Dislocación in het Frans vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Frans: Meer gegevens...

dislocación:
- luxation; déboîtement; dislocation; désarticulation; peur; frayeur; effroi; terreur; consternation; épouvante; émotion; foulure
Wiktionary:
- dislocación → luxation, dislocation

Spaans

Uitgebreide vertaling voor dislocación (Spaans) in het Frans

la dislocación (torcedura; contorsión)
la luxation; le déboîtement; la dislocation; la désarticulation
- luxation [la ~] zelfstandig naamwoord
- déboîtement [le ~] zelfstandig naamwoord
- dislocation [la ~] zelfstandig naamwoord
- désarticulation [la ~] zelfstandig naamwoord
la dislocación (terror; consternación; desconcierto; horror)
la peur; la frayeur; l'effroi; la terreur
- peur [la ~] zelfstandig naamwoord
- frayeur [la ~] zelfstandig naamwoord
- effroi [le ~] zelfstandig naamwoord
- terreur [la ~] zelfstandig naamwoord
la dislocación
la consternation; l'épouvante; l'émotion
- consternation [la ~] zelfstandig naamwoord
- épouvante [la ~] zelfstandig naamwoord
- émotion [la ~] zelfstandig naamwoord
la dislocación (torcedura; esguince; distensión)
la foulure; la luxation; la dislocation; le déboîtement; la désarticulation
- foulure [la ~] zelfstandig naamwoord
- luxation [la ~] zelfstandig naamwoord
- dislocation [la ~] zelfstandig naamwoord
- déboîtement [le ~] zelfstandig naamwoord
- désarticulation [la ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
consternation	dislocación	abatimiento; consternación; desconsuelo
dislocation	contorsión; dislocación; distensión; esguince; torcedura
déboîtement	contorsión; dislocación; distensión; esguince; torcedura	torcedura
désarticulation	contorsión; dislocación; distensión; esguince; torcedura	torcedura
effroi	consternación; desconcierto; dislocación; horror; terror	angustia; consternación; desconcierto; inquietud; miedo; preocupación; pánico; susto; temor; terror; timidez
foulure	dislocación; distensión; esguince; torcedura	distensión muscular
frayeur	consternación; desconcierto; dislocación; horror; terror	angustia; consternación; desconcierto; inquietud; miedo; preocupación; pánico; susto; temor; terror; timidez
luxation	contorsión; dislocación; distensión; esguince; torcedura	torcedura
peur	consternación; desconcierto; dislocación; horror; terror	angustia; cobardía; consternación; desconcierto; empacho; inquietud; insipidez; miedo; preocupación; pánico; recelo; sosería; susto; temor; terror; timidez
terreur	consternación; desconcierto; dislocación; horror; terror	consternación; desconcierto; preocupación; pánico; régimen de terror; régimen terrorista; terror
émotion	dislocación	conmoción; emoción; enternecimiento; impresión; percepción; sensación; sentimiento; turbación del ánimo
épouvante	dislocación	abominación; aborrecimiento; asco; atrocidad; espanto; horror; repugnancia; susto; terror

lesión; magulladura; equimosis; herida; laceración; contusión; esguince; luxación; torcedura; lisiadura; traumatismo; cardenal; golpe

Cross Translation:

From	To	Via
• dislocación	→ luxation	↔ ontwrichting — verwonding door losmaking uit het gewricht
• dislocación	→ dislocation	↔ dislocatie — ongewone verplaatsing

Computer vertaling door derden:

Remove Ads