Amargura in het Frans vertaald uit het Spaans

Overzicht

Spaans naar Frans: Meer gegevens...

amargura:
- soif de vengeance; rancune; rancoeur; ressentiment; désir de vengeance; amertume; aigreur; âcreté; âpreté
Wiktionary:
- amargura → amertume, âcreté
- amargura → fiel, amertume

Spaans

Uitgebreide vertaling voor amargura (Spaans) in het Frans

la amargura (resentimiento; amargor)
le soif de vengeance; la rancune; la rancoeur; le ressentiment; le désir de vengeance
- soif de vengeance [le ~] zelfstandig naamwoord
- rancune [la ~] zelfstandig naamwoord
- rancoeur [la ~] zelfstandig naamwoord
- ressentiment [le ~] zelfstandig naamwoord
- désir de vengeance [le ~] zelfstandig naamwoord
la amargura (rencor; amargor; resentimiento)
la rancoeur; l'amertume; la rancune; l'aigreur
- rancoeur [la ~] zelfstandig naamwoord
- amertume [la ~] zelfstandig naamwoord
- rancune [la ~] zelfstandig naamwoord
- aigreur [la ~] zelfstandig naamwoord
la amargura (agror; aflicción; amargor; cinismo)
l'âcreté; l'âpreté; l'aigreur
- âcreté [la ~] zelfstandig naamwoord
- âpreté [la ~] zelfstandig naamwoord
- aigreur [la ~] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aigreur	aflicción; agror; amargor; amargura; cinismo; rencor; resentimiento	acidez; acritud; agudeza; animosidad; aspereza; brusquedad; causticidad; destemplanza del tiempo; enemistad; enemistad hereditaria; genio áspero; intemperie; odio de familia; rencor; resentimiento; sequedad
amertume	amargor; amargura; rencor; resentimiento	enojo; irritación; rencor; resentimiento
désir de vengeance	amargor; amargura; resentimiento
rancoeur	amargor; amargura; rencor; resentimiento	conmoción; disgusto; enojo; espíritu vengativo; irritaciones; irritación; resentimiento
rancune	amargor; amargura; rencor; resentimiento	animosidad; enemistad; enemistad hereditaria; espíritu vengativo; hostilidad; odio de familia; rencor; resentimiento
ressentiment	amargor; amargura; resentimiento	animosidad; celos; cortinas; enemistad; enemistad hereditaria; envidia; estor; odio de familia; persianas; rencor; resentimiento
soif de vengeance	amargor; amargura; resentimiento
âcreté	aflicción; agror; amargor; amargura; cinismo
âpreté	aflicción; agror; amargor; amargura; cinismo	destemplanza del tiempo; intemperie; miseria

agonía; sufrimiento; pesar; congoja; pena; angustia; abatimiento; tribulación
agraz; penalidad; disgusto; sinsabor; contrariedad; contratiempo
bilis; hiel; humor; atrabilis; enojo; cólera; inquina; desabrimiento; irritación; aspereza; cabreo; acrimonia; malhumor; enfado; mosqueo; rebote
quemazón; desazón; resquemor; resentimiento
zabila; áloe; aloe; acíbar; zabida; tristeza; pesadumbre

amargura

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• amargura	→ fiel; amertume	↔ wormwood — that which causes bitterness