Overzicht
Spaans naar Frans: Meer gegevens...
-
desabrido:
- buté; en rebelle; têtu; récalcitrant; indocile; insubordonnée; à contrecoeur; insoumis; opiniâtre; obstiné; réticent; contrariant; entêté; d'une façon récalcitrante; inflexible; revêche; mou; puéril; insipide; grincheux; de mauvaise humeur; droit; brusque; fixe; juste; raide; tendu; serré; rigide; rude; maussade; impassible; grognon; irascible; irrité; grincheuse; grondeur; grognonne; d'un ton bourru; d'un ton râleur; d'un ton traînard; rebelle; d'une façon récalcitrante; bougon; renfrogné; désagréable; dérangeant; gênant; agaçant; embarrassant; importun; désagréablement; hargneuse; aigre; hargneux; acerbe; froid et humide; froid; moite; froidement; louche; angoissant; sinistre; lugubre; qui donne le frisson; macabre; à faire frémir; de façon sinistre; plaignant; râleur; plaintif; bourru; dolent; gémissant; plaintivement; boudeur; en boudant; dégoûtant; peu appétissant; repoussant; répugnant; répulsif; ennuyeux; monotone; ennuyant; ennuyeusement; lassant; de manière monotone; de manière ennuyeuse
- Wiktionary:
Spaans
Uitgebreide vertaling voor desabrido (Spaans) in het Frans
desabrido:
-
desabrido (obstinado; empeño; adusto; cabezón; persistente; duro; pertinaz; tozudo; rebelde; testarudo; hosco; hirsuto; sedicioso; contumaz; intratable; indócil; no dispuesto a)
buté; en rebelle; têtu; récalcitrant; indocile; insubordonnée; à contrecoeur; insoumis; opiniâtre; obstiné; réticent; contrariant; entêté; d'une façon récalcitrante-
buté bijvoeglijk naamwoord
-
en rebelle bijvoeglijk naamwoord
-
têtu bijvoeglijk naamwoord
-
récalcitrant bijvoeglijk naamwoord
-
indocile bijvoeglijk naamwoord
-
insubordonnée bijvoeglijk naamwoord
-
à contrecoeur bijvoeglijk naamwoord
-
insoumis bijvoeglijk naamwoord
-
opiniâtre bijvoeglijk naamwoord
-
obstiné bijvoeglijk naamwoord
-
réticent bijvoeglijk naamwoord
-
contrariant bijvoeglijk naamwoord
-
entêté bijvoeglijk naamwoord
-
d'une façon récalcitrante bijvoeglijk naamwoord
-
-
desabrido (arisco; terco)
têtu; entêté; contrariant; obstiné; réticent; inflexible; buté; revêche-
têtu bijvoeglijk naamwoord
-
entêté bijvoeglijk naamwoord
-
contrariant bijvoeglijk naamwoord
-
obstiné bijvoeglijk naamwoord
-
réticent bijvoeglijk naamwoord
-
inflexible bijvoeglijk naamwoord
-
buté bijvoeglijk naamwoord
-
revêche bijvoeglijk naamwoord
-
-
desabrido (débil; enfermizo)
-
desabrido (malhumorado; chabacano; rudo; agrio; ronco; despegado; hosco; gruñón; enfurruñado; rebarbativo)
grincheux; de mauvaise humeur; droit; brusque; fixe; juste; raide; tendu; serré; rigide; rude; maussade; impassible; grognon; irascible; irrité; grincheuse; grondeur; grognonne; d'un ton bourru; d'un ton râleur; d'un ton traînard-
grincheux bijvoeglijk naamwoord
-
de mauvaise humeur bijvoeglijk naamwoord
-
droit bijvoeglijk naamwoord
-
brusque bijvoeglijk naamwoord
-
fixe bijvoeglijk naamwoord
-
juste bijvoeglijk naamwoord
-
raide bijvoeglijk naamwoord
-
tendu bijvoeglijk naamwoord
-
serré bijvoeglijk naamwoord
-
rigide bijvoeglijk naamwoord
-
rude bijvoeglijk naamwoord
-
maussade bijvoeglijk naamwoord
-
impassible bijvoeglijk naamwoord
-
grognon bijvoeglijk naamwoord
-
irascible bijvoeglijk naamwoord
-
irrité bijvoeglijk naamwoord
-
grincheuse bijvoeglijk naamwoord
-
grondeur bijvoeglijk naamwoord
-
grognonne bijvoeglijk naamwoord
-
d'un ton bourru bijvoeglijk naamwoord
-
d'un ton râleur bijvoeglijk naamwoord
-
d'un ton traînard bijvoeglijk naamwoord
-
-
desabrido (rebelde; adusto; inmanejable; obstinado; testarudo; reacio a; áspero; tenaz; tozudo; empeñado; cabezudo; refractario; pertinaz; empecinado; recalcitrante; tesonero; intratable; contumaz; ingobernable; indócil)
têtu; récalcitrant; rebelle; inflexible; revêche; en rebelle; réticent; à contrecoeur; d'une façon récalcitrante-
têtu bijvoeglijk naamwoord
-
récalcitrant bijvoeglijk naamwoord
-
rebelle bijvoeglijk naamwoord
-
inflexible bijvoeglijk naamwoord
-
revêche bijvoeglijk naamwoord
-
en rebelle bijvoeglijk naamwoord
-
réticent bijvoeglijk naamwoord
-
à contrecoeur bijvoeglijk naamwoord
-
d'une façon récalcitrante bijvoeglijk naamwoord
-
-
desabrido (gruñón; regañón; huraño; malhumorado; avinagrado; ceñudo; alegón; reclamón; refunfuñador)
grognon; maussade; grincheux; bougon; renfrogné; grincheuse; grognonne; d'un ton bourru; d'un ton râleur-
grognon bijvoeglijk naamwoord
-
maussade bijvoeglijk naamwoord
-
grincheux bijvoeglijk naamwoord
-
bougon bijvoeglijk naamwoord
-
renfrogné bijvoeglijk naamwoord
-
grincheuse bijvoeglijk naamwoord
-
grognonne bijvoeglijk naamwoord
-
d'un ton bourru bijvoeglijk naamwoord
-
d'un ton râleur bijvoeglijk naamwoord
-
-
desabrido (desagradable; delicado; inoportuno; latoso; a disgusto; molesto; incómodo; irascible; desapacible)
désagréable; dérangeant; gênant; agaçant; embarrassant; importun; désagréablement-
désagréable bijvoeglijk naamwoord
-
dérangeant bijvoeglijk naamwoord
-
gênant bijvoeglijk naamwoord
-
agaçant bijvoeglijk naamwoord
-
embarrassant bijvoeglijk naamwoord
-
importun bijvoeglijk naamwoord
-
désagréablement bijvoeglijk naamwoord
-
-
desabrido (malhumorado; enfadado; de mal humor)
grognon; irascible; maussade; grincheux; renfrogné; grincheuse; grondeur; d'un ton traînard-
grognon bijvoeglijk naamwoord
-
irascible bijvoeglijk naamwoord
-
maussade bijvoeglijk naamwoord
-
grincheux bijvoeglijk naamwoord
-
renfrogné bijvoeglijk naamwoord
-
grincheuse bijvoeglijk naamwoord
-
grondeur bijvoeglijk naamwoord
-
d'un ton traînard bijvoeglijk naamwoord
-
-
desabrido (brusco; avaro; falso; agresivo; avispado; irritable; cáustico)
-
desabrido (fresco; frío; frío y húmedo; madoroso; húmedo; desagradable)
froid et humide; froid; moite; froidement-
froid et humide bijvoeglijk naamwoord
-
froid bijvoeglijk naamwoord
-
moite bijvoeglijk naamwoord
-
froidement bijvoeglijk naamwoord
-
-
desabrido (espantoso; siniestro; sospechoso; aterrador; sombrío; horripilante; torvo; lúgubre; escalofriante; estremecedor; espeluznante; lóbrego; desapacible; grumoso)
louche; angoissant; sinistre; lugubre; qui donne le frisson; macabre; à faire frémir; de façon sinistre-
louche bijvoeglijk naamwoord
-
angoissant bijvoeglijk naamwoord
-
sinistre bijvoeglijk naamwoord
-
lugubre bijvoeglijk naamwoord
-
qui donne le frisson bijvoeglijk naamwoord
-
macabre bijvoeglijk naamwoord
-
à faire frémir bijvoeglijk naamwoord
-
de façon sinistre bijvoeglijk naamwoord
-
-
desabrido (malhumorado; gruñón; hosco; en tono de mal humor; irritado)
irrité; de mauvaise humeur; plaignant; grincheux; grognon; maussade; râleur; irascible; plaintif; bourru; dolent; gémissant; plaintivement-
irrité bijvoeglijk naamwoord
-
de mauvaise humeur bijvoeglijk naamwoord
-
plaignant bijvoeglijk naamwoord
-
grincheux bijvoeglijk naamwoord
-
grognon bijvoeglijk naamwoord
-
maussade bijvoeglijk naamwoord
-
râleur bijvoeglijk naamwoord
-
irascible bijvoeglijk naamwoord
-
plaintif bijvoeglijk naamwoord
-
bourru bijvoeglijk naamwoord
-
dolent bijvoeglijk naamwoord
-
gémissant bijvoeglijk naamwoord
-
plaintivement bijvoeglijk naamwoord
-
-
desabrido (quejando; murrio; hosco; lastimoso; quejumbroso; quejicoso; pesado; huraño; cargante; mohino)
gémissant; boudeur; en boudant; grincheux; grincheuse; plaintivement; maussade; plaignant; plaintif; dolent; d'un ton traînard-
gémissant bijvoeglijk naamwoord
-
boudeur bijvoeglijk naamwoord
-
en boudant bijvoeglijk naamwoord
-
grincheux bijvoeglijk naamwoord
-
grincheuse bijvoeglijk naamwoord
-
plaintivement bijvoeglijk naamwoord
-
maussade bijvoeglijk naamwoord
-
plaignant bijvoeglijk naamwoord
-
plaintif bijvoeglijk naamwoord
-
dolent bijvoeglijk naamwoord
-
d'un ton traînard bijvoeglijk naamwoord
-
-
desabrido (desagradable; engorroso; sucio; siniestro; asqueroso; sospechoso; morboso; repugnante; repelente; repulsivo; nauseabundo; desaseado; desapacible; poco apetitoso; nada apetitoso)
dégoûtant; peu appétissant; repoussant; répugnant; insipide; répulsif-
dégoûtant bijvoeglijk naamwoord
-
peu appétissant bijvoeglijk naamwoord
-
repoussant bijvoeglijk naamwoord
-
répugnant bijvoeglijk naamwoord
-
insipide bijvoeglijk naamwoord
-
répulsif bijvoeglijk naamwoord
-
-
desabrido (monótono; insulso; pesado; soñoliento; abobado; rutinario)
ennuyeux; monotone; ennuyant; ennuyeusement; lassant; de manière monotone; de manière ennuyeuse-
ennuyeux bijvoeglijk naamwoord
-
monotone bijvoeglijk naamwoord
-
ennuyant bijvoeglijk naamwoord
-
ennuyeusement bijvoeglijk naamwoord
-
lassant bijvoeglijk naamwoord
-
de manière monotone bijvoeglijk naamwoord
-
de manière ennuyeuse bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor desabrido:
Synoniemen voor "desabrido":
Wiktionary: desabrido
Computer vertaling door derden: