Overzicht
Spaans naar Frans: Meer gegevens...
-
estropeado:
- endommagé; abîmé; avarié; en pièces; en lambeaux; cassé; brisé; en morceaux; délabré; dévoré; fêlé; rompu; détérioré; lacéré; fracturé; dans un état triste; défiguré; gâché; difforme; décrépit; très vieux; défectueux; en panne; hors de service; en dérangement; hors d'usage; mité; mangé des mites; blessé; variolé; déchiré
- Wiktionary:
Spaans
Uitgebreide vertaling voor estropeado (Spaans) in het Frans
estropeado:
-
estropeado (hecho jirones)
endommagé; abîmé; avarié; en pièces; en lambeaux-
endommagé bijvoeglijk naamwoord
-
abîmé bijvoeglijk naamwoord
-
avarié bijvoeglijk naamwoord
-
en pièces bijvoeglijk naamwoord
-
en lambeaux bijvoeglijk naamwoord
-
-
estropeado (a pedazos; descompuesto; roto; destrozado; quebrado; arruinado; hecho pedazos)
en pièces; cassé; brisé; en morceaux; endommagé; délabré; dévoré; fêlé; rompu; détérioré; lacéré; fracturé; dans un état triste-
en pièces bijvoeglijk naamwoord
-
cassé bijvoeglijk naamwoord
-
brisé bijvoeglijk naamwoord
-
en morceaux bijvoeglijk naamwoord
-
endommagé bijvoeglijk naamwoord
-
délabré bijvoeglijk naamwoord
-
dévoré bijvoeglijk naamwoord
-
fêlé bijvoeglijk naamwoord
-
rompu bijvoeglijk naamwoord
-
détérioré bijvoeglijk naamwoord
-
lacéré bijvoeglijk naamwoord
-
fracturé bijvoeglijk naamwoord
-
dans un état triste bijvoeglijk naamwoord
-
-
estropeado (dañado; desfigurado)
-
estropeado (decrépito; anticuádo; viejo; gastado)
-
estropeado (no funciona; roto; defectuoso; desarreglado; averiado)
défectueux; en panne; hors de service; en dérangement; hors d'usage-
défectueux bijvoeglijk naamwoord
-
en panne bijvoeglijk naamwoord
-
hors de service bijvoeglijk naamwoord
-
en dérangement bijvoeglijk naamwoord
-
hors d'usage bijvoeglijk naamwoord
-
-
estropeado (apolillado; maltrecho; dañado; averiado; deteriorado; violado; malparado; hecho jirones; comido por polillas)
-
estropeado (herido; hecho jirones; violado; dañado)
blessé; avarié; en lambeaux; abîmé; endommagé; mangé des mites; délabré; détérioré; en pièces; variolé-
blessé bijvoeglijk naamwoord
-
avarié bijvoeglijk naamwoord
-
en lambeaux bijvoeglijk naamwoord
-
abîmé bijvoeglijk naamwoord
-
endommagé bijvoeglijk naamwoord
-
mangé des mites bijvoeglijk naamwoord
-
délabré bijvoeglijk naamwoord
-
détérioré bijvoeglijk naamwoord
-
en pièces bijvoeglijk naamwoord
-
variolé bijvoeglijk naamwoord
-
-
estropeado
-
estropeado (hecho trizas; destrozado; arruinado; dañado; a pedazos)
Vertaal Matrix voor estropeado:
Synoniemen voor "estropeado":
Wiktionary: estropeado
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• estropeado | → affaibli; détérioré | ↔ impaired — Rendered less effective |
• estropeado | → détraqué; baisé; HS; foutu; fichu | ↔ knackered — broken, inoperative |
• estropeado | → gâté; pourri | ↔ spoilt — food: rendered unusable or inedible |
• estropeado | → capout; fichu; cassé | ↔ kaputt — in einem schadhaften oder funktionslosen Zustand |