Overzicht
Spaans naar Frans:   Meer gegevens...
  1. locutor:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor locutor (Spaans) in het Frans

locutor:

locutor [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el locutor (locutora)
    l'annonceur; la speakerine; la présentatrice; le présentateur; le speaker

Vertaal Matrix voor locutor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
annonceur locutor; locutora anunciante
présentateur locutor; locutora presentador
présentatrice locutor; locutora
speaker locutor; locutora
speakerine locutor; locutora

Verwante woorden van "locutor":


Synoniemen voor "locutor":


Wiktionary: locutor

locutor
noun
  1. Personne qui peut parler dans une langue

Cross Translation:
FromToVia
locutor speaker; présentateur; annonceur announcer — announcer

Computer vertaling door derden: