Overzicht
Spaans naar Frans: Meer gegevens...
-
aparte:
- indépendant; individuel; isolé; pavillon; délaissé; désolé; abandonné; détaché; singulier; à part; singulièrement; curieux; particulier; séparément; séparé; seul; solitaire; autonome; bizarre; caractéristique; spécial; particulièrement; bizarrement; capricieux; dingue; excentrique; drôle; fantasque; fou; spécifique; typique; curieuse; singulière; étranger; étrange; sot; représentatif; étrangement; baroque; typiquement; d'une manière baroque; à côté; en passant; de côté; en aparté; ensuite; en plus; en outre; surtout; de plus; avant tout; de surcroît; plus que tout; et ainsi de suite; du reste; de même que; et aussi; par-dessus tout; par-dessus le marché; en premier lieu; d'ailleurs
-
Wiktionary:
- aparte → aparté, particulièrement, séparé, séparément, de plus, en plus, de surcroît, en outre, par surcroît, du reste, au reste, d'autre part, d'un autre côté, par ailleurs, alinéa, paragraphe
- aparte → à part
- aparte → à part
Spaans
Uitgebreide vertaling voor aparte (Spaans) in het Frans
aparte:
-
aparte (a granel; separado; soltero; desmarcado; independiente; por separado; solo; partido; diferente; individual; mono; singular; repartido; distribuído; disipado; desunido; sin parecido)
indépendant; individuel; isolé; pavillon-
indépendant bijvoeglijk naamwoord
-
individuel bijvoeglijk naamwoord
-
isolé bijvoeglijk naamwoord
-
pavillon bijvoeglijk naamwoord
-
-
aparte (aislado; separado; suelto; independiente; desmarcado; individual)
-
aparte (desolado; desierto; solitario; abandonado; solamente; dejado; sólo; separado; independiente; en si mismo; disipado; aislado)
-
aparte (separado)
détaché; singulier; à part; singulièrement; curieux; particulier-
détaché bijvoeglijk naamwoord
-
singulier bijvoeglijk naamwoord
-
à part bijvoeglijk naamwoord
-
singulièrement bijvoeglijk naamwoord
-
curieux bijvoeglijk naamwoord
-
particulier bijvoeglijk naamwoord
-
-
aparte (poco corriente; único en su especie; fuera de lo común)
séparément; séparé; seul; particulier; solitaire; indépendant; à part; autonome-
séparément bijvoeglijk naamwoord
-
séparé bijvoeglijk naamwoord
-
seul bijvoeglijk naamwoord
-
particulier bijvoeglijk naamwoord
-
solitaire bijvoeglijk naamwoord
-
indépendant bijvoeglijk naamwoord
-
à part bijvoeglijk naamwoord
-
autonome bijvoeglijk naamwoord
-
-
aparte (extraño; ajeno; particular; raro; especialmente; típico; curioso; desconocido; singular; especifico; extraordinariamente; de una manera extraña; especial; diferente; peculiar; extraordinario; característico; sugestivo; extranjero; sorprendente; curiosamente; extravagante; exótico; antojadizo)
bizarre; caractéristique; spécial; particulier; curieux; particulièrement; bizarrement; capricieux; dingue; excentrique; drôle; singulier; singulièrement; fantasque; fou; spécifique; typique; curieuse; singulière; étranger; étrange; sot; à part; représentatif; étrangement; baroque; typiquement; d'une manière baroque-
bizarre bijvoeglijk naamwoord
-
caractéristique bijvoeglijk naamwoord
-
spécial bijvoeglijk naamwoord
-
particulier bijvoeglijk naamwoord
-
curieux bijvoeglijk naamwoord
-
particulièrement bijvoeglijk naamwoord
-
bizarrement bijvoeglijk naamwoord
-
capricieux bijvoeglijk naamwoord
-
dingue bijvoeglijk naamwoord
-
excentrique bijvoeglijk naamwoord
-
drôle bijvoeglijk naamwoord
-
singulier bijvoeglijk naamwoord
-
singulièrement bijvoeglijk naamwoord
-
fantasque bijvoeglijk naamwoord
-
fou bijvoeglijk naamwoord
-
spécifique bijvoeglijk naamwoord
-
typique bijvoeglijk naamwoord
-
curieuse bijvoeglijk naamwoord
-
singulière bijvoeglijk naamwoord
-
étranger bijvoeglijk naamwoord
-
étrange bijvoeglijk naamwoord
-
sot bijvoeglijk naamwoord
-
à part bijvoeglijk naamwoord
-
représentatif bijvoeglijk naamwoord
-
étrangement bijvoeglijk naamwoord
-
baroque bijvoeglijk naamwoord
-
typiquement bijvoeglijk naamwoord
-
d'une manière baroque bijvoeglijk naamwoord
-
-
aparte (al lado; hacia un lado; lateral)
à côté; en passant; de côté; en aparté-
à côté bijvoeglijk naamwoord
-
en passant bijvoeglijk naamwoord
-
de côté bijvoeglijk naamwoord
-
en aparté bijvoeglijk naamwoord
-
-
aparte (además; además de eso; también; después; al lado; encima; sobre todo; fuera de; especialmente; más que nada; principalmente; luego; más adelante; excepto; particularmente; fuera; ante todo; antes que nada; más lejos; en el campo; cerca de allí; sin; otro; más; por otra parte)
ensuite; en plus; en outre; surtout; de plus; avant tout; de surcroît; à côté; plus que tout; et ainsi de suite; du reste; de même que; et aussi; par-dessus tout; par-dessus le marché; en premier lieu; d'ailleurs-
ensuite bijvoeglijk naamwoord
-
en plus bijvoeglijk naamwoord
-
en outre bijvoeglijk naamwoord
-
surtout bijvoeglijk naamwoord
-
de plus bijvoeglijk naamwoord
-
avant tout bijvoeglijk naamwoord
-
de surcroît bijvoeglijk naamwoord
-
à côté bijvoeglijk naamwoord
-
plus que tout bijvoeglijk naamwoord
-
et ainsi de suite bijvoeglijk naamwoord
-
du reste bijvoeglijk naamwoord
-
de même que bijvoeglijk naamwoord
-
et aussi bijvoeglijk naamwoord
-
par-dessus tout bijvoeglijk naamwoord
-
par-dessus le marché bijvoeglijk naamwoord
-
en premier lieu bijvoeglijk naamwoord
-
d'ailleurs bijvoeglijk naamwoord
-
-
aparte (separado; por separado)
Vertaal Matrix voor aparte:
Verwante woorden van "aparte":
Synoniemen voor "aparte":
Wiktionary: aparte
aparte
Cross Translation:
adverb
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• aparte | → séparé; séparément | ↔ apart — separately, in regard to space or company |
• aparte | → de plus; en plus; de surcroît; en outre; par surcroît; du reste; au reste; d'autre part; d'un autre côté; par ailleurs | ↔ besides — also; in addition |
• aparte | → en outre; en plus | ↔ außerdem — Konjunktionaladverb: dient dazu, etwas Weiteres anzufügen |
• aparte | → alinéa; paragraphe | ↔ Absatz — Verlagswesen: die Unterbrechung eines fortlaufenden Textes durch den Neubeginn in einer neuen Zeile oder in einem ganz neuen Abschnitt |