Overzicht
Spaans naar Frans:   Meer gegevens...
  1. azul:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor azula (Spaans) in het Frans

azul:

azul bijvoeglijk naamwoord

  1. azul
    bleu
    • bleu bijvoeglijk naamwoord

azul [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el azul
    le bleu azur; l'azur; le lapis-lazuli; la lazulite; la pierre d'azur

Vertaal Matrix voor azul:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
azur azul
bleu abultado; advenedizo; blandengue; bulto; conejo; contusión; gallina; hinchazón; nivel; nobleza; novata; novato; nueva; nuevo; overol; pedazo; principiante; recién llegada; recién llegado; roncha
bleu azur azul
lapis-lazuli azul
lazulite azul piedras azules
pierre d'azur azul
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
azur azul celeste; azul claro; azur; celeste; intensamente azul
bleu azul

Verwante woorden van "azul":

  • azula, azulas, azules

Synoniemen voor "azul":


Wiktionary: azul

azul
noun
  1. verre colorer en bleu par l’oxyde de cobalt et réduit en poudre extrêmement fine pour servir de colorant.
  2. Couleur
adjective
  1. De la couleur bleu clair intense
  2. Couleur.
  3. Noble (avoir le sang bleu).

Cross Translation:
FromToVia
azul bleu blue — colour
azul bleu blue — blue-colored
azul bleu blau — eine bunte Farbe, im Spektrum eine relativ kurzwellige Farbe zwischen grün und violett; Grundfarbe vieler Farbmodelle, insbesondere eine der drei Grundfarben des digitalen RGB-Farbraums