Home ->Woordenboeken ->Spaans/Frans ->Vertaal celadores

Vertaal celadores van Spaans naar Frans

Overzicht

Spaans naar Frans: Meer gegevens...

celadores:
- gardiens; surveillants
celador:
- gardien; concierge
Wiktionary:
- celador → appariteur, bedeau, gardien
- celador → zélé

Spaans

Uitgebreide vertaling voor celadores (Spaans) in het Frans

celadores:

celadores [el ~] zelfstandig naamwoord

el celadores (vigilantes)
le gardiens; le surveillants
- gardiens [le ~] zelfstandig naamwoord
- surveillants [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor celadores:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gardiens	celadores; vigilantes	controladores; guardia; guardianes; inspectores
surveillants	celadores; vigilantes	controladores; guardia; inspectoras; inspectores; supervisores; vigilantes

Verwante woorden van "celadores":

celador

celador:

celador [el ~] zelfstandig naamwoord

el celador (ordenanza; asistente; supervisor; inspector)
le gardien
- gardien [le ~] zelfstandig naamwoord
el celador (vigilante; supervisor)
le gardien; le concierge
- gardien [le ~] zelfstandig naamwoord
- concierge [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor celador:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
concierge	celador; supervisor; vigilante	administrador general; arrendador; carcelero; centinela; charlador; charladora; charlatana; charlatán; conserje; dueño; dueño de la casa; dueño de la posada; dueño de una casa; guarda; guardador; guardia; guardián; hablador; habladora; hacendado; mayordomo; parlanchina; parlanchines; parlanchín; portero; portezuela; posadero; propietario; propietario de la casa; propietario de tierras; propietario de una casa; vigilante
gardien	asistente; celador; inspector; ordenanza; supervisor; vigilante	administrador general; administrador oficial; arrendador; carcelero; centinela; conserje; conservador; cuidador de animales; curador; dueño de la casa; dueño de la posada; dueño de una casa; guarda; guardador; guardia; guardián; guardián de cárcel; hacendado; inspector; marcador; nido de cuervo; portero; portezuela; posadero; propietario; propietario de la casa; propietario de tierras; propietario de una casa; protector; puesto de guardia; supervisor; vigilante; vigía

Verwante woorden van "celador":

celadores

Synoniemen voor "celador":

bedel; conserje; ordenanza; portero; ujier
guardián; vigilante; guarda; guardia; cancerbero; cuidador; centinela
monitor; instructor; profesor; educador; maestro; preceptor; pedagogo

Wiktionary: celador

celador

noun

huissier d’une faculté.
- appariteur → ujier; alguacil; bedel; celador; ordenanza
employé laïc d’église, préposé au service matériel et à l’ordre, qui a pour insigne une verge ou canne et pour fonction principale de marcher devant les ecclésiastiques, devant les quêteurs, etc., et de leur faire ouvrir passage.
- bedeau → ujier; alguacil; bedel; celador; ordenanza
personne qui garder, qui surveiller, qui défendre.
- gardien → guarda; celador

adjective

Qui avoir du zèle.
- zélé → celador