Overzicht
Spaans naar Frans:   Meer gegevens...
  1. fauces:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor fauces (Spaans) in het Frans

fauces:

fauces [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la fauces (tragaderas)
    la gorge; le gosier
    • gorge [la ~] zelfstandig naamwoord
    • gosier [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. la fauces (faringe; garganta)
    le pharynx; l'arrière-gorge

Vertaal Matrix voor fauces:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arrière-gorge faringe; fauces; garganta
gorge fauces; tragaderas angostura; desfiladero; estrecho; grieta; ranura; rendija; teta
gosier fauces; tragaderas
pharynx faringe; fauces; garganta

Wiktionary: fauces

fauces
noun
  1. cavité large et profonde, vide ou remplie d’eau.
  2. bouche chez les animaux carnassiers, chez certains poissons et certains gros reptiles.