Home ->Woordenboeken ->Spaans/Frans ->Vertaal insultos

Vertaal insultos van Spaans naar Frans

Overzicht

Spaans naar Frans: Meer gegevens...

insultos:
- gros mots
insulto:
- insulte; affront; injure
- offense; blessure; atteinte; injure; meurtrissure
Wiktionary:
- insulto → affront, injure, insulte
- insulto → insulte, opprobre, injure, outrage, offense, gros mot, grossièreté

Spaans

Uitgebreide vertaling voor insultos (Spaans) in het Frans

insultos:

insultos [el ~] zelfstandig naamwoord

el insultos (tacos; invectivas)
le gros mots
- gros mots [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor insultos:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gros mots	insultos; invectivas; tacos	obscenidades; palabrotas

Verwante woorden van "insultos":

insulto

insulto:

insulto [el ~] zelfstandig naamwoord

el insulto (agravio; excoriación; remoquetes)
l'insulte; l'affront; l'injure
- insulte [la ~] zelfstandig naamwoord
- affront [le ~] zelfstandig naamwoord
- injure [la ~] zelfstandig naamwoord

insulto [la ~] zelfstandig naamwoord

la insulto (queja; ofensa; injuria)
l'offense
- offense [la ~] zelfstandig naamwoord
la insulto (injuria; ofensa)
la blessure; l'atteinte; l'injure; la meurtrissure
- blessure [la ~] zelfstandig naamwoord
- atteinte [la ~] zelfstandig naamwoord
- injure [la ~] zelfstandig naamwoord
- meurtrissure [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor insulto:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
affront	agravio; excoriación; insulto; remoquetes
atteinte	injuria; insulto; ofensa	contusíon; dañar; delito; falta; herir; infracción; línea ejecutada; machucado; violación; violación del tratado
blessure	injuria; insulto; ofensa	contusíon; dañar; daño; dolor; herida; heridas; herir; lesiones; lesión; machucado
injure	agravio; excoriación; injuria; insulto; ofensa; remoquetes	taco
insulte	agravio; excoriación; insulto; remoquetes	burla; burlas; calumnia; difamación; escarnecimiento; escarnio; ironía; mofa; sarcasmo; taco; ultraje
meurtrissure	injuria; insulto; ofensa	abultado; bollo; bulto; contusión; contusíon; dañar; granito; herir; hinchazón; machucado; nivel; nobleza; pedazo; punto hinchado; roncha; verdugón
offense	injuria; insulto; ofensa; queja

Verwante woorden van "insulto":

insultos

Synoniemen voor "insulto":

apóstrofe; improperio; increpación; ofensa; dicterio; denuncia; recriminación; acusación
fango; vergüenza; deshonra; vilipendio; descrédito; humillación; degradación; calumnia; injuria
juramento; palabrota; blasfemia; protesta; reniego; taco; denuesto; maldición; imprecación; grosería; irreverencia; execración; ultraje; vituperio

Wiktionary: insulto

insulto

noun

outrage fait en face, soit en paroles, être en action.
- affront → afrenta; injuria; ofensa; insulto
archaïque|fr injustice.
- injure → injuria; ofensa; afrenta; insulto
outrage, de fait ou de parole, avec dessein préméditer d’offenser.
- insulte → insulto

Cross Translation:

From	To	Via
• insulto	→ insulte	↔ insult — action or speech deliberately intended to be rude
• insulto	→ opprobre	↔ obloquy — Abusive language
• insulto	→ injure; insulte; outrage; offense	↔ Beleidigung — jede Verletzung der persönlichen Ehre eines anderen
• insulto	→ gros mot; grossièreté; insulte	↔ Schimpfwort — ein abfälliges, herabwürdigendes und beleidigendes Wort gegenüber Personen
• insulto	→ insulte; outrage; offense	↔ belediging — een krenking van iemands gevoel van eer of eigenwaarde