaß |