Chapuceros in het Frans vertaald uit het Spaans

Remove Ads

Overzicht

Spaans naar Frans: Meer gegevens...

chapuceros:
- bricoleur; bousilleur; tricheurs; boussilleurs; barbouilleurs; saboteurs; gacheurs
chapucero:
- factotum; amateur; bricoleur; bousilleur; gâte-métier; empoté; cloche; menuisier qui travaille au riflard; charlatan; barbouilleur; rapin; gâcheur de métier; gâcheuse de métier
- en désordre; désordonné
Wiktionary:
- chapucero → bousilleur, incapable, paresseux, bâclé, effiloché, effilochée, escroc

Spaans

Uitgebreide vertaling voor chapuceros (Spaans) in het Frans

chapuceros:

chapuceros [el ~] zelfstandig naamwoord

el chapuceros
le bricoleur; le bousilleur
- bricoleur [le ~] zelfstandig naamwoord
- bousilleur [le ~] zelfstandig naamwoord
el chapuceros (estafadores; chapuzos)
le tricheurs; le boussilleurs; le barbouilleurs; le saboteurs; le gacheurs
- tricheurs [le ~] zelfstandig naamwoord
- boussilleurs [le ~] zelfstandig naamwoord
- barbouilleurs [le ~] zelfstandig naamwoord
- saboteurs [le ~] zelfstandig naamwoord
- gacheurs [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor chapuceros:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
barbouilleurs	chapuceros; chapuzos; estafadores; sucios
bousilleur	chapuceros	chapucero; charlatán; curandero; mamarracho; manitas; matasanos; mequetrefe; persona torpe
boussilleurs	chapuceros; chapuzos; estafadores; sucios
bricoleur	chapuceros	aficionado al bricolaje; chafallón; chapucero; charlatán; curandero; factótum; frangollón; hombre estuche; manitas; matasanos
gacheurs	chapuceros; chapuzos; estafadores; sucios
saboteurs	chapuceros; chapuzos; estafadores; sucios
tricheurs	chapuceros; chapuzos; estafadores; sucios	chorros; engañadores; enredadores; estafadores

Verwante woorden van "chapuceros":

chapucero

chapuceros vorm van chapucero:

chapucero [el ~] zelfstandig naamwoord

el chapucero
le factotum
- factotum [le ~] zelfstandig naamwoord
el chapucero
l'amateur; le bricoleur; le bousilleur; le gâte-métier
- amateur [le ~] zelfstandig naamwoord
- bricoleur [le ~] zelfstandig naamwoord
- bousilleur [le ~] zelfstandig naamwoord
- gâte-métier [le ~] zelfstandig naamwoord
el chapucero
l'empoté; la cloche
- empoté [le ~] zelfstandig naamwoord
- cloche [la ~] zelfstandig naamwoord
el chapucero
le menuisier qui travaille au riflard
- menuisier qui travaille au riflard [le ~] zelfstandig naamwoord
el chapucero (manitas; curandero; matasanos; charlatán)
le bricoleur
- bricoleur [le ~] zelfstandig naamwoord
el chapucero (chapuzas)
le gâte-métier
- gâte-métier [le ~] zelfstandig naamwoord
el chapucero (manitas; curandero; charlatán; matasanos)
le charlatan; le bousilleur
- charlatan [le ~] zelfstandig naamwoord
- bousilleur [le ~] zelfstandig naamwoord
el chapucero (pintor de brocha gorda)
le barbouilleur; le rapin; le gâcheur de métier; la gâcheuse de métier
- barbouilleur [le ~] zelfstandig naamwoord
- rapin [le ~] zelfstandig naamwoord
- gâcheur de métier [le ~] zelfstandig naamwoord
- gâcheuse de métier [la ~] zelfstandig naamwoord

chapucero bijvoeglijk naamwoord

chapucero (descuidado; suelto; desaseado; poco elegante)
en désordre; désordonné
- en désordre bijvoeglijk naamwoord
- désordonné bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor chapucero:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
amateur	chapucero	amateur; entusiasta; inexperto
barbouilleur	chapucero; pintor de brocha gorda	esquirol
bousilleur	chapucero; charlatán; curandero; manitas; matasanos	chapuceros; mamarracho; mequetrefe; persona torpe
bricoleur	chafallón; chapucero; charlatán; curandero; frangollón; manitas; matasanos	aficionado al bricolaje; chapuceros; factótum; hombre estuche
charlatan	chapucero; charlatán; curandero; manitas; matasanos	charlatán; curandero; fanfarrona; fanfarrón; matasanos
cloche	chapucero	Juan Lanas; asno; bobo; borrego; borrico; burro; campana; campana de cristal; estúpido; gaznápiro; holgazán; horizonte; idiota; imbécil; inútil; lejanía; llamador; lontananza; mentecato; perezosa; perezoso; péndulo; reloj; reloj de campanario; reloj de pulsera; simplón; timbre; tonto; trasto; vago
empoté	chapucero	mamarracho; mequetrefe; persona torpe
factotum	chapucero
gâcheur de métier	chapucero; pintor de brocha gorda
gâcheuse de métier	chapucero; pintor de brocha gorda
gâte-métier	chapucero; chapuzas	esquirol
menuisier qui travaille au riflard	chapucero
rapin	chapucero; pintor de brocha gorda
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
désordonné	chapucero; desaseado; descuidado; poco elegante; suelto	caótico; desaliñado; desarreglado; descuidado; desordenado; desorganizado; en desorden; irregular; mezclado; sin orden; sin orden ni concierto; todos juntos
empoté		espigado; joven; púber; torpe
en désordre	chapucero; desaseado; descuidado; poco elegante; suelto	caótico; desaliñado; desarreglado; descuidado; desordenado; embrollado; en desorden; irregular; mezclado; revuelto; sin orden; sin orden ni concierto; todos juntos

Verwante woorden van "chapucero":

chapucera, chapuceras, chapuceros

Wiktionary: chapucero

Cross Translation:

From	To	Via
• chapucero	→ bousilleur; incapable	↔ Stümper — abwertend: Person, die auf einem Gebiet, auf dem sie tätig ist, nur wenige oder gar keine Kenntnisse hat
• chapucero	→ bousilleur; paresseux	↔ Stümper — abwertend: Person, die sich bei etwas keine Mühe gibt
• chapucero	→ bâclé	↔ schlampig — nachlässig, ohne Sorgfalt
• chapucero	→ effiloché; effilochée	↔ shoddy — exhibiting poor quality
• chapucero	→ escroc	↔ swindler — person who swindles, cheats or defrauds

Remove Ads

Vertaal chapuceros van Spaans naar Frans

Uitgebreide vertaling voor chapuceros (Spaans) in het Frans

chapuceros:

chapuceros [el ~] zelfstandig naamwoord

el chapuceros

el chapuceros (estafadores; chapuzos)

Vertaal Matrix voor chapuceros:

Verwante woorden van "chapuceros":

chapuceros vorm van chapucero:

chapucero [el ~] zelfstandig naamwoord

el chapucero

el chapucero

el chapucero

el chapucero

el chapucero (manitas; curandero; matasanos; charlatán)

el chapucero (chapuzas)

el chapucero (manitas; curandero; charlatán; matasanos)

el chapucero (pintor de brocha gorda)

chapucero bijvoeglijk naamwoord

chapucero (descuidado; suelto; desaseado; poco elegante)

Vertaal Matrix voor chapucero:

Verwante woorden van "chapucero":

Wiktionary: chapucero