Spaans
Uitgebreide vertaling voor eventual (Spaans) in het Frans
eventual:
-
eventual (posible; posiblemente)
éventuellement; éventuel; potentiel; le cas échéant; potentiellement; latent-
éventuellement bijvoeglijk naamwoord
-
éventuel bijvoeglijk naamwoord
-
potentiel bijvoeglijk naamwoord
-
le cas échéant bijvoeglijk naamwoord
-
potentiellement bijvoeglijk naamwoord
-
latent bijvoeglijk naamwoord
-
-
eventual (acaso; posible; quizás; tal vez; a lo mejor; imaginable; viable; concebible; quién sabe; proponible; sugerible)
possible; concevable; imaginable; qui sait; éventuel; peut-être; éventuellement; pensable-
possible bijvoeglijk naamwoord
-
concevable bijvoeglijk naamwoord
-
imaginable bijvoeglijk naamwoord
-
qui sait bijvoeglijk naamwoord
-
éventuel bijvoeglijk naamwoord
-
peut-être bijvoeglijk naamwoord
-
éventuellement bijvoeglijk naamwoord
-
pensable bijvoeglijk naamwoord
-
-
eventual (latente; potencial; contingible)
-
el eventual (empleado interino; trabajador interino; temporero)