Overzicht
Spaans naar Frans: Meer gegevens...
-
verdadero:
- en fait; vraiment; véritablement; en réalité; en effet; effectivement; réellement; en vérité; vrai; réelle; véridique; véritable; sincère; véridiquement; franchement; franc; à vrai dire; au fond; réel; foncièrement; proprement dit; sincèrement; honnête; honnêtement; en toute honnêteté; franche; intègre; loyal; authentique; pur; tout de même; pur et simple; sage; dévoué; ouvertement; avec franchise; à coeur ouvert; droit; fidèle; carrément; direct; vertueux; fidèlement; de bonne foi; comme il faut; sans détours
- Wiktionary:
Spaans
Uitgebreide vertaling voor verdadero (Spaans) in het Frans
verdadero:
-
verdadero (real)
en fait; vraiment; véritablement-
en fait bijvoeglijk naamwoord
-
vraiment bijvoeglijk naamwoord
-
véritablement bijvoeglijk naamwoord
-
-
verdadero (de verdad; efectivamente; de veras; ciertamente; auténtico; efectivo; verdaderamente)
en réalité; vraiment; en effet; effectivement; réellement; en vérité-
en réalité bijvoeglijk naamwoord
-
vraiment bijvoeglijk naamwoord
-
en effet bijvoeglijk naamwoord
-
effectivement bijvoeglijk naamwoord
-
réellement bijvoeglijk naamwoord
-
en vérité bijvoeglijk naamwoord
-
-
verdadero (genuino; de veras; de verdad; auténtico)
vrai; vraiment; réelle; véridique; véritable; sincère; véridiquement; franchement; véritablement; franc; réellement-
vrai bijvoeglijk naamwoord
-
vraiment bijvoeglijk naamwoord
-
réelle bijvoeglijk naamwoord
-
véridique bijvoeglijk naamwoord
-
véritable bijvoeglijk naamwoord
-
sincère bijvoeglijk naamwoord
-
véridiquement bijvoeglijk naamwoord
-
franchement bijvoeglijk naamwoord
-
véritablement bijvoeglijk naamwoord
-
franc bijvoeglijk naamwoord
-
réellement bijvoeglijk naamwoord
-
-
verdadero (efectivo; realmente; en realidad; de hecho; de veras; verdaderamente; real; esencial; en efecto; substancial; factual; fundamental; intrínseco; en el fondo; virtualmente)
à vrai dire; réellement; en fait; au fond; en vérité; réel; foncièrement; en réalité; proprement dit-
à vrai dire bijvoeglijk naamwoord
-
réellement bijvoeglijk naamwoord
-
en fait bijvoeglijk naamwoord
-
au fond bijvoeglijk naamwoord
-
en vérité bijvoeglijk naamwoord
-
réel bijvoeglijk naamwoord
-
foncièrement bijvoeglijk naamwoord
-
en réalité bijvoeglijk naamwoord
-
proprement dit bijvoeglijk naamwoord
-
-
verdadero (sincero; honesto; candoroso; con sinceridad; ingenuo; franco; cándido; sin rebozo)
sincèrement; sincère; franc; honnête; honnêtement; en toute honnêteté; franchement; franche; intègre; loyal-
sincèrement bijvoeglijk naamwoord
-
sincère bijvoeglijk naamwoord
-
franc bijvoeglijk naamwoord
-
honnête bijvoeglijk naamwoord
-
honnêtement bijvoeglijk naamwoord
-
en toute honnêteté bijvoeglijk naamwoord
-
franchement bijvoeglijk naamwoord
-
franche bijvoeglijk naamwoord
-
intègre bijvoeglijk naamwoord
-
loyal bijvoeglijk naamwoord
-
-
verdadero (puro; claro; francamente; natural; correcto; auténtico; genuino; neto; verdaderamente; sencillamente)
-
verdadero (de verdad; no obstante; por cierto; claro que sí; bien es cierto que; seguro; realmente; sí; auténtico; verdaderamente; que sí; ciertamente; en realidad; a fin de cuentas; cierto que; es verdad que; cierto que sí; muy correcto)
vrai; en effet; vraiment; véritable; effectivement; tout de même; véritablement; véridique; en vérité; véridiquement-
vrai bijvoeglijk naamwoord
-
en effet bijvoeglijk naamwoord
-
vraiment bijvoeglijk naamwoord
-
véritable bijvoeglijk naamwoord
-
effectivement bijvoeglijk naamwoord
-
tout de même bijvoeglijk naamwoord
-
véritablement bijvoeglijk naamwoord
-
véridique bijvoeglijk naamwoord
-
en vérité bijvoeglijk naamwoord
-
véridiquement bijvoeglijk naamwoord
-
-
verdadero (francamente; claro; puro; realmente; verdaderamente; sencillamente; legítimo)
véritable; vrai; pur; pur et simple-
véritable bijvoeglijk naamwoord
-
vrai bijvoeglijk naamwoord
-
pur bijvoeglijk naamwoord
-
pur et simple bijvoeglijk naamwoord
-
-
verdadero (honesto; fiel; puro; directo; ingenuo; auténtico; justo; sincero; real; realmente; recto; honrado; veraz; franco; fiable; leal; de verdad; obediente; genuino; íntegro; francamente; de veras; rotundamente; abiertamente; sin sal; lealmente; no salado; con sinceridad; sin rebozo)
réel; vraiment; véritable; sincère; honnête; franchement; sage; franc; dévoué; ouvertement; avec franchise; à coeur ouvert; droit; vrai; fidèle; carrément; direct; réellement; véritablement; vertueux; intègre; réelle; loyal; véridique; fidèlement; de bonne foi; comme il faut; véridiquement; sans détours-
réel bijvoeglijk naamwoord
-
vraiment bijvoeglijk naamwoord
-
véritable bijvoeglijk naamwoord
-
sincère bijvoeglijk naamwoord
-
honnête bijvoeglijk naamwoord
-
franchement bijvoeglijk naamwoord
-
sage bijvoeglijk naamwoord
-
franc bijvoeglijk naamwoord
-
dévoué bijvoeglijk naamwoord
-
ouvertement bijvoeglijk naamwoord
-
avec franchise bijvoeglijk naamwoord
-
à coeur ouvert bijvoeglijk naamwoord
-
droit bijvoeglijk naamwoord
-
vrai bijvoeglijk naamwoord
-
fidèle bijvoeglijk naamwoord
-
carrément bijvoeglijk naamwoord
-
direct bijvoeglijk naamwoord
-
réellement bijvoeglijk naamwoord
-
véritablement bijvoeglijk naamwoord
-
vertueux bijvoeglijk naamwoord
-
intègre bijvoeglijk naamwoord
-
réelle bijvoeglijk naamwoord
-
loyal bijvoeglijk naamwoord
-
véridique bijvoeglijk naamwoord
-
fidèlement bijvoeglijk naamwoord
-
de bonne foi bijvoeglijk naamwoord
-
comme il faut bijvoeglijk naamwoord
-
véridiquement bijvoeglijk naamwoord
-
sans détours bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor verdadero:
Verwante woorden van "verdadero":
Synoniemen voor "verdadero":
Wiktionary: verdadero
verdadero
Cross Translation:
adjective
noun
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verdadero | → actuel; réel | ↔ actual — existing in act or reality, not just potentially |
• verdadero | → authentique | ↔ genuine — real, authentic |
• verdadero | → vrai | ↔ true — A state in Boolean logic that indicates an affirmative or positive result |
• verdadero | → vrai; vraie | ↔ waar — correct |
• verdadero | → vrai | ↔ echt — waarachtig, juist, niet vervalst |
• verdadero | → honnête | ↔ ehrlich — der Wahrheit und Wirklichkeit entsprechend; nicht lügen oder täuschen |
• verdadero | → profond; véritable | ↔ eigentlich — der Wirklichkeit entsprechend |
• verdadero | → exact; vrai; juste | ↔ richtig — wahr, nicht falsch |
• verdadero | → véritable | ↔ wahrhaftig — gehoben: wahr, nach Wahrheit strebend, sich um Wahrheit bemühend |
• verdadero | → vrai; réel | ↔ wirklich — tatsächlich existierend und nicht nur in der Einbildung vorhanden seiend |