Spaans

Uitgebreide vertaling voor arpía (Spaans) in het Frans

arpía:

arpía [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la arpía (marimacho)
    la chienne; la sorcière; la mégère; la virago; la tarte; la vache; la charogne; le dragon; la chipie; la vipère; la furie; le gendarme
    • chienne [la ~] zelfstandig naamwoord
    • sorcière [la ~] zelfstandig naamwoord
    • mégère [la ~] zelfstandig naamwoord
    • virago [la ~] zelfstandig naamwoord
    • tarte [la ~] zelfstandig naamwoord
    • vache [la ~] zelfstandig naamwoord
    • charogne [la ~] zelfstandig naamwoord
    • dragon [le ~] zelfstandig naamwoord
    • chipie [la ~] zelfstandig naamwoord
    • vipère [la ~] zelfstandig naamwoord
    • furie [la ~] zelfstandig naamwoord
    • gendarme [le ~] zelfstandig naamwoord
  2. la arpía (bruja; nena; bruja pesada; hembra; leona)
    la chienne; la nana; la charogne; la vache
    • chienne [la ~] zelfstandig naamwoord
    • nana [la ~] zelfstandig naamwoord
    • charogne [la ~] zelfstandig naamwoord
    • vache [la ~] zelfstandig naamwoord
  3. la arpía (bruja; lechuza; brujilla; víbora)
    la sorcière
  4. la arpía (aguja; espiga; ficha; )
    l'épingle; l'épinglette
  5. la arpía (tenazas para doblar; bruja; tenazas; alicates)
    la pince à courber

Vertaal Matrix voor arpía:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
charogne arpía; bruja; bruja pesada; hembra; leona; marimacho; nena bruja; caos; cursi; desgraciado; desorden; mala bestia; miserable; nena; pastel; perra; pichona
chienne arpía; bruja; bruja pesada; hembra; leona; marimacho; nena alano; cursi; nena; pastel; perra; perrito; perro; pichona
chipie arpía; marimacho
dragon arpía; marimacho dragón
furie arpía; marimacho carácter salvaje; cólera; disparate; enfado; enojo; furia; ira; rabia; salvajismo; tontería
gendarme arpía; marimacho control de las fronteras; guardia civil; marimacho
mégère arpía; marimacho hembra; mujer; mujeruca; persona femenina; tía
nana arpía; bruja; bruja pesada; hembra; leona; nena chavala; chica; cursi; hembra; muchacha; mujer; mujer gorda; mujeruca; nena; pastel; perra; persona femenina; pichona; tipa; tía
pince à courber alicates; arpía; bruja; tenazas; tenazas para doblar alicate; tenaza
sorcière arpía; bruja; brujilla; lechuza; marimacho; víbora bruja
tarte arpía; marimacho cursi; dulces; nena; pastel; pasteles; perra; pichona; repostería; tarta
vache arpía; bruja; bruja pesada; hembra; leona; marimacho; nena bruja; buey; cabrón; canalla; cursi; hijo de puta; mala bestia; nena; pastel; perra; pichona; res; toro; vaca
vipère arpía; marimacho cursi; nena; pastel; perra; pichona; serpiente
virago arpía; marimacho marimacho
épingle aguja; alfiler; arpía; bruja; clavija; espiga; ficha
épinglette aguja; alfiler; arpía; bruja; clavija; espiga; ficha
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
vipère víbora

Verwante woorden van "arpía":

  • arpías

Synoniemen voor "arpía":


Wiktionary: arpía

arpía
noun
  1. Fille ou femme rancunière
  2. Femme acariâtre

Cross Translation:
FromToVia
arpía salope; rosse; garce bitch — disagreeable, aggressive person, usually female
arpía harpie harpy — fabulous winged monster with the face of a woman
arpía harpie; chipie; rosse harpy — An obnoxious, shrewish woman
arpía harpie; virago; dragon; mégère; haridelle; xanthippe; casse-couilles harridan — vicious and scolding woman
arpía furie; mégère shrew — woman
arpía chipie; mégère katijf — feeks, boosaardig vrouwmens
arpía mégère feeks — een lastige en venijnige vrouw

Computer vertaling door derden: