Apatía in het Frans vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Frans: Meer gegevens...

apatía:
- apathie; indolence; faiblesse; paresse; lourdeur; manque d'énergie; caractère terne; manque de caractère; indifférence; indigence; inertie; manque de volonté
Wiktionary:
- apatía → abattement, apathie
- apatía → apathie, indolence, léthargie

Spaans

Uitgebreide vertaling voor apatía (Spaans) in het Frans

la apatía
l'apathie; l'indolence
- apathie [la ~] zelfstandig naamwoord
- indolence [la ~] zelfstandig naamwoord
la apatía (inercia; lasitud)
la faiblesse; la paresse; la lourdeur; l'apathie; la manque d'énergie; le caractère terne
- faiblesse [la ~] zelfstandig naamwoord
- paresse [la ~] zelfstandig naamwoord
- lourdeur [la ~] zelfstandig naamwoord
- apathie [la ~] zelfstandig naamwoord
- manque d'énergie [la ~] zelfstandig naamwoord
- caractère terne [le ~] zelfstandig naamwoord
la apatía (falta de carácter)
la manque de caractère
- manque de caractère [la ~] zelfstandig naamwoord
la apatía (languidez; aburrimiento)
l'indifférence; l'apathie; l'indigence; l'indolence
- indifférence [la ~] zelfstandig naamwoord
- apathie [la ~] zelfstandig naamwoord
- indigence [la ~] zelfstandig naamwoord
- indolence [la ~] zelfstandig naamwoord
la apatía (letargo; pereza; lentitud; inercia; holgazanería)
l'inertie; l'apathie; le manque de volonté
- inertie [la ~] zelfstandig naamwoord
- apathie [la ~] zelfstandig naamwoord
- manque de volonté [le ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
apathie	aburrimiento; apatía; holgazanería; inercia; languidez; lasitud; lentitud; letargo; pereza	indolencia; inercia
caractère terne	apatía; inercia; lasitud
faiblesse	apatía; inercia; lasitud	blandenguería; debilidad; defecto; deficiencia; desmayo; desperfecto; estupidez; falta; falta de medios; fatiga; flaqueza; flojedad; flojera; fragilidad; hueco; impotencia; inactividad; incapacidad; indefensión; insolvencia; inválido; merma; punto débil; punto flaco; sensibilidad; susceptibilidad; vacío; vulnerabilidad
indifférence	aburrimiento; apatía; languidez	carencia de sentimiento; desinterés; falta de cuidado; falta de sentimiento; indiferencia; indolencia; insensibilidad
indigence	aburrimiento; apatía; languidez	adversidad; crisis; desastre; estado de alarma; estado de alerta; estado de emergencia; indigencia; miseria; necesidad; pobreza
indolence	aburrimiento; apatía; languidez	comodidonería; falta de cuidado; indolencia; inercia; pereza
inertie	apatía; holgazanería; inercia; lentitud; letargo; pereza	falta de vida; indolencia; inercia; lentitud; letargo
lourdeur	apatía; inercia; lasitud	grosería; impertinencia; indolencia; inercia; insolencia
manque d'énergie	apatía; inercia; lasitud
manque de caractère	apatía; falta de carácter
manque de volonté	apatía; holgazanería; inercia; lentitud; letargo; pereza
paresse	apatía; inercia; lasitud	comodidonería; holgazanería; indolencia; inercia; ocio; pereza; vago

abulia; aburrimiento; dejación; desgana; desinterés; inacción; indiferencia; pasividad; desidia; tedio
marasmo; paralización; atonía; inmovilidad

apatía

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• apatía	→ apathie	↔ apathy — lack of emotion or motivation
• apatía	→ indolence; apathie	↔ ennui — listlessness, boredom
• apatía	→ léthargie	↔ lethargie — een toestand van geestelijke ongevoeligheid

Computer vertaling door derden:

Remove Ads