Overzicht
Spaans naar Frans: Meer gegevens...
- elástico:
-
Wiktionary:
- elástico → souple
- elástico → élastique, bande élastique, caoutchouteux
Spaans
Uitgebreide vertaling voor elástico (Spaans) in het Frans
elástico:
-
el elástico (goma elástica)
-
elástico (flexible)
extensible; élastique; flexible-
extensible bijvoeglijk naamwoord
-
élastique bijvoeglijk naamwoord
-
flexible bijvoeglijk naamwoord
-
-
elástico (flexible)
-
elástico (flexible; dúctil; plegable; versátil; formable)
flexible; pétrissable; souple; transformable; élastique; maniable; malléable-
flexible bijvoeglijk naamwoord
-
pétrissable bijvoeglijk naamwoord
-
souple bijvoeglijk naamwoord
-
transformable bijvoeglijk naamwoord
-
élastique bijvoeglijk naamwoord
-
maniable bijvoeglijk naamwoord
-
malléable bijvoeglijk naamwoord
-
-
elástico (flexible; dócil; doblegable; manejable)
flexible; avec souplesse; souple; élastique; maniable-
flexible bijvoeglijk naamwoord
-
avec souplesse bijvoeglijk naamwoord
-
souple bijvoeglijk naamwoord
-
élastique bijvoeglijk naamwoord
-
maniable bijvoeglijk naamwoord
-
-
elástico (ágil; flexible)
souple; malléable; avec souplesse; flexible-
souple bijvoeglijk naamwoord
-
malléable bijvoeglijk naamwoord
-
avec souplesse bijvoeglijk naamwoord
-
flexible bijvoeglijk naamwoord
-
-
elástico (flexible; plegable; manejable; pastoso; moldeable; transigente; formable)
-
elástico (dócil; indulgente; dúctil; manejable; condescendiente; obsequioso; obediente; flexible; complaciente)
complaisant; indulgent; coulant; avec indulgence; facile à vivre; avec complaisance; souple; docile; empressé; docilement; accommodant; avec empressement-
complaisant bijvoeglijk naamwoord
-
indulgent bijvoeglijk naamwoord
-
coulant bijvoeglijk naamwoord
-
avec indulgence bijvoeglijk naamwoord
-
facile à vivre bijvoeglijk naamwoord
-
avec complaisance bijvoeglijk naamwoord
-
souple bijvoeglijk naamwoord
-
docile bijvoeglijk naamwoord
-
empressé bijvoeglijk naamwoord
-
docilement bijvoeglijk naamwoord
-
accommodant bijvoeglijk naamwoord
-
avec empressement bijvoeglijk naamwoord
-
-
elástico (moldeable; manejable; versátil; dócil; pastoso; suave; plástico; obediente; plegable; flexible; transigente; formable)
pétrissable; souple; plastique; flexible; élastique; maniable; malléable; transformable; plastiquement-
pétrissable bijvoeglijk naamwoord
-
souple bijvoeglijk naamwoord
-
plastique bijvoeglijk naamwoord
-
flexible bijvoeglijk naamwoord
-
élastique bijvoeglijk naamwoord
-
maniable bijvoeglijk naamwoord
-
malléable bijvoeglijk naamwoord
-
transformable bijvoeglijk naamwoord
-
plastiquement bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor elástico:
Verwante woorden van "elástico":
Synoniemen voor "elástico":
Wiktionary: elástico
elástico
Cross Translation:
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• elástico | → élastique | ↔ elastic — capable of stretching |
• elástico | → bande élastique | ↔ elastic band — loop of rubber or similar material |
• elástico | → caoutchouteux | ↔ rubbery — relating to or resembling rubber |
• elástico | → élastique | ↔ elastisch — rekbaar |