Overzicht
Spaans naar Frans: Meer gegevens...
-
directo:
- immédiatement; tout de suite; directement; immédiat; en même temps; direct; tout droit; en ligne droite; simultané; rationnel; réservé; impersonel; rationnellement; avec réserve; perpendiculaire; perpendiculairement; réel; vraiment; véritable; sincère; honnête; franchement; sage; franc; dévoué; ouvertement; avec franchise; à coeur ouvert; droit; vrai; fidèle; carrément; réellement; véritablement; vertueux; intègre; réelle; loyal; véridique; fidèlement; de bonne foi; comme il faut; véridiquement; sans détours; sans délai; promptement; aussitôt; sur-le-champ; avec promptitude; évident; net; vertical; verticalement; prompt; à l'instant
- Wiktionary:
Spaans
Uitgebreide vertaling voor directo (Spaans) in het Frans
directo:
-
directo (enseguida; inmediatamente; en seguida; instantáneamente; de inmediato; al mismo tiempo; al instante; en el acto)
immédiatement; tout de suite; directement; immédiat; en même temps; direct; tout droit; en ligne droite; simultané-
immédiatement bijvoeglijk naamwoord
-
tout de suite bijvoeglijk naamwoord
-
directement bijvoeglijk naamwoord
-
immédiat bijvoeglijk naamwoord
-
en même temps bijvoeglijk naamwoord
-
direct bijvoeglijk naamwoord
-
tout droit bijvoeglijk naamwoord
-
en ligne droite bijvoeglijk naamwoord
-
simultané bijvoeglijk naamwoord
-
-
directo (material; calmo; de negocios; sobrio; conciso; práctico; comercial; juiciosa; ayuno; en ayunas; objetivo; sereno; realista; indiferente; concreto)
rationnel; réservé; impersonel; rationnellement; avec réserve-
rationnel bijvoeglijk naamwoord
-
réservé bijvoeglijk naamwoord
-
impersonel bijvoeglijk naamwoord
-
rationnellement bijvoeglijk naamwoord
-
avec réserve bijvoeglijk naamwoord
-
-
directo (perpendicular; recto)
directement; direct; perpendiculaire; perpendiculairement; tout droit-
directement bijvoeglijk naamwoord
-
direct bijvoeglijk naamwoord
-
perpendiculaire bijvoeglijk naamwoord
-
perpendiculairement bijvoeglijk naamwoord
-
tout droit bijvoeglijk naamwoord
-
-
directo (enseguida; inmediatamente; en el acto; pronto; inmediato; rápidamente; en seguida; en breve; instantáneamente; de inmediato)
-
directo (honesto; fiel; puro; ingenuo; auténtico; justo; verdadero; sincero; real; realmente; recto; honrado; veraz; franco; fiable; leal; de verdad; obediente; genuino; íntegro; francamente; de veras; rotundamente; abiertamente; sin sal; lealmente; con sinceridad; no salado; sin rebozo)
réel; vraiment; véritable; sincère; honnête; franchement; sage; franc; dévoué; ouvertement; avec franchise; à coeur ouvert; droit; vrai; fidèle; carrément; direct; réellement; véritablement; vertueux; intègre; réelle; loyal; véridique; fidèlement; de bonne foi; comme il faut; véridiquement; sans détours-
réel bijvoeglijk naamwoord
-
vraiment bijvoeglijk naamwoord
-
véritable bijvoeglijk naamwoord
-
sincère bijvoeglijk naamwoord
-
honnête bijvoeglijk naamwoord
-
franchement bijvoeglijk naamwoord
-
sage bijvoeglijk naamwoord
-
franc bijvoeglijk naamwoord
-
dévoué bijvoeglijk naamwoord
-
ouvertement bijvoeglijk naamwoord
-
avec franchise bijvoeglijk naamwoord
-
à coeur ouvert bijvoeglijk naamwoord
-
droit bijvoeglijk naamwoord
-
vrai bijvoeglijk naamwoord
-
fidèle bijvoeglijk naamwoord
-
carrément bijvoeglijk naamwoord
-
direct bijvoeglijk naamwoord
-
réellement bijvoeglijk naamwoord
-
véritablement bijvoeglijk naamwoord
-
vertueux bijvoeglijk naamwoord
-
intègre bijvoeglijk naamwoord
-
réelle bijvoeglijk naamwoord
-
loyal bijvoeglijk naamwoord
-
véridique bijvoeglijk naamwoord
-
fidèlement bijvoeglijk naamwoord
-
de bonne foi bijvoeglijk naamwoord
-
comme il faut bijvoeglijk naamwoord
-
véridiquement bijvoeglijk naamwoord
-
sans détours bijvoeglijk naamwoord
-
-
directo (de inmediato; inmediato; enseguida; inmediatamente; al instante; instantáneo; instantáneamente; sin tardar; sin más tardar; en seguida; en el acto; sin demora)
tout de suite; sans délai; immédiatement; directement; promptement; aussitôt; sur-le-champ; avec promptitude-
tout de suite bijvoeglijk naamwoord
-
sans délai bijvoeglijk naamwoord
-
immédiatement bijvoeglijk naamwoord
-
directement bijvoeglijk naamwoord
-
promptement bijvoeglijk naamwoord
-
aussitôt bijvoeglijk naamwoord
-
sur-le-champ bijvoeglijk naamwoord
-
avec promptitude bijvoeglijk naamwoord
-
-
directo (evidente; claro; recto; manifiesto; inequívoco; derecho)
évident; perpendiculaire; direct; perpendiculairement; net; vertical; verticalement-
évident bijvoeglijk naamwoord
-
perpendiculaire bijvoeglijk naamwoord
-
direct bijvoeglijk naamwoord
-
perpendiculairement bijvoeglijk naamwoord
-
net bijvoeglijk naamwoord
-
vertical bijvoeglijk naamwoord
-
verticalement bijvoeglijk naamwoord
-
-
directo (inmediatamente; inmediato; enseguida; en seguida; instantáneamente; sin tardar; sin más tardar; puntual; rápidamente; instantáneo; repentinamente; de inmediato; al instante; en el acto; acto seguido; sin demora)
immédiatement; sans délai; tout de suite; directement; aussitôt; prompt; direct; sur-le-champ; immédiat; promptement; à l'instant-
immédiatement bijvoeglijk naamwoord
-
sans délai bijvoeglijk naamwoord
-
tout de suite bijvoeglijk naamwoord
-
directement bijvoeglijk naamwoord
-
aussitôt bijvoeglijk naamwoord
-
prompt bijvoeglijk naamwoord
-
direct bijvoeglijk naamwoord
-
sur-le-champ bijvoeglijk naamwoord
-
immédiat bijvoeglijk naamwoord
-
promptement bijvoeglijk naamwoord
-
à l'instant bijvoeglijk naamwoord
-
-
directo (al instante; enseguida; sin tardar; inmediato; inmediatamente; en seguida; instantáneo; instantáneamente; de inmediato; en el acto; sin demora; sin más tardar)
aussitôt; tout de suite; sur-le-champ-
aussitôt bijvoeglijk naamwoord
-
tout de suite bijvoeglijk naamwoord
-
sur-le-champ bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor directo:
Verwante woorden van "directo":
Synoniemen voor "directo":
Wiktionary: directo
directo
Cross Translation:
adjective
-
Qui est droit, qui ne taire aucun détour.
-
Qui est du côté opposé à celui de son cœur (en supposant que son cœur est du même côté que pour la majorité des être humain), ou encore du côté de celui de la main qui sert à écrire chez la majorité (dans le cas où on parle de soi, car on utilise cet adjectif en adoptant le point de vue de la
-
Qui agir, qui produire sans intermédiaire.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• directo | → direct | ↔ direct — Straight, constant, without interruption |
• directo | → direct | ↔ direct — zonder te wachten, zonder iets daartussen |
• directo | → immédiat | ↔ unmittelbar — zeitlich, nicht steigerbar: anschließend, gleich danach eintretend |