Overzicht
Spaans naar Frans: Meer gegevens...
-
intenso:
- turbulent; enjoué; vive; remuant; joyeux; animé; vif; gai; gaiement; avec vivacité; alerte; avec animation; aigu; fortement; intensément; intense; fort; vivement; profondément; creux; tendre; profond; sincère; tendrement; intensif; intensivement; vigoureusement; énergiquement; violent; vigoureux; violemment; énergique; fougueux; brut; fervent; passionné; impétueux; incontrôlé; cru; emporté; véhément; débordant de vie; déterminé; décidé; avec fermeté; senti profondément; impressionnant; pénétrant; avec insistance; de manière pénétrante; perçant; strident; âpre; virulent; enragé; fou de rage; acharné; furieux; aigre; agressif; ulcéré; en colère; aigri; aigrement; furibond; revêche; irrité; âprement; férocement; furieusement; fâché contre; irrité contre; âcre; ce qui devient de plus en plus pénible; opprimé; réprimé; haineux; rancunier; vindicatif
- Wiktionary:
Spaans
Uitgebreide vertaling voor intenso (Spaans) in het Frans
intenso:
-
intenso (activo; ocupado; despierto; alegre; atareado; vivo; ardiente; animado; recargado; festivo; agitado; frecuente; de buen humor; vigoroso; prolífero)
turbulent; enjoué; vive; remuant; joyeux; animé; vif; gai; gaiement; avec vivacité; alerte; avec animation-
turbulent bijvoeglijk naamwoord
-
enjoué bijvoeglijk naamwoord
-
vive bijvoeglijk naamwoord
-
remuant bijvoeglijk naamwoord
-
joyeux bijvoeglijk naamwoord
-
animé bijvoeglijk naamwoord
-
vif bijvoeglijk naamwoord
-
gai bijvoeglijk naamwoord
-
gaiement bijvoeglijk naamwoord
-
avec vivacité bijvoeglijk naamwoord
-
alerte bijvoeglijk naamwoord
-
avec animation bijvoeglijk naamwoord
-
-
intenso (intensamente; profundo; con intensidad)
-
intenso (profundo; cariñoso; hondo; tierno; sincero; íntimo; entrañable)
profondément; creux; tendre; profond; sincère; tendrement-
profondément bijvoeglijk naamwoord
-
creux bijvoeglijk naamwoord
-
tendre bijvoeglijk naamwoord
-
profond bijvoeglijk naamwoord
-
sincère bijvoeglijk naamwoord
-
tendrement bijvoeglijk naamwoord
-
-
intenso (intensivo; muy; vigoroso; forzudo; fortachón; profundo; enérgico; intensamente; membrudo; con intensidad; fuerte; mucho; sincero; agudo; potente; vital; violento; profundamente; robusto; fornido; musculoso; muy fuerte; lacertoso; recio de músculos)
intensif; intensivement; intensément; intense; fortement; vigoureusement; énergiquement; fort; vif; violent; vivement; vigoureux; violemment; énergique-
intensif bijvoeglijk naamwoord
-
intensivement bijvoeglijk naamwoord
-
intensément bijvoeglijk naamwoord
-
intense bijvoeglijk naamwoord
-
fortement bijvoeglijk naamwoord
-
vigoureusement bijvoeglijk naamwoord
-
énergiquement bijvoeglijk naamwoord
-
fort bijvoeglijk naamwoord
-
vif bijvoeglijk naamwoord
-
violent bijvoeglijk naamwoord
-
vivement bijvoeglijk naamwoord
-
vigoureux bijvoeglijk naamwoord
-
violemment bijvoeglijk naamwoord
-
énergique bijvoeglijk naamwoord
-
-
intenso (impetuoso; tempestuoso; tormentoso)
fougueux; brut; fervent; vif; passionné; intense; violemment; impétueux; incontrôlé; cru; emporté; véhément; débordant de vie-
fougueux bijvoeglijk naamwoord
-
brut bijvoeglijk naamwoord
-
fervent bijvoeglijk naamwoord
-
vif bijvoeglijk naamwoord
-
passionné bijvoeglijk naamwoord
-
intense bijvoeglijk naamwoord
-
violemment bijvoeglijk naamwoord
-
impétueux bijvoeglijk naamwoord
-
incontrôlé bijvoeglijk naamwoord
-
cru bijvoeglijk naamwoord
-
emporté bijvoeglijk naamwoord
-
véhément bijvoeglijk naamwoord
-
débordant de vie bijvoeglijk naamwoord
-
-
intenso (decidido; gallardo; notable; firme; resuelto; considerable; considerablemente; resoluto; muy fuerte; arrojado; alentado; animoso; corpulento; drástico; de buena salud)
déterminé; décidé; avec fermeté-
déterminé bijvoeglijk naamwoord
-
décidé bijvoeglijk naamwoord
-
avec fermeté bijvoeglijk naamwoord
-
-
intenso (muy sentido; sincero; íntimo)
senti profondément-
senti profondément bijvoeglijk naamwoord
-
-
intenso (penetrante; agudo; áspero; acre; fuerte; duro; agrio; severo; deslumbrante; estridente; chillón; encarnizado; con énfasis; con insistencia)
impressionnant; aigu; pénétrant; avec insistance; de manière pénétrante; perçant; strident-
impressionnant bijvoeglijk naamwoord
-
aigu bijvoeglijk naamwoord
-
pénétrant bijvoeglijk naamwoord
-
avec insistance bijvoeglijk naamwoord
-
de manière pénétrante bijvoeglijk naamwoord
-
perçant bijvoeglijk naamwoord
-
strident bijvoeglijk naamwoord
-
-
intenso (empedernido; mordaz; fuerte; apasionado; feroz; furioso; estridente; enconado; encarnizado; torvo; sañudo)
âpre; virulent; enragé; fou de rage; acharné; furieux; aigre; agressif; ulcéré; en colère; aigri; aigrement; furibond; revêche; irrité; âprement; férocement; furieusement; fâché contre; irrité contre-
âpre bijvoeglijk naamwoord
-
virulent bijvoeglijk naamwoord
-
enragé bijvoeglijk naamwoord
-
fou de rage bijvoeglijk naamwoord
-
acharné bijvoeglijk naamwoord
-
furieux bijvoeglijk naamwoord
-
aigre bijvoeglijk naamwoord
-
agressif bijvoeglijk naamwoord
-
ulcéré bijvoeglijk naamwoord
-
en colère bijvoeglijk naamwoord
-
aigri bijvoeglijk naamwoord
-
aigrement bijvoeglijk naamwoord
-
furibond bijvoeglijk naamwoord
-
revêche bijvoeglijk naamwoord
-
irrité bijvoeglijk naamwoord
-
âprement bijvoeglijk naamwoord
-
férocement bijvoeglijk naamwoord
-
furieusement bijvoeglijk naamwoord
-
fâché contre bijvoeglijk naamwoord
-
irrité contre bijvoeglijk naamwoord
-
-
intenso (agudo; fuerte; desierto; amargado; encarnizado; resentido; vivo; salvaje; apasionado; feroz; subido; árido; brusco; riguroso; rudo; tajante; furioso; rabioso; agresivo; cortante; estridente; mordaz; chillón; acre; mordido; vehemente; yermo; empedernido; enconado; inhóspito; torvo; cáustico; sañudo)
âpre; aigre; virulent; ulcéré; irrité; furieux; agressif; enragé; en colère; âcre; aigri; aigrement; âprement; férocement; furieusement; fou de rage; fâché contre; irrité contre-
âpre bijvoeglijk naamwoord
-
aigre bijvoeglijk naamwoord
-
virulent bijvoeglijk naamwoord
-
ulcéré bijvoeglijk naamwoord
-
irrité bijvoeglijk naamwoord
-
furieux bijvoeglijk naamwoord
-
agressif bijvoeglijk naamwoord
-
enragé bijvoeglijk naamwoord
-
en colère bijvoeglijk naamwoord
-
âcre bijvoeglijk naamwoord
-
aigri bijvoeglijk naamwoord
-
aigrement bijvoeglijk naamwoord
-
âprement bijvoeglijk naamwoord
-
férocement bijvoeglijk naamwoord
-
furieusement bijvoeglijk naamwoord
-
fou de rage bijvoeglijk naamwoord
-
fâché contre bijvoeglijk naamwoord
-
irrité contre bijvoeglijk naamwoord
-
-
intenso (vehemente; fuerte; vivo; agudo; apasionado; feroz; árido; brusco; riguroso; rudo; tajante; amargado; rabioso; agresivo; resentido; cortante; estridente; mordaz; chillón; acre; mordido; yermo; empedernido; enconado; encarnizado; torvo; cáustico; sañudo)
furieux; enragé; agressif; virulent; en colère; férocement; furieusement-
furieux bijvoeglijk naamwoord
-
enragé bijvoeglijk naamwoord
-
agressif bijvoeglijk naamwoord
-
virulent bijvoeglijk naamwoord
-
en colère bijvoeglijk naamwoord
-
férocement bijvoeglijk naamwoord
-
furieusement bijvoeglijk naamwoord
-
-
intenso (agudo)
aigu; perçant; pénétrant; ce qui devient de plus en plus pénible-
aigu bijvoeglijk naamwoord
-
perçant bijvoeglijk naamwoord
-
pénétrant bijvoeglijk naamwoord
-
ce qui devient de plus en plus pénible bijvoeglijk naamwoord
-
-
intenso (enconado; ahogado; reprimido; oprimido; yermo; fuerte; contenido; salvaje; apasionado; feroz; subido; árido; brusco; rudo; tajante; amargado; rencoroso; rabioso; obstinado; agresivo; resentido; cortante; estridente; mordaz; mordido; vehemente; empedernido; encarnizado; torvo; cáustico; sañudo)
opprimé; ulcéré; enragé; réprimé; virulent; haineux; âpre; rancunier; âcre; vindicatif; irrité; âprement; furieusement; fâché contre; irrité contre-
opprimé bijvoeglijk naamwoord
-
ulcéré bijvoeglijk naamwoord
-
enragé bijvoeglijk naamwoord
-
réprimé bijvoeglijk naamwoord
-
virulent bijvoeglijk naamwoord
-
haineux bijvoeglijk naamwoord
-
âpre bijvoeglijk naamwoord
-
rancunier bijvoeglijk naamwoord
-
âcre bijvoeglijk naamwoord
-
vindicatif bijvoeglijk naamwoord
-
irrité bijvoeglijk naamwoord
-
âprement bijvoeglijk naamwoord
-
furieusement bijvoeglijk naamwoord
-
fâché contre bijvoeglijk naamwoord
-
irrité contre bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor intenso:
Verwante woorden van "intenso":
Synoniemen voor "intenso":
Wiktionary: intenso
intenso
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• intenso | → foncé; foncée | ↔ deep — of a color, dark and highly saturated |
• intenso | → intense | ↔ intense — strained; tightly drawn |
• intenso | → intensif | ↔ intensiv — gründlich, eindringlich, kräftig auf eine bestimmte Sache gerichtet |
• intenso | → fort | ↔ stark — intensiv |