Overzicht
Spaans naar Frans: Meer gegevens...
-
encarnizado:
- âpre; aigre; virulent; ulcéré; irrité; furieux; agressif; enragé; en colère; âcre; aigri; aigrement; âprement; férocement; furieusement; fou de rage; fâché contre; irrité contre; acharné; furibond; revêche; impressionnant; aigu; pénétrant; avec insistance; de manière pénétrante; perçant; strident; pointu; tranchant; cuisant; acerbe; incisif; tranchant comme une lame de rasoir; piquant; coupant; incontrôlé; impétueux; fougueusement; fervent; emporté; fougueux; véhément; impétueusement; opprimé; réprimé; haineux; rancunier; vindicatif
Spaans
Uitgebreide vertaling voor encarnizado (Spaans) in het Frans
encarnizado:
-
encarnizado (agudo; fuerte; desierto; amargado; resentido; vivo; salvaje; apasionado; feroz; subido; árido; brusco; riguroso; intenso; rudo; tajante; furioso; rabioso; agresivo; cortante; estridente; mordaz; chillón; acre; mordido; vehemente; yermo; empedernido; enconado; inhóspito; torvo; cáustico; sañudo)
âpre; aigre; virulent; ulcéré; irrité; furieux; agressif; enragé; en colère; âcre; aigri; aigrement; âprement; férocement; furieusement; fou de rage; fâché contre; irrité contre-
âpre bijvoeglijk naamwoord
-
aigre bijvoeglijk naamwoord
-
virulent bijvoeglijk naamwoord
-
ulcéré bijvoeglijk naamwoord
-
irrité bijvoeglijk naamwoord
-
furieux bijvoeglijk naamwoord
-
agressif bijvoeglijk naamwoord
-
enragé bijvoeglijk naamwoord
-
en colère bijvoeglijk naamwoord
-
âcre bijvoeglijk naamwoord
-
aigri bijvoeglijk naamwoord
-
aigrement bijvoeglijk naamwoord
-
âprement bijvoeglijk naamwoord
-
férocement bijvoeglijk naamwoord
-
furieusement bijvoeglijk naamwoord
-
fou de rage bijvoeglijk naamwoord
-
fâché contre bijvoeglijk naamwoord
-
irrité contre bijvoeglijk naamwoord
-
-
encarnizado (empedernido; mordaz; fuerte; apasionado; feroz; intenso; furioso; estridente; enconado; torvo; sañudo)
âpre; virulent; enragé; fou de rage; acharné; furieux; aigre; agressif; ulcéré; en colère; aigri; aigrement; furibond; revêche; irrité; âprement; férocement; furieusement; fâché contre; irrité contre-
âpre bijvoeglijk naamwoord
-
virulent bijvoeglijk naamwoord
-
enragé bijvoeglijk naamwoord
-
fou de rage bijvoeglijk naamwoord
-
acharné bijvoeglijk naamwoord
-
furieux bijvoeglijk naamwoord
-
aigre bijvoeglijk naamwoord
-
agressif bijvoeglijk naamwoord
-
ulcéré bijvoeglijk naamwoord
-
en colère bijvoeglijk naamwoord
-
aigri bijvoeglijk naamwoord
-
aigrement bijvoeglijk naamwoord
-
furibond bijvoeglijk naamwoord
-
revêche bijvoeglijk naamwoord
-
irrité bijvoeglijk naamwoord
-
âprement bijvoeglijk naamwoord
-
férocement bijvoeglijk naamwoord
-
furieusement bijvoeglijk naamwoord
-
fâché contre bijvoeglijk naamwoord
-
irrité contre bijvoeglijk naamwoord
-
-
encarnizado (penetrante; agudo; áspero; intenso; acre; fuerte; duro; agrio; severo; deslumbrante; estridente; chillón; con énfasis; con insistencia)
impressionnant; aigu; pénétrant; avec insistance; de manière pénétrante; perçant; strident-
impressionnant bijvoeglijk naamwoord
-
aigu bijvoeglijk naamwoord
-
pénétrant bijvoeglijk naamwoord
-
avec insistance bijvoeglijk naamwoord
-
de manière pénétrante bijvoeglijk naamwoord
-
perçant bijvoeglijk naamwoord
-
strident bijvoeglijk naamwoord
-
-
encarnizado (muy afilado; fijo; liso; envarado; hosco; picudo; torpe; afilado; cortante; ceñido; chillón; agudo; áspero; rígido; severo; penoso; apretado; austero; tieso; picante; tenaz; nítido; tajante; adusto; hiriente; espabilado; estirado; mordaz; arisco; acre; vehemente; puntiagudo; acerado; parsimonioso; perspicaz; punzante; penetrante; hirsuto; cáustico; anquilosado; aguijoneador; afrentoso)
-
encarnizado (vehemente; fuerte; vivo; agudo; apasionado; feroz; árido; brusco; riguroso; intenso; rudo; tajante; amargado; rabioso; agresivo; resentido; cortante; estridente; mordaz; chillón; acre; mordido; yermo; empedernido; enconado; torvo; cáustico; sañudo)
furieux; enragé; agressif; virulent; en colère; férocement; furieusement-
furieux bijvoeglijk naamwoord
-
enragé bijvoeglijk naamwoord
-
agressif bijvoeglijk naamwoord
-
virulent bijvoeglijk naamwoord
-
en colère bijvoeglijk naamwoord
-
férocement bijvoeglijk naamwoord
-
furieusement bijvoeglijk naamwoord
-
-
encarnizado (descontrolado; sin saber controlarse; enérgico; tormentoso; con violencia; apasionado; agitado; estridente; impetuoso; vehemente; arrebatado; virulento; temperamental; tempestuoso; incontrolado; sin saber contenerse)
incontrôlé; impétueux; fougueusement; fervent; emporté; fougueux; véhément; impétueusement-
incontrôlé bijvoeglijk naamwoord
-
impétueux bijvoeglijk naamwoord
-
fougueusement bijvoeglijk naamwoord
-
fervent bijvoeglijk naamwoord
-
emporté bijvoeglijk naamwoord
-
fougueux bijvoeglijk naamwoord
-
véhément bijvoeglijk naamwoord
-
impétueusement bijvoeglijk naamwoord
-
-
encarnizado (enconado; ahogado; reprimido; oprimido; yermo; fuerte; contenido; salvaje; apasionado; feroz; subido; árido; brusco; intenso; rudo; tajante; amargado; rencoroso; rabioso; obstinado; agresivo; resentido; cortante; estridente; mordaz; mordido; vehemente; empedernido; torvo; cáustico; sañudo)
opprimé; ulcéré; enragé; réprimé; virulent; haineux; âpre; rancunier; âcre; vindicatif; irrité; âprement; furieusement; fâché contre; irrité contre-
opprimé bijvoeglijk naamwoord
-
ulcéré bijvoeglijk naamwoord
-
enragé bijvoeglijk naamwoord
-
réprimé bijvoeglijk naamwoord
-
virulent bijvoeglijk naamwoord
-
haineux bijvoeglijk naamwoord
-
âpre bijvoeglijk naamwoord
-
rancunier bijvoeglijk naamwoord
-
âcre bijvoeglijk naamwoord
-
vindicatif bijvoeglijk naamwoord
-
irrité bijvoeglijk naamwoord
-
âprement bijvoeglijk naamwoord
-
furieusement bijvoeglijk naamwoord
-
fâché contre bijvoeglijk naamwoord
-
irrité contre bijvoeglijk naamwoord
-