Spaans
Uitgebreide vertaling voor familiar (Spaans) in het Frans
familiar:
-
familiar (conocido; abonado; confianzudo)
-
familiar (informal; confianzudo)
familier; qui sympathise rapidement; qui n'est pas contrariant; d'approche facile-
familier bijvoeglijk naamwoord
-
qui sympathise rapidement bijvoeglijk naamwoord
-
qui n'est pas contrariant bijvoeglijk naamwoord
-
d'approche facile bijvoeglijk naamwoord
-
-
familiar (informal; confianzudo)
-
familiar (íntimo; cariñoso; confidencial; entrañable; sincero)
-
familiar (de igual a igual)
-
familiar (confortable; cómodo; doméstico; íntimo; confortablemente)
confortable; agréable; douillet; à l'aise; agréablement; confortablement-
confortable bijvoeglijk naamwoord
-
agréable bijvoeglijk naamwoord
-
douillet bijvoeglijk naamwoord
-
à l'aise bijvoeglijk naamwoord
-
agréablement bijvoeglijk naamwoord
-
confortablement bijvoeglijk naamwoord
-
-
el familiar (miembro de la familia)
Vertaal Matrix voor familiar:
Verwante woorden van "familiar":
Synoniemen voor "familiar":
Computer vertaling door derden: