Overzicht
Spaans naar Frans: Meer gegevens...
-
real:
- royal; aristocratique; en toute réalité; réel; vrai; en fait; vraiment; véritablement; à vrai dire; réellement; au fond; en vérité; foncièrement; en réalité; proprement dit; prestigieux; princier; princièrement; distingué; éminent; dignement; avec distinction; véritable; sincère; honnête; franchement; sage; franc; dévoué; ouvertement; avec franchise; à coeur ouvert; droit; fidèle; carrément; direct; vertueux; intègre; réelle; loyal; véridique; fidèlement; de bonne foi; comme il faut; véridiquement; sans détours; impérial
- Wiktionary:
Spaans
Uitgebreide vertaling voor real (Spaans) in het Frans
real:
-
real (aristocrático; soberano)
-
real
en toute réalité; réel; vrai-
en toute réalité bijvoeglijk naamwoord
-
réel bijvoeglijk naamwoord
-
vrai bijvoeglijk naamwoord
-
-
real
-
real (verdadero)
en fait; vraiment; véritablement-
en fait bijvoeglijk naamwoord
-
vraiment bijvoeglijk naamwoord
-
véritablement bijvoeglijk naamwoord
-
-
real (efectivo; realmente; en realidad; de hecho; de veras; verdadero; verdaderamente; esencial; en efecto; substancial; factual; fundamental; intrínseco; en el fondo; virtualmente)
à vrai dire; réellement; en fait; au fond; en vérité; réel; foncièrement; en réalité; proprement dit-
à vrai dire bijvoeglijk naamwoord
-
réellement bijvoeglijk naamwoord
-
en fait bijvoeglijk naamwoord
-
au fond bijvoeglijk naamwoord
-
en vérité bijvoeglijk naamwoord
-
réel bijvoeglijk naamwoord
-
foncièrement bijvoeglijk naamwoord
-
en réalité bijvoeglijk naamwoord
-
proprement dit bijvoeglijk naamwoord
-
-
real (principesco; elegante; beato; destacado; importante; notable; distinguido; excelente; soberano; espléndido; solemne; aristocrático; muy hermoso; de postín; de categoría)
prestigieux; princier; princièrement-
prestigieux bijvoeglijk naamwoord
-
princier bijvoeglijk naamwoord
-
princièrement bijvoeglijk naamwoord
-
-
real (realista; razonable)
-
real (distinguido; notable; de categoría; destacado; importante; elegante; soberano; principesco; aristocrático)
distingué; éminent; dignement; avec distinction-
distingué bijvoeglijk naamwoord
-
éminent bijvoeglijk naamwoord
-
dignement bijvoeglijk naamwoord
-
avec distinction bijvoeglijk naamwoord
-
-
real (honesto; fiel; puro; directo; ingenuo; auténtico; justo; verdadero; sincero; realmente; recto; honrado; veraz; franco; fiable; leal; de verdad; obediente; genuino; íntegro; francamente; de veras; rotundamente; abiertamente; sin sal; lealmente; no salado; con sinceridad; sin rebozo)
réel; vraiment; véritable; sincère; honnête; franchement; sage; franc; dévoué; ouvertement; avec franchise; à coeur ouvert; droit; vrai; fidèle; carrément; direct; réellement; véritablement; vertueux; intègre; réelle; loyal; véridique; fidèlement; de bonne foi; comme il faut; véridiquement; sans détours-
réel bijvoeglijk naamwoord
-
vraiment bijvoeglijk naamwoord
-
véritable bijvoeglijk naamwoord
-
sincère bijvoeglijk naamwoord
-
honnête bijvoeglijk naamwoord
-
franchement bijvoeglijk naamwoord
-
sage bijvoeglijk naamwoord
-
franc bijvoeglijk naamwoord
-
dévoué bijvoeglijk naamwoord
-
ouvertement bijvoeglijk naamwoord
-
avec franchise bijvoeglijk naamwoord
-
à coeur ouvert bijvoeglijk naamwoord
-
droit bijvoeglijk naamwoord
-
vrai bijvoeglijk naamwoord
-
fidèle bijvoeglijk naamwoord
-
carrément bijvoeglijk naamwoord
-
direct bijvoeglijk naamwoord
-
réellement bijvoeglijk naamwoord
-
véritablement bijvoeglijk naamwoord
-
vertueux bijvoeglijk naamwoord
-
intègre bijvoeglijk naamwoord
-
réelle bijvoeglijk naamwoord
-
loyal bijvoeglijk naamwoord
-
véridique bijvoeglijk naamwoord
-
fidèlement bijvoeglijk naamwoord
-
de bonne foi bijvoeglijk naamwoord
-
comme il faut bijvoeglijk naamwoord
-
véridiquement bijvoeglijk naamwoord
-
sans détours bijvoeglijk naamwoord
-
-
real (imperial)
Vertaal Matrix voor real:
Verwante woorden van "real":
Synoniemen voor "real":
Wiktionary: real
real
Cross Translation:
adjective
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• real | → actuel; réel | ↔ actual — existing in act or reality, not just potentially |
• real | → argent | ↔ money — means of exchange and measure of value |
• real | → réel; vrai; vraie | ↔ real — that can be characterized as a confirmation of truth |
• real | → réal | ↔ real — a unit of currency used in Brazil |
• real | → royal | ↔ royal — of or relating to a monarch or their family |
• real | → cacatois | ↔ royal — of mast and sail |
• real | → réel | ↔ reëel — met de werkelijkheid overeenstemmend |
• real | → royal | ↔ koninklijk — betrekking hebbend op een koning, koningin, aan of bij hem, haar behorend, van hem, haar uitgaand |
• real | → vrai | ↔ echt — waarachtig, juist, niet vervalst |
• real | → royal | ↔ königlich — den König betreffend, zu ihm gehörend |
• real | → réel | ↔ real — in materieller Form vorhanden |